Biografie van de baksteen 1850-2000

Tgv symposium Historisch Metselwerk in Haarlem Beter bakken en effectiever vormen waren de grootste omwentelingen die rond 1870 plaatsvonden toen de industrialisatie doordrong in de traditionele baksteenproductie. In de baksteenconstructie ontstond een onderscheid tussen bekledingsteen en ‘achterwerkers’ en verschoof de nadruk naar een rol als bekledingsmateriaal. Kleigebruik, bakproces, soorten en maten en constructies vormen in dit boek de opmaat, inclusief ontwikkelingen in de steenindustrie en de verschuiving van productiecentra. Betere bakstenen werden onderdeel van metselmozaïeken van rode, gele en zwartgesmoorde steen die kenmerkend zijn voor de neorenaissance. Daarnaast hebben geglazuurde profielstenen het beeld van de neogotiek mede bepaald. Beschreven wordt hoe de tot dan toe ongekende technische mogelijkheden de baksteen steeds meer lieten opgaan in de mode van de architectuur. Nauwe verwanten als terracotta, tegels en dakpannen blijven in het boek niet onbesproken, evenals de kalkzandsteen. Na de Eerste Wereldoorlog werd expressieve baksteen met een sprekende textuur populair. Sindsdien volgen de textuurschommelingen van de baksteen de architectuurmode: glad, opgeruwd of in ruwe handvormsteen. Na de Tweede Wereldoorlog lag de nadruk op rationalisatie en verschenen nieuwe producten als holle baksteenvloeren op de markt. Aan het einde van het boek blijkt dat juist die innovatie de baksteenproductie een renaissance heeft verleend.

Biografie van de baksteen 1850-2000

Tgv symposium Historisch Metselwerk in Haarlem Beter bakken en effectiever vormen waren de grootste omwentelingen die rond 1870 plaatsvonden toen de industrialisatie doordrong in de traditionele baksteenproductie. In de baksteenconstructie ontstond een onderscheid tussen bekledingsteen en ‘achterwerkers’ en verschoof de nadruk naar een rol als bekledingsmateriaal. Kleigebruik, bakproces, soorten en maten en constructies vormen in dit boek de opmaat, inclusief ontwikkelingen in de steenindustrie en de verschuiving van productiecentra. Betere bakstenen werden onderdeel van metselmozaïeken van rode, gele en zwartgesmoorde steen die kenmerkend zijn voor de neorenaissance. Daarnaast hebben geglazuurde profielstenen het beeld van de neogotiek mede bepaald. Beschreven wordt hoe de tot dan toe ongekende technische mogelijkheden de baksteen steeds meer lieten opgaan in de mode van de architectuur. Nauwe verwanten als terracotta, tegels en dakpannen blijven in het boek niet onbesproken, evenals de kalkzandsteen. Na de Eerste Wereldoorlog werd expressieve baksteen met een sprekende textuur populair. Sindsdien volgen de textuurschommelingen van de baksteen de architectuurmode: glad, opgeruwd of in ruwe handvormsteen. Na de Tweede Wereldoorlog lag de nadruk op rationalisatie en verschenen nieuwe producten als holle baksteenvloeren op de markt. Aan het einde van het boek blijkt dat juist die innovatie de baksteenproductie een renaissance heeft verleend.