Atlas van de verstedelijking in Nederland : 1000 jaar ruimtelijke ontwikkeling

Nederland is een stedenland. In de loop van tien eeuwen ontstond een dicht patroon van kleine, grote, oude en nieuwe steden. Hoe is dat patroon ontstaan en hoe heeft het zich ontwikkeld? En waarom zien onze steden eruit zoals ze eruitzien? In de middeleeuwen werden van Friesland tot Limburg, van Groningen tot Zeeland, tientallen steden gebouw: een ware stedenboom. De Nederlandse Gouden Eeuw werd gedragen door een groep steden in Holland, zoals Amsterdam, Leiden en Rotterdam, waar toen grote uitbreidingen plaatsvonden. Na een periode van krimp in de achttiende eeuw deed de industrialisatie vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw een deel van de oude steden weer opbloeien. Enorme stadsuitbreidingen kwamen tot stand. Daarnaast verrezen nieuwe woonsteden en industriesteden, bijvoorbeeld Tilburg, Hengelo en Hilversum. In de twintigste eeuw kwamen daar nieuwe steden bij als Almere, Emmen en Zoetermeer. Gek genoeg werd de ruimtelijke ordening van de vele steden die Nederland rijk is nog nooit op uniforme wijze in kaart gebracht en vergeleken. In deze atlas wordt dat eindelijk gedaan. Aan de hand van nieuw getekende kaartenreeksen en ander fraai beeld materiaal wordt een overzicht gegeven van de groei en krimp van de Nederlandse steden van hun otstaan tot heden. In een rijk geillustreerd en prettig leesbaar betoog analysren de stedenspecialisten Abrahamse en Rutte duizend jaar stedenbouwkundige ontwikkeling.

Atlas van de verstedelijking in Nederland : 1000 jaar ruimtelijke ontwikkeling

Nederland is een stedenland. In de loop van tien eeuwen ontstond een dicht patroon van kleine, grote, oude en nieuwe steden. Hoe is dat patroon ontstaan en hoe heeft het zich ontwikkeld? En waarom zien onze steden eruit zoals ze eruitzien? In de middeleeuwen werden van Friesland tot Limburg, van Groningen tot Zeeland, tientallen steden gebouw: een ware stedenboom. De Nederlandse Gouden Eeuw werd gedragen door een groep steden in Holland, zoals Amsterdam, Leiden en Rotterdam, waar toen grote uitbreidingen plaatsvonden. Na een periode van krimp in de achttiende eeuw deed de industrialisatie vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw een deel van de oude steden weer opbloeien. Enorme stadsuitbreidingen kwamen tot stand. Daarnaast verrezen nieuwe woonsteden en industriesteden, bijvoorbeeld Tilburg, Hengelo en Hilversum. In de twintigste eeuw kwamen daar nieuwe steden bij als Almere, Emmen en Zoetermeer. Gek genoeg werd de ruimtelijke ordening van de vele steden die Nederland rijk is nog nooit op uniforme wijze in kaart gebracht en vergeleken. In deze atlas wordt dat eindelijk gedaan. Aan de hand van nieuw getekende kaartenreeksen en ander fraai beeld materiaal wordt een overzicht gegeven van de groei en krimp van de Nederlandse steden van hun otstaan tot heden. In een rijk geillustreerd en prettig leesbaar betoog analysren de stedenspecialisten Abrahamse en Rutte duizend jaar stedenbouwkundige ontwikkeling.