Deventer kwam bepaald niet ongeschonden uit de oorlog. De woningnood was aanzienlijk en er moest dus veel gebouwd worden. De beschadigde panden moesten worden hersteld en overal waar plaats was, moesten nieuwe huizen komen, tussen de bestaande bebouwing en op onbebouwde terreinen aan de rand van de stad. De Stichting Oud Deventer wil met deze publicatie de aandacht vestigen op het belang van de nieuwe architectuur en de stedenbouwkundige projecten uit de wederopbouwperiode. Licht, lucht en ruimte in Deventer. Wederopbouwarchitectuur 1945-1963 laat zien hoe in Deventer landelijke ontwikkelingen en tendensen hun beslag kregen. De nadruk kwam te liggen op een ruime, groene woonomgeving en royale vensters om het buitenlicht toegang tot de woning te verschaffen. Een ander belangrijk thema in het boek is de wijkgedachte: de wijken moesten zo worden ingericht dat de bewoners zich er thuis zouden voelen en zo niet verloren gingen in de anonieme grote stad.