De Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst van 1842 tot 1892 : 'De "Maatschappij tot Aanmoediging der Bouwkunde", en de toestand der bouwkunst in den aanvang der 19e eeuw'

OTYPE=R : tolluscompleet.txt : 00001 | De auteur vermeldt dat de Maatschappij tot Aanmoediging der Bouwkunde prijsvragen uitschreef en plaatwerken uitgaf van bekroonde ontwerpen. Tot deze ontwerpen behoren projecten van: P. Adams, J.b. Rudd, J. van Straaten, T.F. Suys, J.E. ter Winkel, C.C. Verweyde, A.E. Jolly, J. van Gierdeboom en G. van der Jagt. De verhandeling, die C. de Puydt gaf als antwoord op de vraag hoe een leerboek voor de bouwkunde zou moeten zijn, wordt besproken. De auteur geeft een korte levensloop van de volgende architecten en bespreekt hun werk: P. Adams, A. Tollus, T.F. Suys, J. de Greef, J.D. Zocher, H. en S.A. van Lunteren, Chr. Kramm, Z. Reyers, J.O. Husley, A. Noordendorp, A. Bruinsma, G.F. (Jan) Giudici, C. Alewijn, P. Duyvené en Trinquetti. Van Tollus' werk wordt de St. Willibrorduskerk te Den Haag (1821-1822) en de R.K. kerken te Rijsenburg en Schiedam genoemd. De auteur geeft ook aan dat P.J. Goetghebuer enkele van de genoemde bouwwerken in plaat heeft uitgebracht (waaronder de St. Willibrorduskerk van Tollus). Het antwoord van D.D. Büchler op een prijsvraag, die de Maatschappij van fraaie Kunsten en Wetenschappen uitschreef, wordt uitvoerig besproken. Het gaat hier om deel 38 van de Bouwkundige Bijdragen.

De Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst van 1842 tot 1892 : 'De "Maatschappij tot Aanmoediging der Bouwkunde", en de toestand der bouwkunst in den aanvang der 19e eeuw'

OTYPE=R : tolluscompleet.txt : 00001 | De auteur vermeldt dat de Maatschappij tot Aanmoediging der Bouwkunde prijsvragen uitschreef en plaatwerken uitgaf van bekroonde ontwerpen. Tot deze ontwerpen behoren projecten van: P. Adams, J.b. Rudd, J. van Straaten, T.F. Suys, J.E. ter Winkel, C.C. Verweyde, A.E. Jolly, J. van Gierdeboom en G. van der Jagt. De verhandeling, die C. de Puydt gaf als antwoord op de vraag hoe een leerboek voor de bouwkunde zou moeten zijn, wordt besproken. De auteur geeft een korte levensloop van de volgende architecten en bespreekt hun werk: P. Adams, A. Tollus, T.F. Suys, J. de Greef, J.D. Zocher, H. en S.A. van Lunteren, Chr. Kramm, Z. Reyers, J.O. Husley, A. Noordendorp, A. Bruinsma, G.F. (Jan) Giudici, C. Alewijn, P. Duyvené en Trinquetti. Van Tollus' werk wordt de St. Willibrorduskerk te Den Haag (1821-1822) en de R.K. kerken te Rijsenburg en Schiedam genoemd. De auteur geeft ook aan dat P.J. Goetghebuer enkele van de genoemde bouwwerken in plaat heeft uitgebracht (waaronder de St. Willibrorduskerk van Tollus). Het antwoord van D.D. Büchler op een prijsvraag, die de Maatschappij van fraaie Kunsten en Wetenschappen uitschreef, wordt uitvoerig besproken. Het gaat hier om deel 38 van de Bouwkundige Bijdragen.