J. van Looy

OTYPE=R : looyjvanincompleet.txt : 00500 | "J. van Looy. Den 14den van deze maand overleed te Kleef, waar hij tot herstel van een ernstige ziekte vertoefde, de architect J. van Looy bij de Amsterdamsche vakgenooten wel bekend. J. van Looy zocht weinig omgang in bouwkundige vereenigingen, slechts korten tijd nam hij deel aan den werkkring van de afdeeling Amsterdam van de Maatschappij tot bevordering der bouwkunst, wel waardeerde hij de Vereeniging Arti et Amicitia [sic] waar hij ook aan het Bestuur heeft deelgenomen. Hierdoor kenden vele bouwkundigen hem niet anders dan uit zijn werken en die waren velen in aantal. Het gebouw van de New-York hoek Kezersgracht en Leidschestraat, een winkelgebouw in diezelfde straat bij de Prinsengracht, een op het Leidscheplein hoek Marnixkade, op de Heiligenweg van Schakel, op het Rokin en het Damrak, de boekhandels van Schröder en de Lange eveneens Damrak een meubelmagazijn, op de Weesperstraat een apotheek, op de Binnen-Amstel een tabakshuis, in de Nes verkooplokaal en tabakskantoren, aan de Zaan woningen, in Hilversum en Abcoude evenzoo, en tal van woningen in de hoofdstad, terwijl het gebouw van de Elizabeth Otter Knoll stichting, tot zijn nagenoeg laatste en meest uitvoerige bouwwerk behoorde. J. van Looy was een van hen, die bij de beroepskeuze op de wegpaal konden lezen 'Wilt gij er komen, doet zulks dan door eigen wil en initiatief'. Het onderwijs in den tijd toen hij begon was slechts op bescheiden schaal waar te nemen, door eigen studie en zelfvorming moest hij zich den weg banen, gevolgd door hen die de school in Delft niet bezochten en van Looy bewees dat het mogelijk was met volharding op die wijze er te komen. Al getuigen zijne stichtingen niet van groote monumentaliteit, omdat de aard en omvang daartoe geen gelegenheid gaf, toch zit in al zijn werk iets, dat de aandacht vraagt en met welgevallen aanschouwd wordt. Op prijsvraaggebied begaf hij zich weinig, eenmaal bij de prijsvraag boor het Maatschappij-gebouw van de Maatschappij voor den Wekenden Stand te Amsterdam, trokl hij mede op en zag zich loffelijk vermeld. Veel pleit er us vootr, dat met waarderring herdacht wordt, hij die van ons heen ging en waarvan de kring steeds kleriner wordt, maar waarvan getuigt kan worden, met eere in het vak werkzaam te zijn geweest."

J. van Looy

OTYPE=R : looyjvanincompleet.txt : 00500 | "J. van Looy. Den 14den van deze maand overleed te Kleef, waar hij tot herstel van een ernstige ziekte vertoefde, de architect J. van Looy bij de Amsterdamsche vakgenooten wel bekend. J. van Looy zocht weinig omgang in bouwkundige vereenigingen, slechts korten tijd nam hij deel aan den werkkring van de afdeeling Amsterdam van de Maatschappij tot bevordering der bouwkunst, wel waardeerde hij de Vereeniging Arti et Amicitia [sic] waar hij ook aan het Bestuur heeft deelgenomen. Hierdoor kenden vele bouwkundigen hem niet anders dan uit zijn werken en die waren velen in aantal. Het gebouw van de New-York hoek Kezersgracht en Leidschestraat, een winkelgebouw in diezelfde straat bij de Prinsengracht, een op het Leidscheplein hoek Marnixkade, op de Heiligenweg van Schakel, op het Rokin en het Damrak, de boekhandels van Schröder en de Lange eveneens Damrak een meubelmagazijn, op de Weesperstraat een apotheek, op de Binnen-Amstel een tabakshuis, in de Nes verkooplokaal en tabakskantoren, aan de Zaan woningen, in Hilversum en Abcoude evenzoo, en tal van woningen in de hoofdstad, terwijl het gebouw van de Elizabeth Otter Knoll stichting, tot zijn nagenoeg laatste en meest uitvoerige bouwwerk behoorde. J. van Looy was een van hen, die bij de beroepskeuze op de wegpaal konden lezen 'Wilt gij er komen, doet zulks dan door eigen wil en initiatief'. Het onderwijs in den tijd toen hij begon was slechts op bescheiden schaal waar te nemen, door eigen studie en zelfvorming moest hij zich den weg banen, gevolgd door hen die de school in Delft niet bezochten en van Looy bewees dat het mogelijk was met volharding op die wijze er te komen. Al getuigen zijne stichtingen niet van groote monumentaliteit, omdat de aard en omvang daartoe geen gelegenheid gaf, toch zit in al zijn werk iets, dat de aandacht vraagt en met welgevallen aanschouwd wordt. Op prijsvraaggebied begaf hij zich weinig, eenmaal bij de prijsvraag boor het Maatschappij-gebouw van de Maatschappij voor den Wekenden Stand te Amsterdam, trokl hij mede op en zag zich loffelijk vermeld. Veel pleit er us vootr, dat met waarderring herdacht wordt, hij die van ons heen ging en waarvan de kring steeds kleriner wordt, maar waarvan getuigt kan worden, met eere in het vak werkzaam te zijn geweest."