Wonen en levenskunst grenzen aan elkaar : Bibeb sprak met binnenhuisarchitecte Cora Nicolaï

OTYPE=R : chailletcompleet.txt : 00393 | Bij de foto beschrijft Bibeb de kleuren van haar interieur: rode gordijnen, mais-geel kunstleer op bank en stoelen, bruine vloer, zwarte tafel, rode muur achter boeken, grijswitte bakstenen muren ertegenover. Nicolaï-Chaillet heeft groengrijze ogen en rossig haar. Genoemd wordt haar boekje 'Woon prettig en praktisch', waarin geen recepten worden gegeven: 'want wonen is niet voor te schrijven. Wonen en levenskunst grenzen aan elkaar'. De stoel van Pierre Jansen (1887) in zijn werkkamer van het Schiedamse Stedelijk Museum is aanleiding tot opmerkingen over antiek of modern. Ze moppert op Lineoleum Krommenie die adverteert met linoleum dat de ideale ondergrond voor antieke meubels zou zijn. 'Je moet de klok niet terug zetten. Niemand leeft lang. Je krijgt de gelegenheid om een stapje verder te denken. Doe je dat niet, dan mis je een kans.' Plaatsing van meubels vindt ze belangrijker dan de meubels zelf. Bij een opdracht vraagt ze de bewoners altijd eerst op te schrijven wat er in huis gebeurt en zelf begint ze altijd met het tekenen van een plattegrond. De mensen zullen volgens haar ook ruimtelijker gaan denken. 'De hele vormgeving is [immers] gebaseerd op ruimtelijke relatie'. Op Bibebs opmerking dat antiek weer 'in' is, reageert ze met een verklaring dat men uit is op 'leuke mazzeltjes' en 'waardevolle dingen inpikken', maar dat is niet uitgaan van wonen. De eerste meubels die zijzelf kocht waren rotan meubels: 'zonder kussentjes, zodat je er dwars doorheen kunt kijken, ze zijn ook lekker in een kleine ruimte'. Ze kritiseert de beperkte benadering van de woonflats die gebaseerd zijn op de functies slapen, wonen, koken, zitten, terwijl je in een huis nog zoveel andere dingen moet kunnen doen. Illustraties: portretfoto/Nicolaï-Chaillet, C.

Wonen en levenskunst grenzen aan elkaar : Bibeb sprak met binnenhuisarchitecte Cora Nicolaï

OTYPE=R : chailletcompleet.txt : 00393 | Bij de foto beschrijft Bibeb de kleuren van haar interieur: rode gordijnen, mais-geel kunstleer op bank en stoelen, bruine vloer, zwarte tafel, rode muur achter boeken, grijswitte bakstenen muren ertegenover. Nicolaï-Chaillet heeft groengrijze ogen en rossig haar. Genoemd wordt haar boekje 'Woon prettig en praktisch', waarin geen recepten worden gegeven: 'want wonen is niet voor te schrijven. Wonen en levenskunst grenzen aan elkaar'. De stoel van Pierre Jansen (1887) in zijn werkkamer van het Schiedamse Stedelijk Museum is aanleiding tot opmerkingen over antiek of modern. Ze moppert op Lineoleum Krommenie die adverteert met linoleum dat de ideale ondergrond voor antieke meubels zou zijn. 'Je moet de klok niet terug zetten. Niemand leeft lang. Je krijgt de gelegenheid om een stapje verder te denken. Doe je dat niet, dan mis je een kans.' Plaatsing van meubels vindt ze belangrijker dan de meubels zelf. Bij een opdracht vraagt ze de bewoners altijd eerst op te schrijven wat er in huis gebeurt en zelf begint ze altijd met het tekenen van een plattegrond. De mensen zullen volgens haar ook ruimtelijker gaan denken. 'De hele vormgeving is [immers] gebaseerd op ruimtelijke relatie'. Op Bibebs opmerking dat antiek weer 'in' is, reageert ze met een verklaring dat men uit is op 'leuke mazzeltjes' en 'waardevolle dingen inpikken', maar dat is niet uitgaan van wonen. De eerste meubels die zijzelf kocht waren rotan meubels: 'zonder kussentjes, zodat je er dwars doorheen kunt kijken, ze zijn ook lekker in een kleine ruimte'. Ze kritiseert de beperkte benadering van de woonflats die gebaseerd zijn op de functies slapen, wonen, koken, zitten, terwijl je in een huis nog zoveel andere dingen moet kunnen doen. Illustraties: portretfoto/Nicolaï-Chaillet, C.