Het fantastische van het alledaagse : Adriaan Geuze landschapsarchitect [video]

"Wie nu in Nederland landschapsarchitectuur zegt, zegt Adriaan Geuze. Met zijn Rotterdamse bureau West 8 is hij in korte tijd een toonaangevende denker over en ontwerper van de openbare ruimte geworden. West 8 heeft landschapsarchitectuur opgerekt tot een veelomvattende discipline waaronder behalve de gebruikelijke tuinen en parken, ook stadspleinen, stedenbouwkundige plannen en tot nadenken stemmende tentoonstellingen vallen. Voor Kunstkanaal maakten regisseur Margit Tamás en architectuurcriticus Bart Lootsma een veertig minuten durende portret van Adriaan Geuze, wonderkind van het Nederlandse landschap. Die lappendeken van structuren, dat bewegende Mondriaan - ze zitten ons diep in het bloed, zegt Geuze, terwijl beelden vanuit een zeppelin zijn betoog kracht bijzetten. Hij roemt 's lands ingenieurstraditie: “Het Nederlandse landschap en de natuur zijn gemaakt door ingenieurs en pragmatisch handelen. Die botte heroïsche ambitie heeft een mooi resultaat.” In zijn opvatting zijn landschap en stad niet elkaars tegenstrever, maar zijn beide het product van het verlangen en de noodzaak om te bouwen, te verbouwen, te wonen. “Elke generatie gebruikt het landschap op zijn eigen manier”, zegt hij. “Waar eens koeien werden gestald staan nu caravans.” Het vlakke land wordt er voor hem interessanter op als er 'objecten' in staan: een kerk, een fabriek. Door onze toenemende mobiliteit beleven we ook steeds vaker het landschap, dat zich als een panorama voor ons ontrolt. Toen Geuze in 1995 de Sikkensprijs kreeg wijdde hij zijn lezing, samen met een korte film van Hans Keller, aan vorm en betekenis van de snelweg. In kort bestek behandelt de film vam Tamás een aantal plannen van West 8. Op het voorplein van het bureau van architect Erick van Egeraat kwam 'het kleinste bos van Nederland', bij Schiphol komen honderdduizenden bomen en grote schalen met seizoensbloemen “zoals bij je oma”. Voor het kunstmatige Amsterdamse eiland Borneo/Sporenburg maakte het bureau een stedenbouwkundig plan waarin wordt geëxperimenteerd met een voor Nederland uitzonderlijke hoge dichtheid aan nieuwe woningen. Dat plan heeft opmerkelijke overeenkomsten met die voor de tuin rondom de VSB-wolkenkrabber in Utrecht, waar grote roodgraniete blokken tussen lange stroken buxushagen staan. Adriaan Geuze spreekt beeldend en poëtisch over het Nederlandse landschap, maar in de praktijk kan het intellectualisme van zijn plannen uitmonden in onherbergzame openbare ruimten, zoals het Rotterdamse Schouwburgplein en de Binnenrotte. Door de strakke formule van de film - statements en beelden - hebben redacteur en regisseur zichzelf de mogelijkheid ontnomen kritische vragen te stellen. Hoe interessant Geuze's ideeën en ontwerpen ook zijn, hij is bij klakkeloze bewondering niet gebaat." Recensie vanTracy Metz in het NRC, 17 mei 1997

Het fantastische van het alledaagse : Adriaan Geuze landschapsarchitect [video]

"Wie nu in Nederland landschapsarchitectuur zegt, zegt Adriaan Geuze. Met zijn Rotterdamse bureau West 8 is hij in korte tijd een toonaangevende denker over en ontwerper van de openbare ruimte geworden. West 8 heeft landschapsarchitectuur opgerekt tot een veelomvattende discipline waaronder behalve de gebruikelijke tuinen en parken, ook stadspleinen, stedenbouwkundige plannen en tot nadenken stemmende tentoonstellingen vallen. Voor Kunstkanaal maakten regisseur Margit Tamás en architectuurcriticus Bart Lootsma een veertig minuten durende portret van Adriaan Geuze, wonderkind van het Nederlandse landschap. Die lappendeken van structuren, dat bewegende Mondriaan - ze zitten ons diep in het bloed, zegt Geuze, terwijl beelden vanuit een zeppelin zijn betoog kracht bijzetten. Hij roemt 's lands ingenieurstraditie: “Het Nederlandse landschap en de natuur zijn gemaakt door ingenieurs en pragmatisch handelen. Die botte heroïsche ambitie heeft een mooi resultaat.” In zijn opvatting zijn landschap en stad niet elkaars tegenstrever, maar zijn beide het product van het verlangen en de noodzaak om te bouwen, te verbouwen, te wonen. “Elke generatie gebruikt het landschap op zijn eigen manier”, zegt hij. “Waar eens koeien werden gestald staan nu caravans.” Het vlakke land wordt er voor hem interessanter op als er 'objecten' in staan: een kerk, een fabriek. Door onze toenemende mobiliteit beleven we ook steeds vaker het landschap, dat zich als een panorama voor ons ontrolt. Toen Geuze in 1995 de Sikkensprijs kreeg wijdde hij zijn lezing, samen met een korte film van Hans Keller, aan vorm en betekenis van de snelweg. In kort bestek behandelt de film vam Tamás een aantal plannen van West 8. Op het voorplein van het bureau van architect Erick van Egeraat kwam 'het kleinste bos van Nederland', bij Schiphol komen honderdduizenden bomen en grote schalen met seizoensbloemen “zoals bij je oma”. Voor het kunstmatige Amsterdamse eiland Borneo/Sporenburg maakte het bureau een stedenbouwkundig plan waarin wordt geëxperimenteerd met een voor Nederland uitzonderlijke hoge dichtheid aan nieuwe woningen. Dat plan heeft opmerkelijke overeenkomsten met die voor de tuin rondom de VSB-wolkenkrabber in Utrecht, waar grote roodgraniete blokken tussen lange stroken buxushagen staan. Adriaan Geuze spreekt beeldend en poëtisch over het Nederlandse landschap, maar in de praktijk kan het intellectualisme van zijn plannen uitmonden in onherbergzame openbare ruimten, zoals het Rotterdamse Schouwburgplein en de Binnenrotte. Door de strakke formule van de film - statements en beelden - hebben redacteur en regisseur zichzelf de mogelijkheid ontnomen kritische vragen te stellen. Hoe interessant Geuze's ideeën en ontwerpen ook zijn, hij is bij klakkeloze bewondering niet gebaat." Recensie vanTracy Metz in het NRC, 17 mei 1997