(Bonas essay) F.J. Gouwetor (1903-1972) J.A. Kuiper (1907-2003), Frits Johan Gouwetor (1903-1972) en jhr. J. de Ranitz (1909-1993) vormen na de Tweede Wereldoorlog samen een architectenbureau. Kuiper studeert in 1933 af aan de Technische Hogeschool (TH) in Delft en wordt vervolgens medewerker bij Stad en Landschap in Zuid-Holland. In 1938 treedt hij in dienst bij het architectenbureau van Granpré Molière, Verhagen & Kok. Vanaf 1940 vormt hij samen met Verhagen een bureau, waar Gouwetor (in 1935 afgestudeerd aan de TH) en jhr. De Ranitz (in 1934 aan de TH afgestudeerd) zich bij voegen. Verhagen overlijdt in 1950 en het bureau krijgt de naam Kuiper, Gouwetor & Verhagen, later voortgezet onder de naam Kuiper, Gouwetor & De Ranitz. Het bureau speelt een belangrijke rol in de Rotterdamse wederopbouw. Zo komt het stedenbouwkundig ontwerp voor de wijk Honderd en Tien Morgen van de tekentafel van het bureau. Eén van de partners, F.J. Gouwetor, realiseert in samenwerking met P. Mulder het Calandlyceum (1957-1962) in deze wijk. Dit gebouw combineert een moderne paviljoenopzet met een traditionele halschool. Het zakelijk en functioneel uitgewerkte gebouw verzoent hiermee twee tendensen in de scholenbouw. Het bureau neemt ook de bejaardenwoningen aan de Slinge voor zijn rekening en de laagbouw in de middenstroken van de wijk Pendrecht. Buiten Rotterdam realiseert het bureau onder meer de Technische School in Hoorn (1956-1959), een van de weinige gebouwen die hier het Nieuwe Bouwen vertegenwoordigen.