Riele, Wolter A.M. te (Gzn.)

.W.A.M. te Riele (1867-1937) Wolter A.M. te Riele leerde de beginselen van het vak van zijn vader, de architect G. te Riele. Later werd hij een leerling van P.J.H. Cuypers. Als aanhanger van de Nederlandse neogothiek behoorde Te Riele met P.J.H. Cuypers, Joseph Th.J. Cuypers en Jan Stuyt tot de laatste generatie traditionalisten. H.P.R. Rosenberg vermeldt in zijn boek De 19de-eeuwse kerkelijke bouwkunst in Nederland ('s-Gravenhage 1972) dat Wolter te Riele evenals zijn vader voornamelijk in Gelderland en Overijssel bouwde, en een enkele maal daarbuiten, zoals in Hilversum en in Gestel bij Eindhoven. Uit de provincie-aanduiding in de oeuvrecatalogus blijkt dat dit wel opgaat voor zijn vele restauratiewerken, maar niet helemaal of zelfs helemaal niet voor zijn nieuwbouwprojecten. Opmerkelijk is ook Te Rieles werk als restaurateur, van met name de Groote- of Sint-Lebuïnuskerk in Deventer, de Martinuskerk in Doesburg en de toren van de Sint-Catharinakerk in Doetinchem

Riele, Wolter A.M. te (Gzn.)

.W.A.M. te Riele (1867-1937) Wolter A.M. te Riele leerde de beginselen van het vak van zijn vader, de architect G. te Riele. Later werd hij een leerling van P.J.H. Cuypers. Als aanhanger van de Nederlandse neogothiek behoorde Te Riele met P.J.H. Cuypers, Joseph Th.J. Cuypers en Jan Stuyt tot de laatste generatie traditionalisten. H.P.R. Rosenberg vermeldt in zijn boek De 19de-eeuwse kerkelijke bouwkunst in Nederland ('s-Gravenhage 1972) dat Wolter te Riele evenals zijn vader voornamelijk in Gelderland en Overijssel bouwde, en een enkele maal daarbuiten, zoals in Hilversum en in Gestel bij Eindhoven. Uit de provincie-aanduiding in de oeuvrecatalogus blijkt dat dit wel opgaat voor zijn vele restauratiewerken, maar niet helemaal of zelfs helemaal niet voor zijn nieuwbouwprojecten. Opmerkelijk is ook Te Rieles werk als restaurateur, van met name de Groote- of Sint-Lebuïnuskerk in Deventer, de Martinuskerk in Doesburg en de toren van de Sint-Catharinakerk in Doetinchem