Hamdorff, Wouter Christiaan

Architect Wouter Christiaan Hamdorff sr. (1890-1965) door M.E.Th. Estourgie-Beijer Wouter Christiaan Hamdorff werd op 12 september 1890 te Laren (NH) geboren als kind van Chris Hamdorff en Teunisje Schram. Hij had vier zussen, Leen, Truus, Ida en Jo en een broer Gerrit, die jong gestorven is. Het gezin beleed de Nederlands Hervormde godsdienst, maar Wouter is zelf nooit erg kerks geweest. Vader Chris dreef een stalhouderij in Laren en was 's winters vooral als rijtuigmaker werkzaam. Aanvankelijk kon hij hiermee net de kost voor zijn gezin verdienen, maar hij was zo verknocht aan zijn paarden dat hij niet de visie heeft gehad tijdig over te schakelen van paard en wagen naar auto's en de inkomsten werden dan ook steeds minder. Wouter moest zodoende al jong zijn vader helpen en verdiende daarnaast nog iets extra's in het logement van zijn oom, de legendarische Jan Hamdorff. Laren, dat tot de zeventiger jaren van de vorige eeuw maar een klein dorpje was van boeren en wevers, werd in die tijd ontdekt door de schilder Jozef Israëls (1824-1911), die getroffen werd door de ongereptheid en schoonheid ervan. Hij is degene geweest die de kunstenaars op Laren geattendeerd heeft en vooral veel schilders gingen naar Laren toe om in de inspirerende omgeving te werken. Door de aanleg in 1874 van de Gooische Stoomtram waren de Gooise dorpen makkelijk bereikbaar geworden. Jan Hamdorff ontving de kunstenaars in zijn logement "de Vergulde Postwagen". Het werd het middelpunt van het artistieke leven in Laren, niet in de laatste plaats door de kleurrijke figuur van Jan Hamdorff. Omstreeks de eeuwwisseling bouwde hij het inmiddels te klein geworden logement uit tot het grote "Hotel Hamdorff". Als klein jongetje was Wouter bijna dagelijks in het hotel en liet "Kroegje" te vinden om zijn oom te helpen. Mogelijk is al in deze vroege jeugdjaren de kiem gelegd voor de wijze waarop Wouter later de architectuur zou benaderen namelijk primair vanuit een esthetische visie en met een grote liefde voor het ambachtelijke. Deze benaderingswijze is rechtstreeks terug te voeren tot het artistieke milieu waarin hij bij zijn oom verkeerde en het ambachtelijke bedrijf van zijn vader, de rijtuigmaker. Daar zijn vader niets aan zijn verdere scholing kon bijdragen, ging hij na de lagere school in de leer bijeen timmerman-aannemer in Bussum, waar hij echter, zoals hij zelf later zou zeggen, niet veel geleerd heeft. Op veertienjarige leeftijd kon hij toch onderwijs gaan volgen aan de ambachtsschool in Utrecht, om vervolgens als timmerman onder architect H.C. Elzinga in Laren te gaan werken. Het was Elzinga die hem de grondbeginselen van de bouwkunst heeft bijgebracht en hem heeft leren aquarelleren. Veel langer dan twee jaar kan dit dienstverband niet geduurd hebben. Immers op ongeveer twintigjarige leeftijd solliciteerde Hamdorff naar een opzichtersplaats in Wezep, op de Veluwe, nadat hij ondertussen ook nog zijn dienstplicht vervuld had. De opzichtersplaats betrof de bouw van een kerk en men moet wel veel vertrouwen in hem gesteld hebben om hem op zo jonge leeftijd en met nog zo weinig ervaring op een dergelijke post aan te stellen. Toen de kerk eenmaal voltooid was, bleef Wouter in Wezep waar hij als timmerman-opzichter bij de bouw van enkele villa's betrokken was. Van het geld dat hij hiermee verdiende kon hij zijn verdere opleiding aan een avondschool bekostigen. Het juiste jaartal van zijn terugkeer naar Laren is niet bekend, maar 1915 of 1916 lijkt aannemelijk. Immers de architect W.M. Dudok (1884-1974) had in 1915 de functie aanvaard van directeur van publieke werken van de gemeente Hilversum en Wouter Hamdorff kreeg bij terugkomst een aanstelling als tekenaar bij Dudok. Aan het einde van de eerste wereldoorlog werd hij gemobiliseerd en in Vianen gelegerd. Na de oorlog heeft hij zich in 1918 als zelfstandig architect te Laren gevestigd. In 1916 huwde hij met Jo van der Bergh, afkomstig uit Haarlem en het paar kon aan de Torenlaan in Laren een paar kamers in een boerderij huren. Van de kunstenaars die hij bij zijn oom had leren kennen en waarmee hij bevriend was geraakt kwamen de eerste opdrachten. Veel van zijn vroegste ontwerpen zijn atelierhuisjes, waarbij de kleine Gooise boerderijtjes en daglonershuisjes een inspiratiebron vormden. Laren was in deze tijd allang niet meer het boeren- en kunstenaarsdorp uit zijn jeugd. Veel welgestelden hadden zich vanuit Amsterdam in het Gooi en Laren gevestigd. In deze kring van industriëlen en handelslieden vielen Hamdorffs ontwerpen zeer in de smaak. Vanaf 1920 werden de opdrachten steeds talrijker en ze waren ook groter dan voorheen. Zijn ontwerpen uit deze jaren worden gekenmerkt door een romantisch expressionisme dat verwantschap vertoont met de Amsterdamse School. Met velen van deze opdrachtgevers raakte Hamdorff bevriend en deze vriendschappen zouden vaak een levenlang duren. Met een derde groepering die zich in Laren en Blaricum gevestigd had, nazaten van de Christen-anarchisten onder leiding van professor J. van Rees voelde Wouter Hamdorff veel minder affiniteit. Hun levenswijze was gebaseerd op een intellectuele gedachtenwereld die ver van de bohemienachtige, maar toch ook boersnuchtere Hamdorff afstond. Hij heeft met de leden van deze groepering geen vriendschappelijke noch zakelijke banden gehad. Zijn eerste grote opdracht in 1919-1922 vormde de bouw van het landhuis "Herdershoeve" te Laren en van het honorarium dat hij hiervoor ontving bouwde hij zijn eigen huis aan de Zevenenderdrift in Laren. Zijn in 1918 geboren zoon Wouter, later Jaap genaamd, mocht als driejarige de eerste steen leggen. Wouter en Jo Hamdorff kregen ook een dochter, Els, die in 1920 geboren werd. In de jaren die nu volgden ontwikkelde Hamdorff een enorme bouwactiviteit. Niet alleen vanuit het Gooi, maar vanuit heel Nederland en zelfs het buitenland kwamen de opdrachten binnen. Wouter kon het werk niet meer alleen aan en nam daarom verscheidene tekenaars in dienst, waaronder Daan Horn. de Koning, P.C. van Uchelen, en later Lex Briedé. Sommigen van hen zoals P.C. van Uchelen en Daan Horn, kregen later zelf een architectenpraktijk. Tot aan het uitbreken van de tweede wereldoorlog bleven de opdrachten binnenstromen. In de dertiger jaren is er een duidelijke stijlverandering aan te wijzen in Hamdorffs werken. Zijn ontwerpen worden strakker en soberder van vorm. maar blijven toch steeds vanuit een romantische opvatting geconcipieerd. Een van de hoogtepunten uit deze jaren is het winnen van de prijsvraag en de daaruit voortvloeiende opdracht voor het Watertorencomplex te Laren van de Provinciale Waterleiding Maatschappij Noord-Holland (P.W.N.). In 1947 stierf zijn vrouw Jo. Wouter hertrouwde met Wil Visser. Zijn zoon Jaap, die ook voor een loopbaan als architect had gekozen, kreeg de leiding van een tweede kantoor dat in Rotterdam gevestigd werd. Wouter Hamdorff was namelijk een samenwerkingsverband aangegaan niet de Rotterdamse architect A. Krijgsman. Deze samenwerking heeft slechts enkele jaren geduurd. Hamdorff en Krijgsman hadden als mens grote waardering voor elkaar, maar in hun opvattingen over architectuur stonden ze te ver van elkaar elkaar om de samenwerking tot een vruchtbare te maken. Stilistisch wordt Hamdorffs naoorlogse periode, wat zijn landhuisarchitectuur betreft. gekenmerkt door een teruggrijpen naar de eenvoud van de oorspronkelijke regionale bebouwing, maar in pure ornamentloze vorm. Er is een verschuiving aan te wijzen naar grotere opdrachten voor openbare gebouwen en utilitaire bouwwerken, een gebied dat zeker niet nieuw voor hem was. Zo werd de periode 1950 tot 1960 voor een groot deel in beslag genomen door de bouw van het museum en de concertzaal voor de "Singer Memorial Foundation" (1953-1956) te Laren en het stuwencomplex bij Hagestein (1956-1960). Hamdorffs betrokkenheid bij een bouwwerk ging vaak verder dan de architectuur alleen. Vanwege zijn groot esthetisch `gevoel werd regelmatig een beroep op hem gedaan om voor de grote landhuizen interieuradviezen te geven en in enkele gevallen ontwierp hij ook het meubilair en de verlichting. Er zijn zelfs scheepsinterieurs voor de Holland Amerika Lijn van zijn hand. Omdat een van de belangrijkste gegevens voor hem hij het ontwerpen de natuurlijke omgeving van het te bebouwen terrein was, lag het voor de hand dat ook vaak de tuinaanleg rond de gebouwen in zijn ontwerp werd opgenomen. Naast zijn eigen praktijk als bouwmeester trad hij op als lid van de schoonheidsconunissies van de gemeenten Amstelveen. Baarn. Bussum. Laren en Soest. Van de gemeente Huizen was hij supervisor en na de tweede wereldoorlog werd hij benoemd tot inspecteur van de Boerderijwederopbouw in de provincie Zeeland. Met enkele collega's onderhield hij vriendschappelijke contacten. Zo musiceerde hij met H.C. Elzinga en Jan Rebel en bleef de vriendschap met Klaas van de Berg, die dateerde uit de tijd dat ze samen als tekenaar hij Dudok werkten. Bewust heeft hij echter nooit zijn vrienden onder zijn collegas gezocht. Hij praatte niet graag over zijn eigen werk evenmin als over architectuur-theoretische onderwerpen. Via de vaktijdschriften bleef hij op de hoogte van de architectonische ontwikkelingen in Nederland en elders. Zo veel mogelijk ging hij de nieuwste uitingen van bouwkunst bekijken en menig uitstapje met zijn zoon had een recent bouwwerk van een collega als doel. Door zijn vele buitenlandse reizen. vooral in WestEuropa. nam hij kennis van de traditioneel inheemse bouwkunsten en tevens van de eigentijdse bouwwerken in die landen. In liet sociale leven van Laren en het Gooi was Wouter Hamdorff een graag geziene gast. Hij was het type van de bourgondiër, de uitbundige levensgenieter, die graag gasten ontving, zelf te gast ging en feestte. Het best voelde hij zich thuis in het bohemien-milieu van de kunstenaars. Talloze vrienden telde hij onder hen, waarvan ons maar enkele namen te noemen:Frans Langeveld, David Schulman, E. ten Harmsen- van der Beek en Charlotte Kohler. Frans Langeveld en zijn gezin woonden achter de Hamdorffs en hun kinderen groeiden gezamenlijk op. Ook echter onder de industriëlen en handelslieden die zich in Laren gevestigd hadden had hij zijn vrienden. Deze vriendschappen varen vaak ontstaan in de periode van overlag tussen bouwheer en bouwmeester. Hamdorffs huis in Laren was altijd vol gasten en logé's, die soms maandenlang bleven. Op het hoogtepunt van zijn carrière in de twintiger en dertiger jaren verdiende hij aanzienlijke sommen geld, maar hij gaf deze met even groot gemak weer tot de laatste cent uit. Zodoende laveerde het gezin steeds tussen perioden van welwaart en geldzorgen. Naast zijn werk was musiceren een van zijn meest geliefde bezigheden. Hij speelde altviool en wekelijks werd er hij hem thuis gemusiceerd niet een vaste vriendengroep. Het waren de toneelspeler Jan Musch, de violist Bram Mendel, Dick Vos, de latere directeur van het Noord Brabants Orkest, Van Dalen, directeur van de Watertoren en Cock de Graaff, de fotograaf. Hun huisconcerten waren in het hele Gooi bekend. Van heel andere aard was een tweede hobby. Wouter had namelijk een zeer grote belangstelling voor techniek, met een voorliefde voor stoommachines, auto's en motorfietsen. Heel wat tochtjes heeft hij gemaakt op zijn Harley Davidson, een van zijn familieleden achterop. Zijn laatste levensjaren, vanaf 1960, heeft hij helaas door ziekte niet meer kunnen werken of musiceren. Hij is op 28 september 1965 op vijfenzeventigjarige leeftijd gestorven en begraven op de Algemene Begraafplaats te Laren. Hamdorff ontwierp tijdens zijn carrière 250 landhuizen door geheel Nederland maar vooral in 't Gooi en De Bilt, grote wooncomplexen in Engeland en tal van andere projecten, die in de oeuvrelijst beschreven worden. Opleiding: Ambachtssschool Amsterdam/1907-1909;avondopleiding/ Nevenactiviteiten: Schoonheidscommissie Amstelveen/lid/;Schoonheidscommissie Baarn/lid/;Schoonheidscommissie Bussum/lid/;Schoonheidscommissie Laren/lid/;Schoonheidscommissie Soest/lid/;Gemeente Huizen (NH)/supervisor/;Provincie Zeeland/Inspecteur van de Boerderijwederopbouw/

Hamdorff, Wouter Christiaan

Architect Wouter Christiaan Hamdorff sr. (1890-1965) door M.E.Th. Estourgie-Beijer Wouter Christiaan Hamdorff werd op 12 september 1890 te Laren (NH) geboren als kind van Chris Hamdorff en Teunisje Schram. Hij had vier zussen, Leen, Truus, Ida en Jo en een broer Gerrit, die jong gestorven is. Het gezin beleed de Nederlands Hervormde godsdienst, maar Wouter is zelf nooit erg kerks geweest. Vader Chris dreef een stalhouderij in Laren en was 's winters vooral als rijtuigmaker werkzaam. Aanvankelijk kon hij hiermee net de kost voor zijn gezin verdienen, maar hij was zo verknocht aan zijn paarden dat hij niet de visie heeft gehad tijdig over te schakelen van paard en wagen naar auto's en de inkomsten werden dan ook steeds minder. Wouter moest zodoende al jong zijn vader helpen en verdiende daarnaast nog iets extra's in het logement van zijn oom, de legendarische Jan Hamdorff. Laren, dat tot de zeventiger jaren van de vorige eeuw maar een klein dorpje was van boeren en wevers, werd in die tijd ontdekt door de schilder Jozef Israëls (1824-1911), die getroffen werd door de ongereptheid en schoonheid ervan. Hij is degene geweest die de kunstenaars op Laren geattendeerd heeft en vooral veel schilders gingen naar Laren toe om in de inspirerende omgeving te werken. Door de aanleg in 1874 van de Gooische Stoomtram waren de Gooise dorpen makkelijk bereikbaar geworden. Jan Hamdorff ontving de kunstenaars in zijn logement "de Vergulde Postwagen". Het werd het middelpunt van het artistieke leven in Laren, niet in de laatste plaats door de kleurrijke figuur van Jan Hamdorff. Omstreeks de eeuwwisseling bouwde hij het inmiddels te klein geworden logement uit tot het grote "Hotel Hamdorff". Als klein jongetje was Wouter bijna dagelijks in het hotel en liet "Kroegje" te vinden om zijn oom te helpen. Mogelijk is al in deze vroege jeugdjaren de kiem gelegd voor de wijze waarop Wouter later de architectuur zou benaderen namelijk primair vanuit een esthetische visie en met een grote liefde voor het ambachtelijke. Deze benaderingswijze is rechtstreeks terug te voeren tot het artistieke milieu waarin hij bij zijn oom verkeerde en het ambachtelijke bedrijf van zijn vader, de rijtuigmaker. Daar zijn vader niets aan zijn verdere scholing kon bijdragen, ging hij na de lagere school in de leer bijeen timmerman-aannemer in Bussum, waar hij echter, zoals hij zelf later zou zeggen, niet veel geleerd heeft. Op veertienjarige leeftijd kon hij toch onderwijs gaan volgen aan de ambachtsschool in Utrecht, om vervolgens als timmerman onder architect H.C. Elzinga in Laren te gaan werken. Het was Elzinga die hem de grondbeginselen van de bouwkunst heeft bijgebracht en hem heeft leren aquarelleren. Veel langer dan twee jaar kan dit dienstverband niet geduurd hebben. Immers op ongeveer twintigjarige leeftijd solliciteerde Hamdorff naar een opzichtersplaats in Wezep, op de Veluwe, nadat hij ondertussen ook nog zijn dienstplicht vervuld had. De opzichtersplaats betrof de bouw van een kerk en men moet wel veel vertrouwen in hem gesteld hebben om hem op zo jonge leeftijd en met nog zo weinig ervaring op een dergelijke post aan te stellen. Toen de kerk eenmaal voltooid was, bleef Wouter in Wezep waar hij als timmerman-opzichter bij de bouw van enkele villa's betrokken was. Van het geld dat hij hiermee verdiende kon hij zijn verdere opleiding aan een avondschool bekostigen. Het juiste jaartal van zijn terugkeer naar Laren is niet bekend, maar 1915 of 1916 lijkt aannemelijk. Immers de architect W.M. Dudok (1884-1974) had in 1915 de functie aanvaard van directeur van publieke werken van de gemeente Hilversum en Wouter Hamdorff kreeg bij terugkomst een aanstelling als tekenaar bij Dudok. Aan het einde van de eerste wereldoorlog werd hij gemobiliseerd en in Vianen gelegerd. Na de oorlog heeft hij zich in 1918 als zelfstandig architect te Laren gevestigd. In 1916 huwde hij met Jo van der Bergh, afkomstig uit Haarlem en het paar kon aan de Torenlaan in Laren een paar kamers in een boerderij huren. Van de kunstenaars die hij bij zijn oom had leren kennen en waarmee hij bevriend was geraakt kwamen de eerste opdrachten. Veel van zijn vroegste ontwerpen zijn atelierhuisjes, waarbij de kleine Gooise boerderijtjes en daglonershuisjes een inspiratiebron vormden. Laren was in deze tijd allang niet meer het boeren- en kunstenaarsdorp uit zijn jeugd. Veel welgestelden hadden zich vanuit Amsterdam in het Gooi en Laren gevestigd. In deze kring van industriëlen en handelslieden vielen Hamdorffs ontwerpen zeer in de smaak. Vanaf 1920 werden de opdrachten steeds talrijker en ze waren ook groter dan voorheen. Zijn ontwerpen uit deze jaren worden gekenmerkt door een romantisch expressionisme dat verwantschap vertoont met de Amsterdamse School. Met velen van deze opdrachtgevers raakte Hamdorff bevriend en deze vriendschappen zouden vaak een levenlang duren. Met een derde groepering die zich in Laren en Blaricum gevestigd had, nazaten van de Christen-anarchisten onder leiding van professor J. van Rees voelde Wouter Hamdorff veel minder affiniteit. Hun levenswijze was gebaseerd op een intellectuele gedachtenwereld die ver van de bohemienachtige, maar toch ook boersnuchtere Hamdorff afstond. Hij heeft met de leden van deze groepering geen vriendschappelijke noch zakelijke banden gehad. Zijn eerste grote opdracht in 1919-1922 vormde de bouw van het landhuis "Herdershoeve" te Laren en van het honorarium dat hij hiervoor ontving bouwde hij zijn eigen huis aan de Zevenenderdrift in Laren. Zijn in 1918 geboren zoon Wouter, later Jaap genaamd, mocht als driejarige de eerste steen leggen. Wouter en Jo Hamdorff kregen ook een dochter, Els, die in 1920 geboren werd. In de jaren die nu volgden ontwikkelde Hamdorff een enorme bouwactiviteit. Niet alleen vanuit het Gooi, maar vanuit heel Nederland en zelfs het buitenland kwamen de opdrachten binnen. Wouter kon het werk niet meer alleen aan en nam daarom verscheidene tekenaars in dienst, waaronder Daan Horn. de Koning, P.C. van Uchelen, en later Lex Briedé. Sommigen van hen zoals P.C. van Uchelen en Daan Horn, kregen later zelf een architectenpraktijk. Tot aan het uitbreken van de tweede wereldoorlog bleven de opdrachten binnenstromen. In de dertiger jaren is er een duidelijke stijlverandering aan te wijzen in Hamdorffs werken. Zijn ontwerpen worden strakker en soberder van vorm. maar blijven toch steeds vanuit een romantische opvatting geconcipieerd. Een van de hoogtepunten uit deze jaren is het winnen van de prijsvraag en de daaruit voortvloeiende opdracht voor het Watertorencomplex te Laren van de Provinciale Waterleiding Maatschappij Noord-Holland (P.W.N.). In 1947 stierf zijn vrouw Jo. Wouter hertrouwde met Wil Visser. Zijn zoon Jaap, die ook voor een loopbaan als architect had gekozen, kreeg de leiding van een tweede kantoor dat in Rotterdam gevestigd werd. Wouter Hamdorff was namelijk een samenwerkingsverband aangegaan niet de Rotterdamse architect A. Krijgsman. Deze samenwerking heeft slechts enkele jaren geduurd. Hamdorff en Krijgsman hadden als mens grote waardering voor elkaar, maar in hun opvattingen over architectuur stonden ze te ver van elkaar elkaar om de samenwerking tot een vruchtbare te maken. Stilistisch wordt Hamdorffs naoorlogse periode, wat zijn landhuisarchitectuur betreft. gekenmerkt door een teruggrijpen naar de eenvoud van de oorspronkelijke regionale bebouwing, maar in pure ornamentloze vorm. Er is een verschuiving aan te wijzen naar grotere opdrachten voor openbare gebouwen en utilitaire bouwwerken, een gebied dat zeker niet nieuw voor hem was. Zo werd de periode 1950 tot 1960 voor een groot deel in beslag genomen door de bouw van het museum en de concertzaal voor de "Singer Memorial Foundation" (1953-1956) te Laren en het stuwencomplex bij Hagestein (1956-1960). Hamdorffs betrokkenheid bij een bouwwerk ging vaak verder dan de architectuur alleen. Vanwege zijn groot esthetisch `gevoel werd regelmatig een beroep op hem gedaan om voor de grote landhuizen interieuradviezen te geven en in enkele gevallen ontwierp hij ook het meubilair en de verlichting. Er zijn zelfs scheepsinterieurs voor de Holland Amerika Lijn van zijn hand. Omdat een van de belangrijkste gegevens voor hem hij het ontwerpen de natuurlijke omgeving van het te bebouwen terrein was, lag het voor de hand dat ook vaak de tuinaanleg rond de gebouwen in zijn ontwerp werd opgenomen. Naast zijn eigen praktijk als bouwmeester trad hij op als lid van de schoonheidsconunissies van de gemeenten Amstelveen. Baarn. Bussum. Laren en Soest. Van de gemeente Huizen was hij supervisor en na de tweede wereldoorlog werd hij benoemd tot inspecteur van de Boerderijwederopbouw in de provincie Zeeland. Met enkele collega's onderhield hij vriendschappelijke contacten. Zo musiceerde hij met H.C. Elzinga en Jan Rebel en bleef de vriendschap met Klaas van de Berg, die dateerde uit de tijd dat ze samen als tekenaar hij Dudok werkten. Bewust heeft hij echter nooit zijn vrienden onder zijn collegas gezocht. Hij praatte niet graag over zijn eigen werk evenmin als over architectuur-theoretische onderwerpen. Via de vaktijdschriften bleef hij op de hoogte van de architectonische ontwikkelingen in Nederland en elders. Zo veel mogelijk ging hij de nieuwste uitingen van bouwkunst bekijken en menig uitstapje met zijn zoon had een recent bouwwerk van een collega als doel. Door zijn vele buitenlandse reizen. vooral in WestEuropa. nam hij kennis van de traditioneel inheemse bouwkunsten en tevens van de eigentijdse bouwwerken in die landen. In liet sociale leven van Laren en het Gooi was Wouter Hamdorff een graag geziene gast. Hij was het type van de bourgondiër, de uitbundige levensgenieter, die graag gasten ontving, zelf te gast ging en feestte. Het best voelde hij zich thuis in het bohemien-milieu van de kunstenaars. Talloze vrienden telde hij onder hen, waarvan ons maar enkele namen te noemen:Frans Langeveld, David Schulman, E. ten Harmsen- van der Beek en Charlotte Kohler. Frans Langeveld en zijn gezin woonden achter de Hamdorffs en hun kinderen groeiden gezamenlijk op. Ook echter onder de industriëlen en handelslieden die zich in Laren gevestigd hadden had hij zijn vrienden. Deze vriendschappen varen vaak ontstaan in de periode van overlag tussen bouwheer en bouwmeester. Hamdorffs huis in Laren was altijd vol gasten en logé's, die soms maandenlang bleven. Op het hoogtepunt van zijn carrière in de twintiger en dertiger jaren verdiende hij aanzienlijke sommen geld, maar hij gaf deze met even groot gemak weer tot de laatste cent uit. Zodoende laveerde het gezin steeds tussen perioden van welwaart en geldzorgen. Naast zijn werk was musiceren een van zijn meest geliefde bezigheden. Hij speelde altviool en wekelijks werd er hij hem thuis gemusiceerd niet een vaste vriendengroep. Het waren de toneelspeler Jan Musch, de violist Bram Mendel, Dick Vos, de latere directeur van het Noord Brabants Orkest, Van Dalen, directeur van de Watertoren en Cock de Graaff, de fotograaf. Hun huisconcerten waren in het hele Gooi bekend. Van heel andere aard was een tweede hobby. Wouter had namelijk een zeer grote belangstelling voor techniek, met een voorliefde voor stoommachines, auto's en motorfietsen. Heel wat tochtjes heeft hij gemaakt op zijn Harley Davidson, een van zijn familieleden achterop. Zijn laatste levensjaren, vanaf 1960, heeft hij helaas door ziekte niet meer kunnen werken of musiceren. Hij is op 28 september 1965 op vijfenzeventigjarige leeftijd gestorven en begraven op de Algemene Begraafplaats te Laren. Hamdorff ontwierp tijdens zijn carrière 250 landhuizen door geheel Nederland maar vooral in 't Gooi en De Bilt, grote wooncomplexen in Engeland en tal van andere projecten, die in de oeuvrelijst beschreven worden. Opleiding: Ambachtssschool Amsterdam/1907-1909;avondopleiding/ Nevenactiviteiten: Schoonheidscommissie Amstelveen/lid/;Schoonheidscommissie Baarn/lid/;Schoonheidscommissie Bussum/lid/;Schoonheidscommissie Laren/lid/;Schoonheidscommissie Soest/lid/;Gemeente Huizen (NH)/supervisor/;Provincie Zeeland/Inspecteur van de Boerderijwederopbouw/