Hendrik Springer (1805-1867) was een oom van de architect, tekenaar en aquarellist J.L. Springer (1850-1915). Zijn vader, Willem Springer (1778-1857), was timmerman-aannemer. Jongere broers waren timmerman (Jan Cornelis, 1813-1891), architect (Willem, 1815-1907) en kunstschilder (Cornelis, 1817-1891). Hendrik Springer begon zijn praktijkopleiding in een Amsterdamse timmermanswinkel. Daarna volgde hij tekenlessen aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Amsterdam. Hier werd hij ook docent en waarnemend directeur. In 1835 vestigde hij zich als architect. Hij nam deel aan veel architectuurprijsvragen, zoals die voor de Amsterdamse Beurs in 1837, de verbouwing van de houten Amstelkerk en de bouw van de Hervormde Kerk in Apeldoorn. Ook ontwierp hij orgelkasten voor de firma Bätz in Utrecht. In In 1849 vertaalde hij de invloedrijke achttiende-eeuwse studie naar het oude Griekenland van James Stuart en Nicholas Revett. Ook schreef in 1867 een handleiding voor 'rechtlijnig, bouwkunstig en werktuigkunstig' tekenen.