Zinsmeister, August Heinrich

August Heinrich Zinsmeister (1867-1941) Zinsmeister werd in Rotterdam geboren, maar het is niet bekend wanneer en waar hij zijn opleiding genoot. Met uitzondering van zijn betrokkenheid bij het ontwerp voor het gemeentehuis van Nieuwer Amstel rond 1890 (nu het Gemeentearchief van Amsterdam), zijn van Zinsmeister geen werken van vóór 1900 bekend. Uit 1899 dateert Zinsmeisters bekendste project: de Studentensociëteit 'Placet Hic Requiescere Musis' aan het Janskerkhof in Utrecht. Dit opzet en afwerking van dit monumentale gebouw laat duidelijk de invloed van de Beurs van Berlage zien, alsook het meubilair en de interieurafwerking. Ook hield Zinsmeister zich bezig met grafische vormgeving, eveneens in een op Berlage en de Jugendstil geïnspireerde trant. Het is niet duidelijk hoe Zinsmeister en Jacot elkaar hebben leren kennen, maar in 1915 werkte Zinsmeister als chef de bureau bij Jacot. Het is waarschijnlijk dat Jacot Zinsmeister na het overlijden van Oldewelt in 1906 heeft gevraagd bij hem te komen werken. Dit samenwerkingsverband bleef bestaan tot aan het overlijden van Jacot in 1927. In de jaren 1910 en '20 realiseerde hij samen met Jacot verbouwingen, uitbreidingen en nieuwe ontwerpen van winkels in de grote steden. Het is wat betreft Zinsmeister moeilijk te spreken van een specifieke signatuur, maar het lijkt erop dat zijn voorkeur vooral uitging naar invloeden van de Art Deco en Amsterdamse School. Een van de meest opvallende ontwerpen is de nieuwbouw voor kledingzaak Dijckhoff aan de Lange Viestraat in Utrecht uit 1929. Dit forse hoekpand kreeg een uit staal en glas opgebouwde hoektoren met spits die 's nachts oplichtte. Waarschijnlijk begin jaren 1920 verhuisde Zinsmeister naar Delft (zie NAi/JACO 67 (envelopje)), wellicht om een filiaal van het Amsterdamse bureau te leiden. Ook is bekend dat hij in Hilversum en in de Tweede Helmerstraat 72 te Amsterdam werkte. In 1934 of 1937 verhuisde hij naar Zandvoort. Behalve als architect, was hij ook tweede secretaris van het genootschap Architectura et Amicitia voor het jaar 1895, samen met Lauweriks.

Zinsmeister, August Heinrich

August Heinrich Zinsmeister (1867-1941) Zinsmeister werd in Rotterdam geboren, maar het is niet bekend wanneer en waar hij zijn opleiding genoot. Met uitzondering van zijn betrokkenheid bij het ontwerp voor het gemeentehuis van Nieuwer Amstel rond 1890 (nu het Gemeentearchief van Amsterdam), zijn van Zinsmeister geen werken van vóór 1900 bekend. Uit 1899 dateert Zinsmeisters bekendste project: de Studentensociëteit 'Placet Hic Requiescere Musis' aan het Janskerkhof in Utrecht. Dit opzet en afwerking van dit monumentale gebouw laat duidelijk de invloed van de Beurs van Berlage zien, alsook het meubilair en de interieurafwerking. Ook hield Zinsmeister zich bezig met grafische vormgeving, eveneens in een op Berlage en de Jugendstil geïnspireerde trant. Het is niet duidelijk hoe Zinsmeister en Jacot elkaar hebben leren kennen, maar in 1915 werkte Zinsmeister als chef de bureau bij Jacot. Het is waarschijnlijk dat Jacot Zinsmeister na het overlijden van Oldewelt in 1906 heeft gevraagd bij hem te komen werken. Dit samenwerkingsverband bleef bestaan tot aan het overlijden van Jacot in 1927. In de jaren 1910 en '20 realiseerde hij samen met Jacot verbouwingen, uitbreidingen en nieuwe ontwerpen van winkels in de grote steden. Het is wat betreft Zinsmeister moeilijk te spreken van een specifieke signatuur, maar het lijkt erop dat zijn voorkeur vooral uitging naar invloeden van de Art Deco en Amsterdamse School. Een van de meest opvallende ontwerpen is de nieuwbouw voor kledingzaak Dijckhoff aan de Lange Viestraat in Utrecht uit 1929. Dit forse hoekpand kreeg een uit staal en glas opgebouwde hoektoren met spits die 's nachts oplichtte. Waarschijnlijk begin jaren 1920 verhuisde Zinsmeister naar Delft (zie NAi/JACO 67 (envelopje)), wellicht om een filiaal van het Amsterdamse bureau te leiden. Ook is bekend dat hij in Hilversum en in de Tweede Helmerstraat 72 te Amsterdam werkte. In 1934 of 1937 verhuisde hij naar Zandvoort. Behalve als architect, was hij ook tweede secretaris van het genootschap Architectura et Amicitia voor het jaar 1895, samen met Lauweriks.