H. Copijn (1842-1923) en L.W. Copijn (1878-1945) Hendrik Copijn (1842-1923), afstammeling van een geslacht van boomkwekers, legde tussen 1894 en 1914 het landschapspark van kasteel De Haar bij Haarzuilens aan. De opdrachtgever, de gefortuneerde Etienne baron van Zuylen van Nijevelt, liet architect P.J.H. Cuypers het vervallen kasteel restaureren en verbouwen. Copijn kreeg de opdracht een bijpassend park te verzorgen. Geen moeite was daarbij teveel, er werden zelfs zesduizend bomen van andere Utrechtse buitenplaatsen overgebracht naar De Haar. In 1932 ontwierp Lodewijk Wilhelmus Copijn (1878-1945) onder de firmanaam H. Copijn & Zn. een natuursportpark aan de Blauwkapelseweg en de Bilthovenseweg in De Bilt. De opdrachtgever voor dit park, dat 7,5 hectare groot is, was Carel Wessel Theodorus baron van Boetzelaer (1873-1956). Het park werd door werklozen aangelegd in het kader van een werkverschaffingsproject en kwam in 1933 gereed. Na realisatie schonk de baron het park aan de gemeente De Bilt en kreeg het de naam Van Boetzelaerpark. Het park heeft met zijn vijverpartij, kronkelende wandelpaden en een grote verscheidenheid aan bomen en struiken de kenmerken van de Engelse landschapsstijl. Het terrein biedt zijn bezoekers diverse mogelijkheden tot recreatie in de natuur: er zijn tennisbanen, er is een speelplaats, een kanovijver, een strand en een strandbad. NB: het oeuvre van H. en L.W. Copijn is niet (volledig) geïnventariseerd.