Godefroy, Abraham Nicolaas

(Bonas essay) A.N. Godefroy Abraham Nicolaas Godefroy wordt in 1822 in Amsterdam geboren. Hij treedt in 1838 als 16-jarige jongen in dienst bij de afdeling Stedelijke Bouwwerken in zijn geboorteplaats. Hier maakt hij zich het vak van architect in de praktijk eigen. Hij is van nabij betrokken bij de bouw van de beurs van J.D. Zocher jr. op het Damrak. Van 1845 tot 1850 werkt hij op het bureau van I. Warnsinck, waar hij zich onder meer bezighoudt met het uitwerken van de plannen voor een krankzinnigengesticht bij Den Haag en het ontwerp van een kerk voor de Hervormde Gemeente in Gorinchem. In 1849 wint Godefroy de prijsvraag voor een sociëteitsgebouw voor de Koninklijke Nederlandsche Yachtclub in Rotterdam en kan daarmee als zelfstandig architect aan de slag. Bij dit clubgebouw (1851) met zijn in zachtgele kleur gepleisterde gevels past hij de rondbogenstijl toe. De Nieuwe Waalse Kerk aan de Keizersgracht in Amsterdam, tussen 1854 en 1856 gebouwd, ontwerpt hij in een classicistische hoofdopzet, maar met een gevel in neo-romaanse stijl. Godefroy krijgt veel opdrachten uit de handel en de welzijns- en gezondheidszorg. Bij deze gebouwen staat de doelmatigheid voorop en is de stijl sober gehouden. Voor het Binnengasthuisterrein in Amsterdam ontwerpt hij ter vervanging van een aantal middeleeuwse gebouwen een kraamkliniek voor vrouwen uit de lagere klassen. In dit complex, dat tussen 1868 en 1870 gebouwd wordt, zullen zij onder behoorlijke omstandigheden kunnen bevallen. Naast de kraamkliniek wordt het 'Gebouw tot Verpleging van Vrouwen-Zieken' (1873-1877) neergezet, dat vooral bestemd is voor 'fatsoenlijke' burgervrouwen. Het onderscheidt zich met haar rijker versierde gevel van de ernaast gelegen kraamkliniek. Godefroy wordt in 1842, het jaar van oprichting, lid van de Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst in Amsterdam. In 1851, na het afronden van het Yachtclubgebouw in Rotterdam, keert de architect terug naar zijn geboorteplaats en wordt actief binnen de Maatschappij. Hij is jurylid bij prijsvragen, lid van het Bestuur, secretaris (1854-1862) en voorzitter (1862-1867). Hij publiceert eigen werk of vertalingen van buitenlandse artikelen in de Bouwkundige Bijdragen, het tijdschrift van de vereniging. Meestal zijn deze publicaties van technische aard. Godefroy legt een bijzondere belangstelling aan de dag voor de geschiedenis van de Nederlandse architectuur. Hij ziet de bestudering hiervan als een belangrijke inspiratiebron voor alle Nederlandse architecten. Samen met Warnsinck dient hij bij het Bestuur van de Maatschappij een voorstel in tot het uitgeven van 'Afbeeldingen van oude bestaande gebouwen', bouwwerken waarvan de architecten menen dat zij een belangrijke plaats in de Nederlandse architectuurgeschiedenis innemen. De eerste aflevering verschijnt in 1854. Bij zijn overlijden in 1899 laat Godefroy de Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst een groot aantal van deze afbeeldingen na, meesterlijk van kwaliteit, en nu in het bezit van Het Nieuwe Instituut.

Godefroy, Abraham Nicolaas

(Bonas essay) A.N. Godefroy Abraham Nicolaas Godefroy wordt in 1822 in Amsterdam geboren. Hij treedt in 1838 als 16-jarige jongen in dienst bij de afdeling Stedelijke Bouwwerken in zijn geboorteplaats. Hier maakt hij zich het vak van architect in de praktijk eigen. Hij is van nabij betrokken bij de bouw van de beurs van J.D. Zocher jr. op het Damrak. Van 1845 tot 1850 werkt hij op het bureau van I. Warnsinck, waar hij zich onder meer bezighoudt met het uitwerken van de plannen voor een krankzinnigengesticht bij Den Haag en het ontwerp van een kerk voor de Hervormde Gemeente in Gorinchem. In 1849 wint Godefroy de prijsvraag voor een sociëteitsgebouw voor de Koninklijke Nederlandsche Yachtclub in Rotterdam en kan daarmee als zelfstandig architect aan de slag. Bij dit clubgebouw (1851) met zijn in zachtgele kleur gepleisterde gevels past hij de rondbogenstijl toe. De Nieuwe Waalse Kerk aan de Keizersgracht in Amsterdam, tussen 1854 en 1856 gebouwd, ontwerpt hij in een classicistische hoofdopzet, maar met een gevel in neo-romaanse stijl. Godefroy krijgt veel opdrachten uit de handel en de welzijns- en gezondheidszorg. Bij deze gebouwen staat de doelmatigheid voorop en is de stijl sober gehouden. Voor het Binnengasthuisterrein in Amsterdam ontwerpt hij ter vervanging van een aantal middeleeuwse gebouwen een kraamkliniek voor vrouwen uit de lagere klassen. In dit complex, dat tussen 1868 en 1870 gebouwd wordt, zullen zij onder behoorlijke omstandigheden kunnen bevallen. Naast de kraamkliniek wordt het 'Gebouw tot Verpleging van Vrouwen-Zieken' (1873-1877) neergezet, dat vooral bestemd is voor 'fatsoenlijke' burgervrouwen. Het onderscheidt zich met haar rijker versierde gevel van de ernaast gelegen kraamkliniek. Godefroy wordt in 1842, het jaar van oprichting, lid van de Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst in Amsterdam. In 1851, na het afronden van het Yachtclubgebouw in Rotterdam, keert de architect terug naar zijn geboorteplaats en wordt actief binnen de Maatschappij. Hij is jurylid bij prijsvragen, lid van het Bestuur, secretaris (1854-1862) en voorzitter (1862-1867). Hij publiceert eigen werk of vertalingen van buitenlandse artikelen in de Bouwkundige Bijdragen, het tijdschrift van de vereniging. Meestal zijn deze publicaties van technische aard. Godefroy legt een bijzondere belangstelling aan de dag voor de geschiedenis van de Nederlandse architectuur. Hij ziet de bestudering hiervan als een belangrijke inspiratiebron voor alle Nederlandse architecten. Samen met Warnsinck dient hij bij het Bestuur van de Maatschappij een voorstel in tot het uitgeven van 'Afbeeldingen van oude bestaande gebouwen', bouwwerken waarvan de architecten menen dat zij een belangrijke plaats in de Nederlandse architectuurgeschiedenis innemen. De eerste aflevering verschijnt in 1854. Bij zijn overlijden in 1899 laat Godefroy de Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst een groot aantal van deze afbeeldingen na, meesterlijk van kwaliteit, en nu in het bezit van Het Nieuwe Instituut.