Chr.B. van der Tak (1814-1878) Christiaan Bonifacius van der Tak (1814-1878) had zich door zelfstudie bekwaamd in architectuur en civiele techniek. In 1852 trad hij in dienst van de Nederlandsche Rhijnspoorweg Maatschappij, waar hij als hoofdopzichter betrokken was bij de spoorlijn Rotterdam-Utrecht. Hier werkte hij negen jaar. In 1861 volgde hij W.A. Scholten op als directeur van Gemeentewerken in Rotterdam. Scholten had slechts kort als opvolger van W.N. Rose kunnen werken, die in 1858 was benoemd als 'bouwmeester der landsgebouwen in de residentie'. Van der Tak zou tot zijn overlijden in 1878 hoofd van Gemeentewerken blijven. Als hoofd van Gemeentewerken was Van der Tak verantwoordelijk voor bouw-, verbouw- en restauratieopdrachten die door de gemeenten werden geïnitieerd. Als zodanig, maakte hij ontwerpen, al of niet in samenwerking met medewerkers en andere architecten, voor uitbreidingen van Rotterdam in het westen en zuiden. Ook ontwierp hij medio jaren 1870 de spoor- en verkeersbruggen over de Maas. Van der Taks bekendste werk is het DWL-complex met watertoren in Kralingen uit 1874. Archief: Gemeentearchief Rotterdam (GAR)/