Holland in vorm : vormgeving in Nederland 1945-1987

Het boek is uitgegeven door de Stichting Holland in vorm ter gelegenheid van de tentoonstellingenreeks Holland in vorm, een samenwerkingsproject van het Stedelijk Museum Amsterdam, Gemeente Museum Arnhem, Haags Gemeentemuseum, Museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam en het Centraal Museum Utrecht, gecoördineerd vanuit de Rijksdienst Beeldende Kunst in Den Haag en in Amsterdam. Op p. 141 wordt Salomonson genoemd als lid van de harde kern van de Stichting Goed Wonen samen met Mart Stam, Johan Niegeman en interieurarchitect Bé Niegeman en Boon. Op p. 142 wordt beschreven dat kenmerkend voor het interieur dat Stichting Goed Wonen propageerde de eenvoud en de soberheid was. Er stond niets te veel in. Architecten als Salomonson en Bodon, al voor de oorlog betrokken bij het Nieuwe Bouwen, werkten bijvoorbeeld graag met combinaties van moderne en antieke meubelen. Dat werd niet door iedereen zomaar geaccepteerd. P.143 Er was nauwelijks iets verkrijgbaar in de winkels. Stichting Goed Wonen ging daarom over tot het in eigen beheer laten uitvoeren van meubels. Verantwoord vormgeven, dat voorop gesteld. Bij gebrek aan materialen en machines greep een aantal ontwerpers terug op ambachtelijke werkwijzen en het gebruik van rotan, iepe-, eikehout en biezen, materialen die wel voorhanden waren. Het vervaardigen van dit soort meubels was geen probleem: de werkplaatsen van de meubelmaker, de rietvlechter, de smid en de timmerman om de hoek waren snel weer in bedrijf. Zo ontwierp Salomonson een strakke versie van de Oudhollandse rechte stoel met sporten in de rug. De stoel is heel populair geworden. P.144 De Nederlandse inzending op de Salon des Artistes Décorateurs te Parijs in 1949 verzorgd door Salomonson en Bodon geeft een goe overzicht van wat Nederland toen te bieden had, er waren interieurfoto's en meubels van onder andere Eschauzier,F.; Salomonson,H.; Niegeman,J.; Bodon,A.; Rietveld,G.; Penaat,W. en Berkovich,E.: de laatse vier uit de stal van Metz & Co. P.148 Architect en Goed Wonen-man van het eerste uur Salomonson stelde dat voor de jaren zestig representatief meubilair niet meer in de particuliere woning maar in openbare ruimten stond. Dit geeft de richting aan welke kant de praktijk van veel ontwerpers van de jarten zestig opging, toen dienstensectoer en verzorgingsstaat groeiden. Op p.158 staat een hoofdstuk over meubilair 1945-1954. Hout bleef voor meubels favoriet. De eerste catalogi van Goed Wonen tonen in hoofdzaak houten meubelen in een vrij traditionele vormgeving: strak, eenvoudig, soms wat saai. Het arhictectenmeubel met zijn nadrukkelijke constructie overheerst; in deze traditie steken de meubels van Salomonson, H. en Niegeman-Brand,Bé met kop en schouders boven de andere uit. Op op.160-162 staat een hoofdstuk over meubilair 1955-1972. Het gaat over de opkomst van kleine meubelfabriekjes. Onder ander A.Polak's Meubelindustrie die een consistent vormgevingsbeleid voerde. Onder de merknaam AP Originals werden ontwerpen in de collectie gevoerde van onder andere Pierre Paulin, Salomonoson en Tempelman. Onder andere de AP 103 uit ongeveer 1957, een van de eerste moderne ronde tafels op één poot.

Holland in vorm : vormgeving in Nederland 1945-1987

Het boek is uitgegeven door de Stichting Holland in vorm ter gelegenheid van de tentoonstellingenreeks Holland in vorm, een samenwerkingsproject van het Stedelijk Museum Amsterdam, Gemeente Museum Arnhem, Haags Gemeentemuseum, Museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam en het Centraal Museum Utrecht, gecoördineerd vanuit de Rijksdienst Beeldende Kunst in Den Haag en in Amsterdam. Op p. 141 wordt Salomonson genoemd als lid van de harde kern van de Stichting Goed Wonen samen met Mart Stam, Johan Niegeman en interieurarchitect Bé Niegeman en Boon. Op p. 142 wordt beschreven dat kenmerkend voor het interieur dat Stichting Goed Wonen propageerde de eenvoud en de soberheid was. Er stond niets te veel in. Architecten als Salomonson en Bodon, al voor de oorlog betrokken bij het Nieuwe Bouwen, werkten bijvoorbeeld graag met combinaties van moderne en antieke meubelen. Dat werd niet door iedereen zomaar geaccepteerd. P.143 Er was nauwelijks iets verkrijgbaar in de winkels. Stichting Goed Wonen ging daarom over tot het in eigen beheer laten uitvoeren van meubels. Verantwoord vormgeven, dat voorop gesteld. Bij gebrek aan materialen en machines greep een aantal ontwerpers terug op ambachtelijke werkwijzen en het gebruik van rotan, iepe-, eikehout en biezen, materialen die wel voorhanden waren. Het vervaardigen van dit soort meubels was geen probleem: de werkplaatsen van de meubelmaker, de rietvlechter, de smid en de timmerman om de hoek waren snel weer in bedrijf. Zo ontwierp Salomonson een strakke versie van de Oudhollandse rechte stoel met sporten in de rug. De stoel is heel populair geworden. P.144 De Nederlandse inzending op de Salon des Artistes Décorateurs te Parijs in 1949 verzorgd door Salomonson en Bodon geeft een goe overzicht van wat Nederland toen te bieden had, er waren interieurfoto's en meubels van onder andere Eschauzier,F.; Salomonson,H.; Niegeman,J.; Bodon,A.; Rietveld,G.; Penaat,W. en Berkovich,E.: de laatse vier uit de stal van Metz & Co. P.148 Architect en Goed Wonen-man van het eerste uur Salomonson stelde dat voor de jaren zestig representatief meubilair niet meer in de particuliere woning maar in openbare ruimten stond. Dit geeft de richting aan welke kant de praktijk van veel ontwerpers van de jarten zestig opging, toen dienstensectoer en verzorgingsstaat groeiden. Op p.158 staat een hoofdstuk over meubilair 1945-1954. Hout bleef voor meubels favoriet. De eerste catalogi van Goed Wonen tonen in hoofdzaak houten meubelen in een vrij traditionele vormgeving: strak, eenvoudig, soms wat saai. Het arhictectenmeubel met zijn nadrukkelijke constructie overheerst; in deze traditie steken de meubels van Salomonson, H. en Niegeman-Brand,Bé met kop en schouders boven de andere uit. Op op.160-162 staat een hoofdstuk over meubilair 1955-1972. Het gaat over de opkomst van kleine meubelfabriekjes. Onder ander A.Polak's Meubelindustrie die een consistent vormgevingsbeleid voerde. Onder de merknaam AP Originals werden ontwerpen in de collectie gevoerde van onder andere Pierre Paulin, Salomonoson en Tempelman. Onder andere de AP 103 uit ongeveer 1957, een van de eerste moderne ronde tafels op één poot.