Ik kan wonen : geïllustreerd handboek voor allen, die hun huis goed willen inrichten en bewonen

Dit hoofdstuk begint met het decoratieve van het traditionele meubel af te zetten tegen de functionele vorm van het moderne meubel, waarmee 'bevrijd' gewoond kan worden. Vervolgens gaat zij in op het belang van de ruimte in de woning, waarin het bewegen van de mens centraal staat. Meubels mogen geen obstakels zijn, maar de vorm moet worden aangepast aan de menselijke maat. Ze moeten zo gegroepeerd zijn, dat ze geen hinderpaal vormen voor de verkeersruimte in de woning en de ruimtelijke werking niet in de weg staan. Nicolaï-Chaillet bespreekt de zogenaamde schakelmeubels, die met een minimum aan ruimtegebruik gemakkelijk uitbreidbaar zijn en weinig ruimte innemen. Evenmin als de meubels mag het aantal gebruiksvoorwerpen te groot zijn. Dat geeft maar rommeligheid. Het interieur moet ruimte en rust uitstralen, hetgeen ook betekent dat de voorkeur uitgaat naar eenvoudige patronen en effen stoffen. Aan de hand van tal van tekeningetjes met onderschriften laat ze zien hoe de woning wel en niet moet worden ingericht. Het hoofdstuk wordt besloten met een ergonomische verhandeling over het zitmeubel. Daarbij geeft zij voorbeelden van ontwerpen van onder andere A. Aalto, M. Stam, M. Breuer en G. Rietveld. Zie voor recensie Alma-Heijnen,L., 'Ik kan Wonen', in: Goed Wonen 12 (1959) 4, p. 122-124.

Ik kan wonen : geïllustreerd handboek voor allen, die hun huis goed willen inrichten en bewonen

Dit hoofdstuk begint met het decoratieve van het traditionele meubel af te zetten tegen de functionele vorm van het moderne meubel, waarmee 'bevrijd' gewoond kan worden. Vervolgens gaat zij in op het belang van de ruimte in de woning, waarin het bewegen van de mens centraal staat. Meubels mogen geen obstakels zijn, maar de vorm moet worden aangepast aan de menselijke maat. Ze moeten zo gegroepeerd zijn, dat ze geen hinderpaal vormen voor de verkeersruimte in de woning en de ruimtelijke werking niet in de weg staan. Nicolaï-Chaillet bespreekt de zogenaamde schakelmeubels, die met een minimum aan ruimtegebruik gemakkelijk uitbreidbaar zijn en weinig ruimte innemen. Evenmin als de meubels mag het aantal gebruiksvoorwerpen te groot zijn. Dat geeft maar rommeligheid. Het interieur moet ruimte en rust uitstralen, hetgeen ook betekent dat de voorkeur uitgaat naar eenvoudige patronen en effen stoffen. Aan de hand van tal van tekeningetjes met onderschriften laat ze zien hoe de woning wel en niet moet worden ingericht. Het hoofdstuk wordt besloten met een ergonomische verhandeling over het zitmeubel. Daarbij geeft zij voorbeelden van ontwerpen van onder andere A. Aalto, M. Stam, M. Breuer en G. Rietveld. Zie voor recensie Alma-Heijnen,L., 'Ik kan Wonen', in: Goed Wonen 12 (1959) 4, p. 122-124.