Niegeman, Johan Casper Hendrik

(verkorte versie Bonas Essay) J.C.H. Niegeman (1902-1977) Opleiding en leertijd van Johan Niegeman Op 11 augustus 1902 wordt Johan Casper Hendrik Niegeman geboren te Wijk aan Zee. Omdat Niegeman vanaf zijn derde jaar met astma te kampen krijgt, wordt hem een middelbare schoolopleiding afgeraden. De vraag 'wat dan' wordt door de broer van zijn moeder opgelost, de architect H.Th. Wijdeveld. Hij neemt contact op met H.C. Verkruysen, destijds directeur van de School voor Versierende Kunsten, Bouwkunst en Kunstambachten te Haarlem, en verzoekt hem een uitzondering te maken voor deze dertienjarige jongen. Hier krijgt hij wat lessen van Vorkink, Sevenhuizen en Blaauw. De wereld van Wijdeveld Op vijftienjarige leeftijd komt Niegeman in de praktijk van zijn oom Wijdeveld te werken. Hier werkt hij aan woningbouw in Amsterdamse School-stijl en doet hij zijn eerste ervaringen op het gebied van het inrichten van tentoonstellingen op. De stijl van de Amsterdamse School, de extreem organisch georiënteerde vleugel van het Nederlandse expressionisme, is vanzelfsprekend de stijl waarin hij leert ontwerpen. Zijn ervaringen bij Wijdeveld zullen hem bij zijn latere opdrachtgever, de expressionistische Mendelsohn nog goed van pas komen. Berlijn In Berlijn krijgt hij in 1924 een aanstelling bij het bureau van Erich Mendelsohn. Het expressionisme van Mendelsohn bevalt hem. Mendelsohn bezoekt rond 1921 Nederland en ziet zowel het dynamische van de Amsterdamse School (Wijdeveld) als de rationalistische Rotterdamsche School (Oud). Mendelsohn kan zich noch met de Amsterdamse noch met de Rotterdamse School verenigen. Het contact met Mendelsohn verloopt naar wens, maar wegens gebrek aan opdrachten moet Niegeman het bureau verlaten. Bauhaus In 1926 besluit hij Berlijn voor Dessau te verruilen. Hij leert Walter Gropius, de directeur, kennen en werkt vanaf november in zijn 'Bauatelier'. Nu werkt hij niet onder maar mét Gropius in hetzelfde atelier. Het werken in een team is wat hem onder meer aantrekt. Kandinsky, Klee, Schlemmer en Moholo-Nagy worden zijn vrienden. Onder die omstandigheden ontstaan interessante experimentele bouwwerken, vaak de maatschappij uit de tent lokkend. Wat Niegeman vooral aanspreekt is de brug die tussen kunst en vormgeving wordt geslagen. Magnitogorsk Het idealisme van een vooruitstrevend en avonturistisch man als Niegeman voert hoogtijdagen, wanneer hij met Ernst May in een groep van buitenlandse architecten naar Magnitogorsk in de Oeral vertrekt. In totaal brengt hij vijf jaar met zijn vrouw Gerda Marx in Magnitogorsk en Kislowodsk door. Het wonen en werken in teamverband, zoals dat aan het Bauhaus gebruikelijk was, is in de communes van Magnitogorsk vanzelfsprekend. Vanuit Moskou speelt Ernst May het team o.l.v. Mart Stam de opdrachten toe. Na het vertrek van Mart Stam, wegens een conflict met de autoriteiten, neemt Niegeman zijn leidinggevende positie van 'oudste architect' voor nog een jaar over Niegeman begeleidt ook sommige bouwprojecten. Zelfstandig architect In de zomer van 1937 keert Niegeman na vijftien jaren afwezigheid weer terug naar Nederland. Na twee maanden kan hij al in dienst treden bij het bureau van Merkelbach en Karsten, twee oud studiegenoten uit Haarlem. In de jaren vijftig werkt hij in het 8 & Opbouw team mee aan het ontwerp van het dorp Nagele. Naast de paar samenwerkingsprojecten met De 8 opereert Niegeman zelfstandig. Zijn bureau is eerst gevestigd in zijn appartement in Amsterdam-zuid, later met de interieur-architecte Bé Niegeman-Brand in zijn atelier in Blaricum. Typering oeuvre Het lijkt wel of Niegeman elke dag van zijn leven ontwerpend doorbrengt, van plannen voor het dorp Nagele tot werkhoekjes voor jonge dames, van communehuizen in Rusland tot muziekinstrumenten voor zijn kinderen, en kantoorinrichtingen tot een café in de hal van het Stedelijk Museum te Amsterdam. De verschillende werkervaringen die Niegeman in het buitenland opdoet, vormen hem op tot functionalist. Eén die altijd waarde hecht aan het kunstenaarsschap, in de overtuiging dat kunst niet aangeleerd kan worden. Tijdens zijn speurtocht langs de diverse bureau's in Europa ondergaat hij invloeden die hem zijn standpunt doen innemen. In 1925 ontwerpt Niegeman samen met Hans Schwippert een landhuisje waarin de stijl van de Amsterdamse School van Wijdeveld te herkennen is. Het expressionistische klimaat bij Mendelsohn is voor hem nog te formalistisch. De organische wijze waarop Mendelsohn bijvoorbeeld zijn Einsteintoren ontwerpt, is nooit op Niegeman overgeslagen. De invloed van Gropius is herkenbaar in een aantal werken uit die tijd. In zijn atelier wordt bijvoorbeeld aan een soort arbeidsbureau voor Dessau gewerkt, het Arbeitsamt, dat met zijn half ronde vormen sterk lijkt op een prijsvraagontwerp dat Niegeman eind jaren twintig maakt voor een fabriek van telefoonautomaten. In dit ontwerp lopen de concentrische banen niet in hoogte op, maar verspringen door de vorm van de fabrieksdaken. Een ander bekend werk is de tentoonstellingsstand van de firma Junkers & Co. op de tentoonstelling 'Gas und Wasser' in 1929. Daarbij wordt hij grafisch ondersteund door Alexander Schawinsky en Joost Schmidt. Dit ontwerp is een typisch voorbeeld van een Bauhaus-ontwerp: het dient zijn doel, is eenvoudig en daarom zonder discussie mooi. In Rusland ontwerpt hij naast stadsplannen vele woongebouwen voor arbeiders. De seriematige blokken met eenvoudige plattegronden, waarbij wordt uitgegaan van 6-9 m² per persoon en de efficiënte materialen als slakkenbeton volgen op de armoedige barakken. Eén enkel blok staat voor opgeruimd functioneel gebruik, een hele wijk vol wordt wat zwaarmoedig. Omdat het vak binnenhuisarchitectuur met gebieden als architectuur en industriële vormgeving verweven is, probeert Niegeman vaak de disciplines opnieuw te definieren. Een 'gezonde' architect is volgens hem: 'gelijk aan den geest en aan den hand die het uitvoerend instrument van den geest is. Hij is gebonden aan de kleinste aardse en stoffelijke dingen en gebeurtenissen en dient toch boven alles te staan; hij is dienaar en meester tegelijk, organisator en kunstenaar, ingenieur en gevoelsmens. Of dit de architect van woningen of scholen, ziekenhuizen of fabrieken betreft, het blijft hetzelfde'. De binnenhuisarchitect ziet hij het liefst van begin af aan met deze ideaal architect samenwerken, ten einde de 'achteraf draperieën toevoegers' en 'open haardjes ontwerpers' te voorkomen. De term voor het vakgebied Industriele vormgeving voldoet niet 'tenzij bedoeld wordt de vormgeving die een autoband met zig-zagribbels verricht in vochtig zand'. Beter is te spreken van 'vormgeving of ontwerpen van industrieël te vervaardigen producten, wanneer men het ontwerpen van artikelen bedoelt, die op mechanisch-machinale wijze vervaardigd moeten worden'. Zijn aanleg voor het lesgeven brengt logischerwijs een sterke betrokkenheid voor de inrichting van de opleiding tot binnenhuisarchitect met zich mee. In de oorlog maakt Niegeman een opzet met bijbehorend programma voor een op te richten studie- en werkgemeenschap meubelontwerpen, interieurontwerpen en architectuur. De Bauhaus mentaliteit is in deze gemeenschapduidelijk aanwezig; ze staat open voor een ieder welwillende en werkelijk geinteresseerde. Bemiddelden dragen meer bij dan minder bemiddelden en deelnemers hebben -net als docenten- volledig recht van inspraak over het reilen en zeilen binnen de gemeenschap. De meergevorderden betrekken jongeren bij hun werk en werken aan betaalde opdrachten. Niegeman als architect Het eigen huis dat Niegeman samen met zijn vrouw, de interieur-architect B. Niegeman-Brand in de jaren vijftig in Blaricum bouwt, is één van zijn weinig gerealiseerde bouwwerken in Nederland. In het huis komen Niegemans' opvattingen over het wonen goed naar voren. Ieders definitie van 'wonen' is weer een andere, blijkt uit dit maatwerk huis. Het is een proces, net als het leven, waarvan het muterende huis een eerlijke afspiegeling is. Het is niet alleen ruimtebehoefte, waardoor een huis steeds van gedaante wisselt, ook zijn er technische redenen te verzinnen, om het huis bij de tijd te houden. In de jaren zestig maakt in dit huis de kachel plaats voor centrale luchtverwarming en de badkamer doet zijn entree. Tot slot Terwijl Niegeman en zijn vrouw, teruggetrokken op het eiland Formentera, bezig zijn een nieuw boek te schrijven sterft hij op 14 januari 1977. Opleiding: School voor Bouwkunde, Versierende Kunsten en Kunstambachten te Haarlem/1914 -1917;Studiereis naar München/1917;medewerker bij architectenbureau Th. Wijdeveld in Amsterdam/1917-1922;tekenaar bij architectenbureau Jean de Ligne in Brussel/1923;ontwerper-tekenaar van bouwonderneming l'Entreprise Cooperative Française in Rheims/1924;tekenaar en detailontwerper bij architectenbureau E. Mendelsohn te Berlijn/1924-1925;medewerker bij architectenbureau W. Gropius gevestigd in het Bauhaus te Dessau/1926-1928;architect in dienst van architectenbureau Adolf Sommerfeld/1928;medewerker op de bouwafdeling van architect H. Meyer/voor 3 maanden 1928;docent aan het Bauhaus in Dessau/ 1928-1929;Chef de Bureau bij architectenbureau Hopp & Lucas in Köningsbergen/1930-1931;medewerker in het team van architect M. Stam (afdeling team Ernst May in Moskou) in Magnitogorsk/1931-1932;leider van het team in Magnitogorsk/1933;hoofdarchitect bij de industrie (hoogovens, staal- en walswerken) in Magnitogorsk/1934;stadsarchitect te Kislowodsk/1936-1937;architect/medewerker bij architectenbureau Merkelbach en Karsten/ 1937;zelfstandig architect/vanaf 1938;Instituut voor KunstNijverheidsOnderwijs te Amsterdam (hoofddocent)/1939-1955 Nevenfuncties: De 8 & Opbouw (lid)/1938;Stichting Nieuwe Wooncultuur (oprichter samen met Kruit en Meier)/1945;Stichting Goed Wonen (medeoprichter)/1946;Keuzecommissie Goed Wonen (voorzitter)/1957 ter documentatie van meubelen en gebruiksvoorwerpen;Tentoonstelling voor Moderne Architectuur in Zehlenberg, Berlijn (medewerkter)/1929;Vereeniging van Beoefenaars der Gebonden Kunsten, afdeling Binnenhuisarchitectuur (secretaris)/;Vank, organisatie der binnenhuisarchitecten (lid)/1946;Studiegroep voor na-oorlogse woningbouw (deelnemer)/;Architectura et Amicitia (lid)/1946;Internationale Congres voor het Nieuwe Bouwen in Zürich (deelnemer)/juli 1939;10e Ciam congres in Lapad (aanwezig namens Hollandse Ciam-groep "de 8")/ 1956;Ifi-congres Congres of the International Federation of Interior-designers (aanwezig)/september 1967 Archief: Nai/NIEG

Niegeman, Johan Casper Hendrik

(verkorte versie Bonas Essay) J.C.H. Niegeman (1902-1977) Opleiding en leertijd van Johan Niegeman Op 11 augustus 1902 wordt Johan Casper Hendrik Niegeman geboren te Wijk aan Zee. Omdat Niegeman vanaf zijn derde jaar met astma te kampen krijgt, wordt hem een middelbare schoolopleiding afgeraden. De vraag 'wat dan' wordt door de broer van zijn moeder opgelost, de architect H.Th. Wijdeveld. Hij neemt contact op met H.C. Verkruysen, destijds directeur van de School voor Versierende Kunsten, Bouwkunst en Kunstambachten te Haarlem, en verzoekt hem een uitzondering te maken voor deze dertienjarige jongen. Hier krijgt hij wat lessen van Vorkink, Sevenhuizen en Blaauw. De wereld van Wijdeveld Op vijftienjarige leeftijd komt Niegeman in de praktijk van zijn oom Wijdeveld te werken. Hier werkt hij aan woningbouw in Amsterdamse School-stijl en doet hij zijn eerste ervaringen op het gebied van het inrichten van tentoonstellingen op. De stijl van de Amsterdamse School, de extreem organisch georiënteerde vleugel van het Nederlandse expressionisme, is vanzelfsprekend de stijl waarin hij leert ontwerpen. Zijn ervaringen bij Wijdeveld zullen hem bij zijn latere opdrachtgever, de expressionistische Mendelsohn nog goed van pas komen. Berlijn In Berlijn krijgt hij in 1924 een aanstelling bij het bureau van Erich Mendelsohn. Het expressionisme van Mendelsohn bevalt hem. Mendelsohn bezoekt rond 1921 Nederland en ziet zowel het dynamische van de Amsterdamse School (Wijdeveld) als de rationalistische Rotterdamsche School (Oud). Mendelsohn kan zich noch met de Amsterdamse noch met de Rotterdamse School verenigen. Het contact met Mendelsohn verloopt naar wens, maar wegens gebrek aan opdrachten moet Niegeman het bureau verlaten. Bauhaus In 1926 besluit hij Berlijn voor Dessau te verruilen. Hij leert Walter Gropius, de directeur, kennen en werkt vanaf november in zijn 'Bauatelier'. Nu werkt hij niet onder maar mét Gropius in hetzelfde atelier. Het werken in een team is wat hem onder meer aantrekt. Kandinsky, Klee, Schlemmer en Moholo-Nagy worden zijn vrienden. Onder die omstandigheden ontstaan interessante experimentele bouwwerken, vaak de maatschappij uit de tent lokkend. Wat Niegeman vooral aanspreekt is de brug die tussen kunst en vormgeving wordt geslagen. Magnitogorsk Het idealisme van een vooruitstrevend en avonturistisch man als Niegeman voert hoogtijdagen, wanneer hij met Ernst May in een groep van buitenlandse architecten naar Magnitogorsk in de Oeral vertrekt. In totaal brengt hij vijf jaar met zijn vrouw Gerda Marx in Magnitogorsk en Kislowodsk door. Het wonen en werken in teamverband, zoals dat aan het Bauhaus gebruikelijk was, is in de communes van Magnitogorsk vanzelfsprekend. Vanuit Moskou speelt Ernst May het team o.l.v. Mart Stam de opdrachten toe. Na het vertrek van Mart Stam, wegens een conflict met de autoriteiten, neemt Niegeman zijn leidinggevende positie van 'oudste architect' voor nog een jaar over Niegeman begeleidt ook sommige bouwprojecten. Zelfstandig architect In de zomer van 1937 keert Niegeman na vijftien jaren afwezigheid weer terug naar Nederland. Na twee maanden kan hij al in dienst treden bij het bureau van Merkelbach en Karsten, twee oud studiegenoten uit Haarlem. In de jaren vijftig werkt hij in het 8 & Opbouw team mee aan het ontwerp van het dorp Nagele. Naast de paar samenwerkingsprojecten met De 8 opereert Niegeman zelfstandig. Zijn bureau is eerst gevestigd in zijn appartement in Amsterdam-zuid, later met de interieur-architecte Bé Niegeman-Brand in zijn atelier in Blaricum. Typering oeuvre Het lijkt wel of Niegeman elke dag van zijn leven ontwerpend doorbrengt, van plannen voor het dorp Nagele tot werkhoekjes voor jonge dames, van communehuizen in Rusland tot muziekinstrumenten voor zijn kinderen, en kantoorinrichtingen tot een café in de hal van het Stedelijk Museum te Amsterdam. De verschillende werkervaringen die Niegeman in het buitenland opdoet, vormen hem op tot functionalist. Eén die altijd waarde hecht aan het kunstenaarsschap, in de overtuiging dat kunst niet aangeleerd kan worden. Tijdens zijn speurtocht langs de diverse bureau's in Europa ondergaat hij invloeden die hem zijn standpunt doen innemen. In 1925 ontwerpt Niegeman samen met Hans Schwippert een landhuisje waarin de stijl van de Amsterdamse School van Wijdeveld te herkennen is. Het expressionistische klimaat bij Mendelsohn is voor hem nog te formalistisch. De organische wijze waarop Mendelsohn bijvoorbeeld zijn Einsteintoren ontwerpt, is nooit op Niegeman overgeslagen. De invloed van Gropius is herkenbaar in een aantal werken uit die tijd. In zijn atelier wordt bijvoorbeeld aan een soort arbeidsbureau voor Dessau gewerkt, het Arbeitsamt, dat met zijn half ronde vormen sterk lijkt op een prijsvraagontwerp dat Niegeman eind jaren twintig maakt voor een fabriek van telefoonautomaten. In dit ontwerp lopen de concentrische banen niet in hoogte op, maar verspringen door de vorm van de fabrieksdaken. Een ander bekend werk is de tentoonstellingsstand van de firma Junkers & Co. op de tentoonstelling 'Gas und Wasser' in 1929. Daarbij wordt hij grafisch ondersteund door Alexander Schawinsky en Joost Schmidt. Dit ontwerp is een typisch voorbeeld van een Bauhaus-ontwerp: het dient zijn doel, is eenvoudig en daarom zonder discussie mooi. In Rusland ontwerpt hij naast stadsplannen vele woongebouwen voor arbeiders. De seriematige blokken met eenvoudige plattegronden, waarbij wordt uitgegaan van 6-9 m² per persoon en de efficiënte materialen als slakkenbeton volgen op de armoedige barakken. Eén enkel blok staat voor opgeruimd functioneel gebruik, een hele wijk vol wordt wat zwaarmoedig. Omdat het vak binnenhuisarchitectuur met gebieden als architectuur en industriële vormgeving verweven is, probeert Niegeman vaak de disciplines opnieuw te definieren. Een 'gezonde' architect is volgens hem: 'gelijk aan den geest en aan den hand die het uitvoerend instrument van den geest is. Hij is gebonden aan de kleinste aardse en stoffelijke dingen en gebeurtenissen en dient toch boven alles te staan; hij is dienaar en meester tegelijk, organisator en kunstenaar, ingenieur en gevoelsmens. Of dit de architect van woningen of scholen, ziekenhuizen of fabrieken betreft, het blijft hetzelfde'. De binnenhuisarchitect ziet hij het liefst van begin af aan met deze ideaal architect samenwerken, ten einde de 'achteraf draperieën toevoegers' en 'open haardjes ontwerpers' te voorkomen. De term voor het vakgebied Industriele vormgeving voldoet niet 'tenzij bedoeld wordt de vormgeving die een autoband met zig-zagribbels verricht in vochtig zand'. Beter is te spreken van 'vormgeving of ontwerpen van industrieël te vervaardigen producten, wanneer men het ontwerpen van artikelen bedoelt, die op mechanisch-machinale wijze vervaardigd moeten worden'. Zijn aanleg voor het lesgeven brengt logischerwijs een sterke betrokkenheid voor de inrichting van de opleiding tot binnenhuisarchitect met zich mee. In de oorlog maakt Niegeman een opzet met bijbehorend programma voor een op te richten studie- en werkgemeenschap meubelontwerpen, interieurontwerpen en architectuur. De Bauhaus mentaliteit is in deze gemeenschapduidelijk aanwezig; ze staat open voor een ieder welwillende en werkelijk geinteresseerde. Bemiddelden dragen meer bij dan minder bemiddelden en deelnemers hebben -net als docenten- volledig recht van inspraak over het reilen en zeilen binnen de gemeenschap. De meergevorderden betrekken jongeren bij hun werk en werken aan betaalde opdrachten. Niegeman als architect Het eigen huis dat Niegeman samen met zijn vrouw, de interieur-architect B. Niegeman-Brand in de jaren vijftig in Blaricum bouwt, is één van zijn weinig gerealiseerde bouwwerken in Nederland. In het huis komen Niegemans' opvattingen over het wonen goed naar voren. Ieders definitie van 'wonen' is weer een andere, blijkt uit dit maatwerk huis. Het is een proces, net als het leven, waarvan het muterende huis een eerlijke afspiegeling is. Het is niet alleen ruimtebehoefte, waardoor een huis steeds van gedaante wisselt, ook zijn er technische redenen te verzinnen, om het huis bij de tijd te houden. In de jaren zestig maakt in dit huis de kachel plaats voor centrale luchtverwarming en de badkamer doet zijn entree. Tot slot Terwijl Niegeman en zijn vrouw, teruggetrokken op het eiland Formentera, bezig zijn een nieuw boek te schrijven sterft hij op 14 januari 1977. Opleiding: School voor Bouwkunde, Versierende Kunsten en Kunstambachten te Haarlem/1914 -1917;Studiereis naar München/1917;medewerker bij architectenbureau Th. Wijdeveld in Amsterdam/1917-1922;tekenaar bij architectenbureau Jean de Ligne in Brussel/1923;ontwerper-tekenaar van bouwonderneming l'Entreprise Cooperative Française in Rheims/1924;tekenaar en detailontwerper bij architectenbureau E. Mendelsohn te Berlijn/1924-1925;medewerker bij architectenbureau W. Gropius gevestigd in het Bauhaus te Dessau/1926-1928;architect in dienst van architectenbureau Adolf Sommerfeld/1928;medewerker op de bouwafdeling van architect H. Meyer/voor 3 maanden 1928;docent aan het Bauhaus in Dessau/ 1928-1929;Chef de Bureau bij architectenbureau Hopp & Lucas in Köningsbergen/1930-1931;medewerker in het team van architect M. Stam (afdeling team Ernst May in Moskou) in Magnitogorsk/1931-1932;leider van het team in Magnitogorsk/1933;hoofdarchitect bij de industrie (hoogovens, staal- en walswerken) in Magnitogorsk/1934;stadsarchitect te Kislowodsk/1936-1937;architect/medewerker bij architectenbureau Merkelbach en Karsten/ 1937;zelfstandig architect/vanaf 1938;Instituut voor KunstNijverheidsOnderwijs te Amsterdam (hoofddocent)/1939-1955 Nevenfuncties: De 8 & Opbouw (lid)/1938;Stichting Nieuwe Wooncultuur (oprichter samen met Kruit en Meier)/1945;Stichting Goed Wonen (medeoprichter)/1946;Keuzecommissie Goed Wonen (voorzitter)/1957 ter documentatie van meubelen en gebruiksvoorwerpen;Tentoonstelling voor Moderne Architectuur in Zehlenberg, Berlijn (medewerkter)/1929;Vereeniging van Beoefenaars der Gebonden Kunsten, afdeling Binnenhuisarchitectuur (secretaris)/;Vank, organisatie der binnenhuisarchitecten (lid)/1946;Studiegroep voor na-oorlogse woningbouw (deelnemer)/;Architectura et Amicitia (lid)/1946;Internationale Congres voor het Nieuwe Bouwen in Zürich (deelnemer)/juli 1939;10e Ciam congres in Lapad (aanwezig namens Hollandse Ciam-groep "de 8")/ 1956;Ifi-congres Congres of the International Federation of Interior-designers (aanwezig)/september 1967 Archief: Nai/NIEG