Kranendonk, Antoon van

A. van Kranendonk (1917-1991) Antoon van Kranendonk (1917-1991), katholiek architect tussen oud en nieuw. Antoon van Kranendonk werd op 17 februari 1917 in Brielle geboren en groeide op in een literair milieu. In 1920 verhuisde de familie naar Delft, waar hij de H.B.S. volgde, en in 1933 naar Amsterdam waar zijn vader hoogleraar Engelse Letterkunde werd. Nadat hij in Amsterdam de M.T.S. had afgerond en enige maanden als ontwerper van grafzerker had gewerkt, besloot hij in 1937 aan de Technische Hogeschool te Delft Bouwkunde te gaan studeren. Hier studeerde hij in 1945 af als bouwkundig ingenieur. Vanwege een gebrek aan opdrachten in Nederland besloot hij echter eerst een uitgebreide studiereis naar Scandinavië te maken. In Denemarken werkte hij onder meer bij een coöperatie met een eigen architectenbureau (Michaelsen). Hier ontwierp hij zijn eerste bekende project, een huishoudschool die later zeer waarschijnlijk ook werd uitgevoerd. Na van Kranendonks terugkeer in Nederland ontstond er al snel weer contact met de Technische Hogeschool in Delft. Eerst was hij hier zeven jaar lang de assistent van professor Nico Lansdorp en in 1957 werd hij zelf benoemd tot hoogleraar met de opdracht het architectonisch ontwerp in het tweede studiejaar. Ook gaf hij twee jaar les aan de H.B.O. in Tilburg en was hij van 1946 tot 1954 redactiesecretaris van het Katholiek Bouwblad, waarin hij zelf ook regelmatig in publiceerde.Na het behalen van zijn diploma associeerde Van Kranendonk zich met architecten H. (Henri) J.W. Thunnissen (1890-1978), wiens dochter hij ook huwde, en diens zoon A. (Andre) W.P. Thunnissen (1921) in het Architectenbureau Thunnissen-Van Kranendonk-Thunnissen te Den Haag, vanaf omstreeks 1963 aangevuld met de Hongaarse vluchteling en architect M.J. Becka. Tezamen ontwierpen ze enkele decennia lang hoofdzakelijk voor katholieke opdrachtgevers. Aan het einde van de jaren 1940 ontwierp Van Kranendonk zijn eerste woningbouw in Den Haag en Breda. In Breda gaf hij in samenwerking met zijn leermeester M.J. Granpré Molière mede vorm aan de wederopbouwwijk Heuvelkwartier. Begin jaren 1950 maakte hij een aantal prijsvraagontwerpen voor gemeentehuizen in Schiedam, Cuyk en Amersfoort, waarvan alleen het laatste werd uitgevoerd. Omvangrijker en interessanter zijn Van Kranendonks kerkontwerpen, die veelal in samenwerking met H. en A. Thunnissen tot stand kwamen. Aanvankelijk hanteerde Van Kranendonk hiervoor nog een traditionalistische trant verwant aan die van de Delftse School, dat wil zeggen schoon metselwerk, opvallende torens en vormen ontleend aan historische voorbeelden. De 'polderkerken' te Middenmeer (1953), Ens (1956) en Luttelgeest (1956) getuigen van deze traditionalistische en ingetogen sfeer. Het omvangrijke seminariecomplex te Noordwijkerhout uit 1958 vormt met de vrijstaande kapel op ronde grondslag de overgang naar meer gewaagde vormen in de jaren 1960. Hoogtepunt in dit opzicht vormde de Don Bosco-kerk te Alkmaar uit 1961. Van Kranendonk bedacht hier een centrale aanleg onder één monumentaal tentdak waarmee een optimale relatie tussen de kerkgangers en het hoofdaltaar kon worden bereikt. Een eveneens gewaagde dakconstructie is die van de Moeder Gods kerk te Roosendaal (1966); hier overspant de betonnen 'hypparschaal' een kerkruimte van 21 vierkante meter. Behalve kerken, ontwierp Van Kranendonk tal van scholen. De laatste jaren ontwierp Van Kranendonk vooral in zijn woonplaats Den Haag. Belangrijke projecten hier zijn kantoorgebouwen aan de Scheveningseweg (1977) en de Koninginnegracht (omstreeks 1979), en de Sint Antonius van Paduakerk aan de Fluwelen Burgwal uit 1984. Van een herkenbare architectonische signatuur is echter geen sprake. De bijgaande werkenlijst biedt een zo compleet mogelijk overzicht van het oeuvre van Van Kranendonk, tot stand gekomen op basis van literatuur- en verkennend archiefonderzoek en gesprekken met A. (W.P.) Thunnissen. Bij het NAi bevindt zich verder geen archiefmateriaal. Uitgangspunt bij de selectie was het aandeel van Van Kranendonk bij een ontwerp. In enkele gevallen werd een ontwerp echter door zowel Van Kranendonk als door H. en A. Thunnissen uitgevoerd, of het is niet bekend wie de hoofdverantwoordelijke is. Ook deze werken zijn in de lijst opgenomen. Opleiding: H.B.S. Delft/1929-1934;M.T.S. Amsterdam (bouwkunde)/1934-1937;T.H. Delft (bouwkunde)/1937-1945 Nevenactiviteiten: T.H. Delft/assistent en hoogleraar/;R.K. Bouwblad/redactielid/;Haagsche Kunstkring/lid/;Grijze Kring/lid/;Sint Pieterskring/lid/

Kranendonk, Antoon van

A. van Kranendonk (1917-1991) Antoon van Kranendonk (1917-1991), katholiek architect tussen oud en nieuw. Antoon van Kranendonk werd op 17 februari 1917 in Brielle geboren en groeide op in een literair milieu. In 1920 verhuisde de familie naar Delft, waar hij de H.B.S. volgde, en in 1933 naar Amsterdam waar zijn vader hoogleraar Engelse Letterkunde werd. Nadat hij in Amsterdam de M.T.S. had afgerond en enige maanden als ontwerper van grafzerker had gewerkt, besloot hij in 1937 aan de Technische Hogeschool te Delft Bouwkunde te gaan studeren. Hier studeerde hij in 1945 af als bouwkundig ingenieur. Vanwege een gebrek aan opdrachten in Nederland besloot hij echter eerst een uitgebreide studiereis naar Scandinavië te maken. In Denemarken werkte hij onder meer bij een coöperatie met een eigen architectenbureau (Michaelsen). Hier ontwierp hij zijn eerste bekende project, een huishoudschool die later zeer waarschijnlijk ook werd uitgevoerd. Na van Kranendonks terugkeer in Nederland ontstond er al snel weer contact met de Technische Hogeschool in Delft. Eerst was hij hier zeven jaar lang de assistent van professor Nico Lansdorp en in 1957 werd hij zelf benoemd tot hoogleraar met de opdracht het architectonisch ontwerp in het tweede studiejaar. Ook gaf hij twee jaar les aan de H.B.O. in Tilburg en was hij van 1946 tot 1954 redactiesecretaris van het Katholiek Bouwblad, waarin hij zelf ook regelmatig in publiceerde.Na het behalen van zijn diploma associeerde Van Kranendonk zich met architecten H. (Henri) J.W. Thunnissen (1890-1978), wiens dochter hij ook huwde, en diens zoon A. (Andre) W.P. Thunnissen (1921) in het Architectenbureau Thunnissen-Van Kranendonk-Thunnissen te Den Haag, vanaf omstreeks 1963 aangevuld met de Hongaarse vluchteling en architect M.J. Becka. Tezamen ontwierpen ze enkele decennia lang hoofdzakelijk voor katholieke opdrachtgevers. Aan het einde van de jaren 1940 ontwierp Van Kranendonk zijn eerste woningbouw in Den Haag en Breda. In Breda gaf hij in samenwerking met zijn leermeester M.J. Granpré Molière mede vorm aan de wederopbouwwijk Heuvelkwartier. Begin jaren 1950 maakte hij een aantal prijsvraagontwerpen voor gemeentehuizen in Schiedam, Cuyk en Amersfoort, waarvan alleen het laatste werd uitgevoerd. Omvangrijker en interessanter zijn Van Kranendonks kerkontwerpen, die veelal in samenwerking met H. en A. Thunnissen tot stand kwamen. Aanvankelijk hanteerde Van Kranendonk hiervoor nog een traditionalistische trant verwant aan die van de Delftse School, dat wil zeggen schoon metselwerk, opvallende torens en vormen ontleend aan historische voorbeelden. De 'polderkerken' te Middenmeer (1953), Ens (1956) en Luttelgeest (1956) getuigen van deze traditionalistische en ingetogen sfeer. Het omvangrijke seminariecomplex te Noordwijkerhout uit 1958 vormt met de vrijstaande kapel op ronde grondslag de overgang naar meer gewaagde vormen in de jaren 1960. Hoogtepunt in dit opzicht vormde de Don Bosco-kerk te Alkmaar uit 1961. Van Kranendonk bedacht hier een centrale aanleg onder één monumentaal tentdak waarmee een optimale relatie tussen de kerkgangers en het hoofdaltaar kon worden bereikt. Een eveneens gewaagde dakconstructie is die van de Moeder Gods kerk te Roosendaal (1966); hier overspant de betonnen 'hypparschaal' een kerkruimte van 21 vierkante meter. Behalve kerken, ontwierp Van Kranendonk tal van scholen. De laatste jaren ontwierp Van Kranendonk vooral in zijn woonplaats Den Haag. Belangrijke projecten hier zijn kantoorgebouwen aan de Scheveningseweg (1977) en de Koninginnegracht (omstreeks 1979), en de Sint Antonius van Paduakerk aan de Fluwelen Burgwal uit 1984. Van een herkenbare architectonische signatuur is echter geen sprake. De bijgaande werkenlijst biedt een zo compleet mogelijk overzicht van het oeuvre van Van Kranendonk, tot stand gekomen op basis van literatuur- en verkennend archiefonderzoek en gesprekken met A. (W.P.) Thunnissen. Bij het NAi bevindt zich verder geen archiefmateriaal. Uitgangspunt bij de selectie was het aandeel van Van Kranendonk bij een ontwerp. In enkele gevallen werd een ontwerp echter door zowel Van Kranendonk als door H. en A. Thunnissen uitgevoerd, of het is niet bekend wie de hoofdverantwoordelijke is. Ook deze werken zijn in de lijst opgenomen. Opleiding: H.B.S. Delft/1929-1934;M.T.S. Amsterdam (bouwkunde)/1934-1937;T.H. Delft (bouwkunde)/1937-1945 Nevenactiviteiten: T.H. Delft/assistent en hoogleraar/;R.K. Bouwblad/redactielid/;Haagsche Kunstkring/lid/;Grijze Kring/lid/;Sint Pieterskring/lid/