Evers, Adriaan

A. Evers (1914-1997) en G.J.M. Sarlemijn (1909-1993) Het architectenbureau Evers & Sarlemijn is onlosmakelijk verbonden met de hoogtijdagen van de katholieke verzuiling. Gerardus Josephus Maria Sarlemijn (1909, Amsterdam) volgde de opleiding bouwkunde aan de Middelbare Technische School. (MTS). In 1932 vestigde hij zich als architect in Amsterdam en hij werkte enkele jaren als chef de bureau bij de binnenhuisarchitect P. Bromberg. In deze periode deed hij voornamelijk kleinere opdrachten: meubelontwerpen, interieurs en verbouwingen. In 1940-1941 volgde hij samen met onder anderen A. Evers colleges bij M.J. Granpré Molière en in 1941 richtte hij met Evers het architectenbureau A. Evers & G.J.M. Sarlemijn op. Adriaan (Aat) Evers (1914, Amsterdam) had eveneens bouwkunde gestudeerd aan de MTS. Na zijn studie had hij gewerkt bij ir. J.E. Wiersma, bij ir. J.F. Berghoef en bij de Nederlandse Spoorwegen. In die laatste hoedanigheid was hij betrokken bij de bouw van het Amstelstation door ir. H.G.J. Schelling. Tijdens de bezetting hielden de beide architecten het hoofd boven water met kleine interieuropdrachten, opmetingen van monumenten en docentschappen. Bovendien volgden ze colleges bouwkunde en wijsbegeerte. Pas na de Tweede Wereldoorlog kreeg het bureau grotere opdrachten. Het bureau bouwde kerken en schoolgebouwen en was betrokken bij woningbouw in Amstelveen, Amsterdam, Bergen op Zoom, Breda, Den Bosch, Gorkum, Krommenie, Nijmegen, Roosendaal en Wormerveer. Tot de grotere opdrachten behoorden het Gewestelijk Arbeidsbureau in Leiden en de Psychiatrische inrichting Willibrord in Heiloo. De beide architecten bouwden in de in katholieke kring gangbare behoudende stijl van de Bossche School. Sarlemijn was zeer actief in het katholieke verenigingswezen: Hij was secretaris van de kring van kerkenbouwers in het bisdom Haarlem (de Pieterskring) en bestuurslid van de Algemene Katholieke Kunstenaarsvereniging (AKKV). Met de benoeming tot Ridder in de orde van de Heilige Gregorius de Grote kreeg hij voor deze werkzaamheden een hoge pauselijke onderscheiding. Evers, die lange tijd lid was van de Monumentenraad, kreeg de Gouden Speld van de Gemeente Amsterdam vanwege zijn verdienste voor het inventariseren van monumenten in Amsterdam. Begin jaren tachtig van de 20e eeuw staakten de beide architecten hun werkzaamheden. Sarlemijn overleed in 1993 en Evers in 1997. NB: het oeuvre van A. Evers is niet (volledig) geïnventariseerd. Opleiding: Middelbare Technische School, bouwkunde/ Nevenactiviteiten: Rijkscommissie voor de Monumentenzorg/lid/;Raad voor de Stedebouw, Amsterdam/lid/;Gemeentelijke Monumentencommissie, Amsterdam/lid/ Ereblijken: Ridder in de orde van de Heilige Gregorius de Grote/;Gouden Speld van de Gemeente Amsterdam/

Evers, Adriaan

A. Evers (1914-1997) en G.J.M. Sarlemijn (1909-1993) Het architectenbureau Evers & Sarlemijn is onlosmakelijk verbonden met de hoogtijdagen van de katholieke verzuiling. Gerardus Josephus Maria Sarlemijn (1909, Amsterdam) volgde de opleiding bouwkunde aan de Middelbare Technische School. (MTS). In 1932 vestigde hij zich als architect in Amsterdam en hij werkte enkele jaren als chef de bureau bij de binnenhuisarchitect P. Bromberg. In deze periode deed hij voornamelijk kleinere opdrachten: meubelontwerpen, interieurs en verbouwingen. In 1940-1941 volgde hij samen met onder anderen A. Evers colleges bij M.J. Granpré Molière en in 1941 richtte hij met Evers het architectenbureau A. Evers & G.J.M. Sarlemijn op. Adriaan (Aat) Evers (1914, Amsterdam) had eveneens bouwkunde gestudeerd aan de MTS. Na zijn studie had hij gewerkt bij ir. J.E. Wiersma, bij ir. J.F. Berghoef en bij de Nederlandse Spoorwegen. In die laatste hoedanigheid was hij betrokken bij de bouw van het Amstelstation door ir. H.G.J. Schelling. Tijdens de bezetting hielden de beide architecten het hoofd boven water met kleine interieuropdrachten, opmetingen van monumenten en docentschappen. Bovendien volgden ze colleges bouwkunde en wijsbegeerte. Pas na de Tweede Wereldoorlog kreeg het bureau grotere opdrachten. Het bureau bouwde kerken en schoolgebouwen en was betrokken bij woningbouw in Amstelveen, Amsterdam, Bergen op Zoom, Breda, Den Bosch, Gorkum, Krommenie, Nijmegen, Roosendaal en Wormerveer. Tot de grotere opdrachten behoorden het Gewestelijk Arbeidsbureau in Leiden en de Psychiatrische inrichting Willibrord in Heiloo. De beide architecten bouwden in de in katholieke kring gangbare behoudende stijl van de Bossche School. Sarlemijn was zeer actief in het katholieke verenigingswezen: Hij was secretaris van de kring van kerkenbouwers in het bisdom Haarlem (de Pieterskring) en bestuurslid van de Algemene Katholieke Kunstenaarsvereniging (AKKV). Met de benoeming tot Ridder in de orde van de Heilige Gregorius de Grote kreeg hij voor deze werkzaamheden een hoge pauselijke onderscheiding. Evers, die lange tijd lid was van de Monumentenraad, kreeg de Gouden Speld van de Gemeente Amsterdam vanwege zijn verdienste voor het inventariseren van monumenten in Amsterdam. Begin jaren tachtig van de 20e eeuw staakten de beide architecten hun werkzaamheden. Sarlemijn overleed in 1993 en Evers in 1997. NB: het oeuvre van A. Evers is niet (volledig) geïnventariseerd. Opleiding: Middelbare Technische School, bouwkunde/ Nevenactiviteiten: Rijkscommissie voor de Monumentenzorg/lid/;Raad voor de Stedebouw, Amsterdam/lid/;Gemeentelijke Monumentencommissie, Amsterdam/lid/ Ereblijken: Ridder in de orde van de Heilige Gregorius de Grote/;Gouden Speld van de Gemeente Amsterdam/