Linge, Evert van

Evert van Linge (1895-1964) Evert van Linge, geboren in 1895 te Veendam, volgt vanaf 1915 een opleiding tot bouwkundig tekenaar aan de Academie Minerva te Groningen. In 1916 vertrekt hij naar Amsterdam alwaar hij les krijgt op het Voortgezet Hoger Bouwkundig Onderricht (VHBO). Na drie jaar werkzaam te zijn geweest bij het architectenbureau van de gebroeders H.A.J. en J. Baanders, vestigt hij zich in 1920 als zelfstandig architect te Groningen. Sinds 1914 speelt Van Linge regelmatig in het succesvolle eerste elftal van de Groninger voetbalvereniging “Be Quick”. Hij wordt aanvoerder van de club en maakt deel uit van het Nederlands elftal. Zijn band met “Be Quick” leidt in 1920 tot een van zijn eerste opdrachten; de bouw van een nieuw stadion te Haren. In 1922 wordt Van Linge lid van de Groninger Kunstkring “De Ploeg”. Zijn vroege werk, dat te zien is op tentoonstellingen van De Ploeg in 1923 en 1924, is voornamelijk sterk geïnspireerd door de Amsterdamse School. Deze stijl vond in Groningen veel navolging. Daarnaast experimenteert Van Linge ook met andere stijlvormen, zoals De Stijl en het Nieuwe Bouwen. Zijn prijsvraagontwerp voor een Volkenbondspaleis te Genève uit 1927 wordt veelal gezien als het hoogtepunt in het werk van Van Linge. Dit functionalistisch getinte ontwerp is beloond met een eervolle vermelding tweede klasse, een niet geringe prestatie in een veld van internationale deelnemers. In 1935 gaat Van Linge een samenwerkingsverband aan met de Delftse ir. G. Bosma. Deze samenwerking duurt officieel tot 1946, maar ook daarna werken ze veelvuldig samen. Zij nemen actief deel aan de wederopbouw van Groningen. Verscheidene panden worden herbouwd, waaronder hotel “Baulig”(1944), de Groninger Kook- en Huishoudschool (vanaf 1949) en een asbestfabriek (1949). Aan een aantal ontwerpen werkt ook de architect J.B. Bakema mee, die vanaf 1944, na uit Duitse gevangenschap te zijn ontsnapt, enige tijd bij Van Linge is ondergedoken. Behalve met de herbouw van panden, houden Van Linge en Bosma zich intensief bezig met verscheidene toepassingen van systeembouw. Zij ontwikkelen in 1946 de zogenaamde 'kunstharswoning', waarvan er verscheidene worden neergezet in Haren en Veendam. Ook ontwerpen zij vanaf 1947 een groot aantal duplex-woningen voor de stichting “Pelita”, die is opgericht om oud-Indiëgangers op te vangen en indien nodig te huisvesten. Dergelijke woningen worden onder andere gebouwd in Groningen, Leeuwarden, Santpoort en Zeist. In januari 1954 komt Everts zoon, ir. Arent E. van Linge, bij het bureau te werken. Het bureau verhuist in 1960 naar Haren. Na de dood van Evert van Linge in 1964 wordt het bureau voortgezet onder de naam “Van Linge en Kleinjan bv”. Tentoonstellingen Werk van Van Linge was te zien op de volgende tentoonstellingen: “De Ploeg”, Kunstlievend Genootschap Pictura te Groningen, 1923 en 1924 (catalogus 1924) “De Amsterdamsche School, Stedelijk Museum te Amsterdam, 1975 (catalogus) “De Ploeg”, Dordrecht, 1976 “E.van Linge”, Groningen, 1993

Linge, Evert van

Evert van Linge (1895-1964) Evert van Linge, geboren in 1895 te Veendam, volgt vanaf 1915 een opleiding tot bouwkundig tekenaar aan de Academie Minerva te Groningen. In 1916 vertrekt hij naar Amsterdam alwaar hij les krijgt op het Voortgezet Hoger Bouwkundig Onderricht (VHBO). Na drie jaar werkzaam te zijn geweest bij het architectenbureau van de gebroeders H.A.J. en J. Baanders, vestigt hij zich in 1920 als zelfstandig architect te Groningen. Sinds 1914 speelt Van Linge regelmatig in het succesvolle eerste elftal van de Groninger voetbalvereniging “Be Quick”. Hij wordt aanvoerder van de club en maakt deel uit van het Nederlands elftal. Zijn band met “Be Quick” leidt in 1920 tot een van zijn eerste opdrachten; de bouw van een nieuw stadion te Haren. In 1922 wordt Van Linge lid van de Groninger Kunstkring “De Ploeg”. Zijn vroege werk, dat te zien is op tentoonstellingen van De Ploeg in 1923 en 1924, is voornamelijk sterk geïnspireerd door de Amsterdamse School. Deze stijl vond in Groningen veel navolging. Daarnaast experimenteert Van Linge ook met andere stijlvormen, zoals De Stijl en het Nieuwe Bouwen. Zijn prijsvraagontwerp voor een Volkenbondspaleis te Genève uit 1927 wordt veelal gezien als het hoogtepunt in het werk van Van Linge. Dit functionalistisch getinte ontwerp is beloond met een eervolle vermelding tweede klasse, een niet geringe prestatie in een veld van internationale deelnemers. In 1935 gaat Van Linge een samenwerkingsverband aan met de Delftse ir. G. Bosma. Deze samenwerking duurt officieel tot 1946, maar ook daarna werken ze veelvuldig samen. Zij nemen actief deel aan de wederopbouw van Groningen. Verscheidene panden worden herbouwd, waaronder hotel “Baulig”(1944), de Groninger Kook- en Huishoudschool (vanaf 1949) en een asbestfabriek (1949). Aan een aantal ontwerpen werkt ook de architect J.B. Bakema mee, die vanaf 1944, na uit Duitse gevangenschap te zijn ontsnapt, enige tijd bij Van Linge is ondergedoken. Behalve met de herbouw van panden, houden Van Linge en Bosma zich intensief bezig met verscheidene toepassingen van systeembouw. Zij ontwikkelen in 1946 de zogenaamde 'kunstharswoning', waarvan er verscheidene worden neergezet in Haren en Veendam. Ook ontwerpen zij vanaf 1947 een groot aantal duplex-woningen voor de stichting “Pelita”, die is opgericht om oud-Indiëgangers op te vangen en indien nodig te huisvesten. Dergelijke woningen worden onder andere gebouwd in Groningen, Leeuwarden, Santpoort en Zeist. In januari 1954 komt Everts zoon, ir. Arent E. van Linge, bij het bureau te werken. Het bureau verhuist in 1960 naar Haren. Na de dood van Evert van Linge in 1964 wordt het bureau voortgezet onder de naam “Van Linge en Kleinjan bv”. Tentoonstellingen Werk van Van Linge was te zien op de volgende tentoonstellingen: “De Ploeg”, Kunstlievend Genootschap Pictura te Groningen, 1923 en 1924 (catalogus 1924) “De Amsterdamsche School, Stedelijk Museum te Amsterdam, 1975 (catalogus) “De Ploeg”, Dordrecht, 1976 “E.van Linge”, Groningen, 1993