Staal-Kropholler, Margaret

(Bonas Essay door J. Grutzbauch; verkorte versie) Margaret Staal-Kropholler (1891-1966) Margaret Kropholler werd geboren op 27 juni 1891 in Haarlem. Haar vader was Jacobus Kropholler (1850-1922), een makelaar in roerende goederen. Haar moeder Margaret Bisset (1861-1943) was van Schotse afkomst. Alle kinderen Kropholler waren artistiek begaafd: Jacobus (A.J., roepnaam Co) en Margaret werden allebei architect, Alexander en Kees werkten als musici in Duitsland en Julie Louise werd tekenlerares. Margaret Kropholler wordt in de literatuur altijd genoemd als de eerste vrouwelijke architect in Nederland. Zij hield zich voornamelijk bezig met architectuur en interieurarchitectuur. Veel waarde hechte zij aan de detaillering en vooral later besteedde zij veel tijd aan het ontwerpen van woningplattegronden. In het bijzonder wijdde ze zich aan de woningbouw en in latere tijd verwezenlijkte ze een behoorlijk aantal aan winkelverbouwingen en -interieurs. Doordat Margaret Kropholler in verband met haar activiteiten voor de Nederlandse Huishoudraad en de Nederlandse Vereniging voor Huisvrouwen een aantal bestuursfuncties vervulde, trad zij ook maatschappelijk op de voorgrond. Eerst woonde Margaret Kropholler aan de Keizersgracht 551 te Amsterdam; in 1918 ging zij samenwonen met Jan Frederik Staal aan de Weteringschans 83, boven Staals bureau. In december 1919 werd hun dochter Margaret geboren, maar Margaret Kropholler begon na de bevalling snel weer met werken. In 1936 trouwde zij met J.F.Staal, maar noemde zich pas na Staals dood (8 april 1940) Staal-Kropholler. Margaret Staal-Kropholler overleed op 15 november 1966 in Amsterdam. Opleiding Na de lagere school bezocht Margaret Kropholler de Dagteeken-en Ambachtschool voor Meisjes aan de Groenburgwal 24 in Amsterdam (1904-1907). Zij ging na deze opleiding in de leer bij haar oudere broer Jacobus Kropholler, die samen met Jan Frederik Staal een architectenbureau had opgericht. Margaret Kropholler volgde een cursus bouwkunde aan de School voor Bouwkunde, Versierende Kunsten en Ambachten in Haarlem, en daarna de avondopleiding aan de Academie van Bouwkunst te Amsterdam (1914-1916). Haar docenten waren daar o.a. A.W. Weissman en J.Th.C. Cuypers. Maar zij maakte deze opleiding niet af. Op het bureau Staal & Kropholler ontwierp zij vooral meubels, lampen en kunstvoorwerpen. Maar zij leerde ook bouwkundig tekenen en kreeg als dagelijks opzichter bij verschillende bouwwerken de mogelijkheid met de bouwuitvoering vertrouwd te raken. Eerste werkzaamheden Reeds in 1913, op 21-jarige leeftijd, kreeg Margaret Kropholler haar eerste opdracht: de inrichting van 'het Huis 1913' op de Amsterdamse tentoonstelling 'De Vrouw 1813-1913'. Deze tentoonstelling werd gehouden vanwege het honderdjarig bestaan van Nederland als onafhankelijk koninkrijk en herdacht werd in het bijzonder de onafhankelijkheid van de vrouw en haar politieke gelijkstelling. Margaret Kropholler ontwierp de indeling van de woning, de meubels en de verlichting. In 1915 werkte zij - gedurende een half jaar (1 februari tot september) -als opzichter-tekenaar bij de dienst Publieke Werken in Amsterdam. Vanaf 1916 was zij, naast haar werkzaamheden op het bureau van J.F. Staal, ook als zelfstandig architect werkzaam. De jaren twintig en dertig In de volgende jaren werden verdere ontwerpen van haar verwezenlijkt, alle in de stijl van de Amsterdamse School, en Margaret Kropholler kreeg daardoor zelfs internationale erkenning. In 1925 naam zij deel aan de Nederlandse inzending voor de Exposition des Art Décoratifs in Parijs en kreeg er ook een onderscheiding voor haar werk: voor Architectuur werd haar een Medaille d'Argent toegekend en in de afdeeling Boek- en Drukkunst en toegepaste Grafiek, kreeg zij een Medaille de Bronze. In Augustus 1929 verhuisden Margaret Kropholler en J.F. Staal met hun dochter Margaret naar de Lassusstraat 9b in Amsterdam-Zuid. Voor dit nieuw huis ontwierp Margaret Kropholler het interieur. Deze meubels tonen al een zeer zakelijke stijl; de stijl van de Amsterdamse School heeft intussen ook in Margaret Krophollers oeuvre plaats gemaakt voor de Nieuwe Zakelijkheid. Aan het einde van de jaren twintig oefenden de ideeën van het Nieuwe Bouwen steeds meer invloed uit op het werk van Margaret Kropholler. In de jaren dertig werkte zij aan een aantal projecten samen met haar man J.F. Staal. Hij bewonderde haar werk, en noemde haar een architect "wier werk ik in alle eerlijkheid en objectiviteit hoogacht." Volgens hem was zij zowel technisch als artistiek bijzonder goed. Staal oefende met zekerheid een grote invloed op haar uit. Hun werken tonen ook sterke parallelen. Zij assisteerde hem ook bij enige prijsvragen. Hun belangrijkste samenlijke project is de Beurs in Rotterdam, voor wie ze delen van het interieur heeft ontworpen. Margaret Staal-Krophollers grafisch werk beperkte zich tot het ontwerpen van een omslag voor 'Architectura' (1921/1) en twee omslagen voor 'Wendingen' (1924/4 en 1929/5). Periode na 1945 Na de oorlog hield Margaret Kropholler zich bezig met woningbouwprojecten voor de wederopbouw, maar de meeste ervan werden niet verwezenlijkt. Haar werkzaamheden kregen te maken met nieuwe beperkende bepalingen voor de volkswoningbouw. Zo werd haar eerste grote woonproject (Badhoevedorp) niet gerealiseerd, omdat de woningen plotseling te groot waren voor het nieuwe maximum bouwvolume en het vloeroppervlak. Door haar belangstelling voor interieurs, kreeg zij in de jaren 40 en 50 een aantal opdrachten voor winkelverbouwingen, waarvan de meeste ook uitgevoerd werden. Door deelname aan enquêtes, lezingen, e.d. bleef Margaret Kropholler tot in de jaren zestig maatschappelijk actief. Huisvrouw en architect Voor Margaret Staal-Kropholler was 'huisvrouw en architect' te zijn een uitgesproken goede combinatie. Zij was van mening dat vrouwen veel beter weten hoe het huishoudelijke werk te beperken en te vergemakkelijken. Een vrouwelijke architect zou daarom het ontwerpen van een uitstekend woning garanderen. Margaret Krophollers doel was door comfortabel en praktisch ingerichtte woningen de arbeid van de huisvrouw makkelijker te maken. Daarom besteedde zij veel tijd aan het ontwerpen van functionele woning-plattegronden. Zij hield regelmatig lezingen en publiceerde haar ideeën in vakbladen. Al in 1918 gaf zij lezingen voor de Nederlandse Vereniging van Huisvrouwen over "De vrouw en haar woning". Daar praatte Kropholler over wat voor ons tegenwoordig vanzelfsprekend is: de woningen dienen praktisch ingericht te worden om onnodige arbeid te kunnen voorkomen. Zij hield zich zelfs bezig met details zoals het feit dat de elektrische stofzuiger in alle vertrekken moet kunnen worden gebruikt. Verenigingen Vanaf 1940 was Kropholler lid van de BNA. In 1941 en 1945 volgde ze twee leergangen in het Maartenshuis te Doorn van de vereniging Architectura et Amicitia over 'Architectuur' en 'De techniek en de architectuur'. Andere vrouwelijke deelnemers waren o.a. Lotte Stam-Beese, Truus Schröder-Schräder en Ida Falkenberg. Op aanvragen van laatstgenoemde werd Kropholler in 1946 ook lid van de GKf (Gebonden Kunsten federatie). Van 1950-1955 was zij actief als voorzitter van de Woningcommissie van de Nederlandse Huishoudraad. In 1954 hield Kropholler zich bezig met het ontwerpen van woningplattegronden voor 'een onmaatschappelijk gezin', een thema dat in de Woningcommissie behandeld werd. Slot "Ik heb nooit bepaald plan gehad om architecte te worden", vertelde Margaret Staal-Kropholler, "het is zo'n beetje van zelf gegaan." Margaret Staal-Kropholler was niet alleen een Amsterdamse School-architecte, maar heeft in haar loopbaan een aantal ontwikkelingen in de architectuur meegemaakt. Met haar projecten in de stijl van de Amsterdamse School verwierf zij weliswaar eerste bekendheid, maar kwam via de 'Nieuwe Zakelijkheid' tot een sobere, nuchtere stijl in de jaren 50. Het Louise Went Huis, haar laatste grote project, spreekt - 40 jaar naar het Park Meerwijk - een totaal andere vormentaal. Aan Margaret Krophollers oeuvre is goed te herkennen, dat architectuur-opvattingen toch soms mode-verschijnsel zijn, die ook in de loop van de tijd aan sterke veranderingen onderhevig zijn. Opleiding: Dagteeken- en Ambachtsschool voor Meisjes Amsterdam/1904-1907;leer bij Jacobus Kropholler/;School voor Bouwkunde, Versierende Kunsten en Ambachten, Haarlem/;Academie van Bouwkunst Amsterdam/1914-1916 Nevenfuncties: BNA/lid/1940-;Gebonden Kunsten federatie (GKf)/lid/1946;Woningcommissie van de Nederlandse Huishoudraad/voorzitter/1950-1955 Ereblijken: toekenning Medaille d'Argent voor Architectuur bij de Exposition des Art Décoratifs in Parijs/1925;toekenning Medaille de Bronze in de afdeling Boek- en Drukkunst en toegepaste Grafiek bij de Exposition des Art Décoratifs in Parijs/1925 Archief: NAi/STAX;NAi/STAZ;NAi/TENT 181-182

Staal-Kropholler, Margaret

(Bonas Essay door J. Grutzbauch; verkorte versie) Margaret Staal-Kropholler (1891-1966) Margaret Kropholler werd geboren op 27 juni 1891 in Haarlem. Haar vader was Jacobus Kropholler (1850-1922), een makelaar in roerende goederen. Haar moeder Margaret Bisset (1861-1943) was van Schotse afkomst. Alle kinderen Kropholler waren artistiek begaafd: Jacobus (A.J., roepnaam Co) en Margaret werden allebei architect, Alexander en Kees werkten als musici in Duitsland en Julie Louise werd tekenlerares. Margaret Kropholler wordt in de literatuur altijd genoemd als de eerste vrouwelijke architect in Nederland. Zij hield zich voornamelijk bezig met architectuur en interieurarchitectuur. Veel waarde hechte zij aan de detaillering en vooral later besteedde zij veel tijd aan het ontwerpen van woningplattegronden. In het bijzonder wijdde ze zich aan de woningbouw en in latere tijd verwezenlijkte ze een behoorlijk aantal aan winkelverbouwingen en -interieurs. Doordat Margaret Kropholler in verband met haar activiteiten voor de Nederlandse Huishoudraad en de Nederlandse Vereniging voor Huisvrouwen een aantal bestuursfuncties vervulde, trad zij ook maatschappelijk op de voorgrond. Eerst woonde Margaret Kropholler aan de Keizersgracht 551 te Amsterdam; in 1918 ging zij samenwonen met Jan Frederik Staal aan de Weteringschans 83, boven Staals bureau. In december 1919 werd hun dochter Margaret geboren, maar Margaret Kropholler begon na de bevalling snel weer met werken. In 1936 trouwde zij met J.F.Staal, maar noemde zich pas na Staals dood (8 april 1940) Staal-Kropholler. Margaret Staal-Kropholler overleed op 15 november 1966 in Amsterdam. Opleiding Na de lagere school bezocht Margaret Kropholler de Dagteeken-en Ambachtschool voor Meisjes aan de Groenburgwal 24 in Amsterdam (1904-1907). Zij ging na deze opleiding in de leer bij haar oudere broer Jacobus Kropholler, die samen met Jan Frederik Staal een architectenbureau had opgericht. Margaret Kropholler volgde een cursus bouwkunde aan de School voor Bouwkunde, Versierende Kunsten en Ambachten in Haarlem, en daarna de avondopleiding aan de Academie van Bouwkunst te Amsterdam (1914-1916). Haar docenten waren daar o.a. A.W. Weissman en J.Th.C. Cuypers. Maar zij maakte deze opleiding niet af. Op het bureau Staal & Kropholler ontwierp zij vooral meubels, lampen en kunstvoorwerpen. Maar zij leerde ook bouwkundig tekenen en kreeg als dagelijks opzichter bij verschillende bouwwerken de mogelijkheid met de bouwuitvoering vertrouwd te raken. Eerste werkzaamheden Reeds in 1913, op 21-jarige leeftijd, kreeg Margaret Kropholler haar eerste opdracht: de inrichting van 'het Huis 1913' op de Amsterdamse tentoonstelling 'De Vrouw 1813-1913'. Deze tentoonstelling werd gehouden vanwege het honderdjarig bestaan van Nederland als onafhankelijk koninkrijk en herdacht werd in het bijzonder de onafhankelijkheid van de vrouw en haar politieke gelijkstelling. Margaret Kropholler ontwierp de indeling van de woning, de meubels en de verlichting. In 1915 werkte zij - gedurende een half jaar (1 februari tot september) -als opzichter-tekenaar bij de dienst Publieke Werken in Amsterdam. Vanaf 1916 was zij, naast haar werkzaamheden op het bureau van J.F. Staal, ook als zelfstandig architect werkzaam. De jaren twintig en dertig In de volgende jaren werden verdere ontwerpen van haar verwezenlijkt, alle in de stijl van de Amsterdamse School, en Margaret Kropholler kreeg daardoor zelfs internationale erkenning. In 1925 naam zij deel aan de Nederlandse inzending voor de Exposition des Art Décoratifs in Parijs en kreeg er ook een onderscheiding voor haar werk: voor Architectuur werd haar een Medaille d'Argent toegekend en in de afdeeling Boek- en Drukkunst en toegepaste Grafiek, kreeg zij een Medaille de Bronze. In Augustus 1929 verhuisden Margaret Kropholler en J.F. Staal met hun dochter Margaret naar de Lassusstraat 9b in Amsterdam-Zuid. Voor dit nieuw huis ontwierp Margaret Kropholler het interieur. Deze meubels tonen al een zeer zakelijke stijl; de stijl van de Amsterdamse School heeft intussen ook in Margaret Krophollers oeuvre plaats gemaakt voor de Nieuwe Zakelijkheid. Aan het einde van de jaren twintig oefenden de ideeën van het Nieuwe Bouwen steeds meer invloed uit op het werk van Margaret Kropholler. In de jaren dertig werkte zij aan een aantal projecten samen met haar man J.F. Staal. Hij bewonderde haar werk, en noemde haar een architect "wier werk ik in alle eerlijkheid en objectiviteit hoogacht." Volgens hem was zij zowel technisch als artistiek bijzonder goed. Staal oefende met zekerheid een grote invloed op haar uit. Hun werken tonen ook sterke parallelen. Zij assisteerde hem ook bij enige prijsvragen. Hun belangrijkste samenlijke project is de Beurs in Rotterdam, voor wie ze delen van het interieur heeft ontworpen. Margaret Staal-Krophollers grafisch werk beperkte zich tot het ontwerpen van een omslag voor 'Architectura' (1921/1) en twee omslagen voor 'Wendingen' (1924/4 en 1929/5). Periode na 1945 Na de oorlog hield Margaret Kropholler zich bezig met woningbouwprojecten voor de wederopbouw, maar de meeste ervan werden niet verwezenlijkt. Haar werkzaamheden kregen te maken met nieuwe beperkende bepalingen voor de volkswoningbouw. Zo werd haar eerste grote woonproject (Badhoevedorp) niet gerealiseerd, omdat de woningen plotseling te groot waren voor het nieuwe maximum bouwvolume en het vloeroppervlak. Door haar belangstelling voor interieurs, kreeg zij in de jaren 40 en 50 een aantal opdrachten voor winkelverbouwingen, waarvan de meeste ook uitgevoerd werden. Door deelname aan enquêtes, lezingen, e.d. bleef Margaret Kropholler tot in de jaren zestig maatschappelijk actief. Huisvrouw en architect Voor Margaret Staal-Kropholler was 'huisvrouw en architect' te zijn een uitgesproken goede combinatie. Zij was van mening dat vrouwen veel beter weten hoe het huishoudelijke werk te beperken en te vergemakkelijken. Een vrouwelijke architect zou daarom het ontwerpen van een uitstekend woning garanderen. Margaret Krophollers doel was door comfortabel en praktisch ingerichtte woningen de arbeid van de huisvrouw makkelijker te maken. Daarom besteedde zij veel tijd aan het ontwerpen van functionele woning-plattegronden. Zij hield regelmatig lezingen en publiceerde haar ideeën in vakbladen. Al in 1918 gaf zij lezingen voor de Nederlandse Vereniging van Huisvrouwen over "De vrouw en haar woning". Daar praatte Kropholler over wat voor ons tegenwoordig vanzelfsprekend is: de woningen dienen praktisch ingericht te worden om onnodige arbeid te kunnen voorkomen. Zij hield zich zelfs bezig met details zoals het feit dat de elektrische stofzuiger in alle vertrekken moet kunnen worden gebruikt. Verenigingen Vanaf 1940 was Kropholler lid van de BNA. In 1941 en 1945 volgde ze twee leergangen in het Maartenshuis te Doorn van de vereniging Architectura et Amicitia over 'Architectuur' en 'De techniek en de architectuur'. Andere vrouwelijke deelnemers waren o.a. Lotte Stam-Beese, Truus Schröder-Schräder en Ida Falkenberg. Op aanvragen van laatstgenoemde werd Kropholler in 1946 ook lid van de GKf (Gebonden Kunsten federatie). Van 1950-1955 was zij actief als voorzitter van de Woningcommissie van de Nederlandse Huishoudraad. In 1954 hield Kropholler zich bezig met het ontwerpen van woningplattegronden voor 'een onmaatschappelijk gezin', een thema dat in de Woningcommissie behandeld werd. Slot "Ik heb nooit bepaald plan gehad om architecte te worden", vertelde Margaret Staal-Kropholler, "het is zo'n beetje van zelf gegaan." Margaret Staal-Kropholler was niet alleen een Amsterdamse School-architecte, maar heeft in haar loopbaan een aantal ontwikkelingen in de architectuur meegemaakt. Met haar projecten in de stijl van de Amsterdamse School verwierf zij weliswaar eerste bekendheid, maar kwam via de 'Nieuwe Zakelijkheid' tot een sobere, nuchtere stijl in de jaren 50. Het Louise Went Huis, haar laatste grote project, spreekt - 40 jaar naar het Park Meerwijk - een totaal andere vormentaal. Aan Margaret Krophollers oeuvre is goed te herkennen, dat architectuur-opvattingen toch soms mode-verschijnsel zijn, die ook in de loop van de tijd aan sterke veranderingen onderhevig zijn. Opleiding: Dagteeken- en Ambachtsschool voor Meisjes Amsterdam/1904-1907;leer bij Jacobus Kropholler/;School voor Bouwkunde, Versierende Kunsten en Ambachten, Haarlem/;Academie van Bouwkunst Amsterdam/1914-1916 Nevenfuncties: BNA/lid/1940-;Gebonden Kunsten federatie (GKf)/lid/1946;Woningcommissie van de Nederlandse Huishoudraad/voorzitter/1950-1955 Ereblijken: toekenning Medaille d'Argent voor Architectuur bij de Exposition des Art Décoratifs in Parijs/1925;toekenning Medaille de Bronze in de afdeling Boek- en Drukkunst en toegepaste Grafiek bij de Exposition des Art Décoratifs in Parijs/1925 Archief: NAi/STAX;NAi/STAZ;NAi/TENT 181-182