Bout-van Blerkom, Elsebeth

Elsebeth Bout-Van Blerkom werd geboren in Vlissingen in 1919. In 1938 begon zij aan de opleiding aan het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs in Amsterdam. Zij koos voor de richting interieurarchitectuur. Na het voltooien van deze opleiding ambieerde ze een studie bouwkunde. Tijdens de oorlog bereidde ze zich op deze studie voor door privélessen te volgen bij de architecten Mart Stam en Koen Limperg. Zij kreeg van hen les in architectonisch ontwerpen en statica. Na de oorlog studeerde zij verder aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam. Na haar studie hield zij haar voorkeur voor de binnenhuisarchitectuur. Later gaf ze les aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam en Arnhem. In 1948 begon Elsebeth Bout-van Blerkom met Ineke Deenik-Boks een bureau voor interieurarchitectuur onder de naam 'Interieurarchitectenbureau Van Blerkom en Boks', gevestigd aan de Amstel in Amsterdam. Het bureau ontwierp vooral interieurs van woonhuizen, maar ook van kantoren, een uitgeverij en een bank. Niet alle projecten ontwierpen zij samen. Veel collega's van Bout-van Blerkom raakten in de jaren vijftig en zestig betrokken bij de activiteiten van de Stichting Goed Wonen. Deze stichting wilde door modelwoningen, adviezen, cursussen en een tijdschrift de wooncultuur in Nederland verbeteren. Bout-van Blerkom was het wel eens met de uitgangspunten van Goed Wonen, maar vond deze manier van werken te massaal. Zij werkte bij voorkeur voor een particuliere opdrachtgever met wie ze direct kon communiceren. Werk van Elsebeth Bout-van Blerkom en Ineke Deenik-Boks is een aantal malen in het tijdschrift Goed Wonen gepubliceerd, maar is nooit in opdracht van de stichting gemaakt. Vanaf 1950 werkte het bureau Van Blerkom en Boks voor Werkspoor N.V., voorheen de Nederlandsche Fabriek van Werktuigen en Spoorwegmaterieel. Het bureau begon met het ontwerpen van kantoorinterieurs, later werden ook treininterieurs ontworpen en zorgde het bureau voor andere industriële vormgeving. De samenwerking met Werkspoor verliep zo goed dat Elsebeth Bout-Van Blerkom gevraagd werd de locomotief te ontwerpen voor de internationale Trans Europe Express (TEE). In 1957 werd haar ontwerp gerealiseerd. In 1955 begon het bureau Van Blerkom en Boks aan een vijf jaar durend project: het interieur van het GAK-kantoor van de architecten B. Merkelbach en P. Elling, gelegen aan het Bos en Lommerplein in Amsterdam. Deze opdracht neemt in het oeuvre van Bout-van Blerkom een belangrijke plaats in. Niet alleen bij het GAK hebben Bout-van Blerkom en Deenik-Boks samengewerkt met Merkelbach en Elling, ook bij de Gilissenbank in Amsterdam (1955) en de Ketjenfabriek in Amsterdam (1957) gebeurde dit. In 1964 kreeg Bout-van Blerkom de opdracht een appartement te verbouwen aan de Singel in Amsterdam. Dit appartement had slechts een oppervlakte van veertig vierkante meter. Zij slaagde erin de ruimte optimaal te benutten. Aan het eind van de jaren zestig van de twintigste eeuw besloot Bout-Van Blerkom met haar werk te stoppen en verbrak zij alle werkcontacten. Na enkele jaren niet als interieurontwerpster werkzaam geweest te zijn, begon ze midden in de jaren zeventig opnieuw een bureau, ditmaal samen met Frank Pluym (Bout & Pluym). Zij openden een architectenwinkel of ideeënwinkel in Amsterdam. Begin jaren tachtig stopte Bout-van Blerkom definitief met haar werk.

Bout-van Blerkom, Elsebeth

Elsebeth Bout-Van Blerkom werd geboren in Vlissingen in 1919. In 1938 begon zij aan de opleiding aan het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs in Amsterdam. Zij koos voor de richting interieurarchitectuur. Na het voltooien van deze opleiding ambieerde ze een studie bouwkunde. Tijdens de oorlog bereidde ze zich op deze studie voor door privélessen te volgen bij de architecten Mart Stam en Koen Limperg. Zij kreeg van hen les in architectonisch ontwerpen en statica. Na de oorlog studeerde zij verder aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam. Na haar studie hield zij haar voorkeur voor de binnenhuisarchitectuur. Later gaf ze les aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam en Arnhem. In 1948 begon Elsebeth Bout-van Blerkom met Ineke Deenik-Boks een bureau voor interieurarchitectuur onder de naam 'Interieurarchitectenbureau Van Blerkom en Boks', gevestigd aan de Amstel in Amsterdam. Het bureau ontwierp vooral interieurs van woonhuizen, maar ook van kantoren, een uitgeverij en een bank. Niet alle projecten ontwierpen zij samen. Veel collega's van Bout-van Blerkom raakten in de jaren vijftig en zestig betrokken bij de activiteiten van de Stichting Goed Wonen. Deze stichting wilde door modelwoningen, adviezen, cursussen en een tijdschrift de wooncultuur in Nederland verbeteren. Bout-van Blerkom was het wel eens met de uitgangspunten van Goed Wonen, maar vond deze manier van werken te massaal. Zij werkte bij voorkeur voor een particuliere opdrachtgever met wie ze direct kon communiceren. Werk van Elsebeth Bout-van Blerkom en Ineke Deenik-Boks is een aantal malen in het tijdschrift Goed Wonen gepubliceerd, maar is nooit in opdracht van de stichting gemaakt. Vanaf 1950 werkte het bureau Van Blerkom en Boks voor Werkspoor N.V., voorheen de Nederlandsche Fabriek van Werktuigen en Spoorwegmaterieel. Het bureau begon met het ontwerpen van kantoorinterieurs, later werden ook treininterieurs ontworpen en zorgde het bureau voor andere industriële vormgeving. De samenwerking met Werkspoor verliep zo goed dat Elsebeth Bout-Van Blerkom gevraagd werd de locomotief te ontwerpen voor de internationale Trans Europe Express (TEE). In 1957 werd haar ontwerp gerealiseerd. In 1955 begon het bureau Van Blerkom en Boks aan een vijf jaar durend project: het interieur van het GAK-kantoor van de architecten B. Merkelbach en P. Elling, gelegen aan het Bos en Lommerplein in Amsterdam. Deze opdracht neemt in het oeuvre van Bout-van Blerkom een belangrijke plaats in. Niet alleen bij het GAK hebben Bout-van Blerkom en Deenik-Boks samengewerkt met Merkelbach en Elling, ook bij de Gilissenbank in Amsterdam (1955) en de Ketjenfabriek in Amsterdam (1957) gebeurde dit. In 1964 kreeg Bout-van Blerkom de opdracht een appartement te verbouwen aan de Singel in Amsterdam. Dit appartement had slechts een oppervlakte van veertig vierkante meter. Zij slaagde erin de ruimte optimaal te benutten. Aan het eind van de jaren zestig van de twintigste eeuw besloot Bout-Van Blerkom met haar werk te stoppen en verbrak zij alle werkcontacten. Na enkele jaren niet als interieurontwerpster werkzaam geweest te zijn, begon ze midden in de jaren zeventig opnieuw een bureau, ditmaal samen met Frank Pluym (Bout & Pluym). Zij openden een architectenwinkel of ideeënwinkel in Amsterdam. Begin jaren tachtig stopte Bout-van Blerkom definitief met haar werk.