Noorlander, Willem

W. Noorlander (1877-1940) Willem Noorlander werkte in de eerste helft van de twintigste eeuw aan diverse villa's, woningbouwcomplexen en pakhuizen in Amsterdam en omgeving. In de stijl van de Amsterdamse School met opvallende Art-Deco elementen ontwierp hij diverse bioscopen, zoals het Ceintuurtheater, waarmee hij naamsbekendheid kreeg. In zijn archief bevindt zich een prachtige serie gedetailleerde schetsen en fraaie perspectieven in potlood, krijt en inkt van bioscopen en woongebouwen in Amsterdam. Uit de bouwtekeningen en schetsen komt een uiterst precies tekenaar naar voren. Met de expressieve perspectieven wist Noorlander de architectuur op bezielende wijze te presenteren. Willem Noorlander werd in 1877 in Kralingen te Rotterdam geboren. Hij volgde van 1908 tot 1911 de avondopleiding tot architect aan de V.H.B.O. (voorbereidend hoger bouwkunstonderwijs) in Amsterdam en bleef het grootste deel van zijn leven in Amsterdam wonen. De V.H.B.O. was in 1908 door Architectura et Amicitia opgericht en was de voorloper van de latere Academie van Bouwkunst in Amsterdam. Gerenommeerde architecten als H.P. Berlage, W. Kromhout en H.J.M. Walenkamp waren als docent verbonden aan de opleiding. Op de avondopleiding werden alleen studenten met praktijkervaring toegelaten zodat de symbiose van theorie en praktijk tot stand kon komen. Het accent lag op de praktijksituatie en op esthetische vakken. De opleiding was ondergebracht bij de Rijksacademie van Beeldende Kunsten (waar in 1870 de afdeling Bouwkunst was opgeheven) en moest de tegenhanger worden van de Delftse Polytechnische School, waar de nadruk op de technische vakken lag. Ook moest de VHBO voorzien in de behoefte aan geschoolde architecten in de Amsterdamse regio. Noorlander was in 1911 een van de eerste gediplomeerden die de driejarige cursus met goed gevolg had doorlopen. Tijdens de opleiding werkte hij in opdracht van de gemeente Haarlem aan ontwerpen voor de uitbreiding van het Raadhuis Haarlem. In de jaren erna tekende Noorlander perspectieven van landhuis Weltevrede in Capelle aan den IJssel en tal van tekeningen en plattegronden van fictieve woningen, raadhuizen en landhuizen. Deze zeer gedetailleerde en fraaie studietekeningen werden door uitgeverij Weduwe J. Ahrend & Zonen op luxe wijze uitgegeven in een cassette onder de titel: Architectuur. Ongeveer 60 tekeningen, gedrukt op dik papier in A3 formaat, presenteren voornamelijk bouwwerken in een neoclassicistische stijl met gestileerd beeldhouwwerk en Art-Nouveau decoraties. Diverse gebouwen doen denken aan het werk van Kromhout en een aantal villa's met portico's lijken sterk op het werk van Berlage. Aan de Oudezijds Voorburgwal bouwde Noorlander in 1914-1915 een pakhuis met kantoren en een tabaksmagazijn in opdracht van de firma Feldmann & Co. Op de eerste verdieping van het sobere pand lagen de kantoren, monsterkamer en ontvangstruimtes terwijl de begane grond was bestemd voor de aan- en afvoer van goederen. Het hoge pand is opgetrokken in baksteen en heeft diverse natuursteen elementen In 1915 realiseerde Noorlander in opdracht van dhr. H. Wienhoven het landhuis Eikenhoven in Rijsenburg. Deze villa is een vroeg voorbeeld van een pand in de stijl van de Amsterdamse School gebouwd buiten de stad Amsterdam. Het pand is opgetrokken in baksteen over twee lagen en heeft een hoge kap met een gebroken schilddak. In de gevels zijn diverse risalerende bouwdelen opgenomen over twee lagen met een aparte mansardekap. Meerdere erkers en balkons geven het pand een sculpturale uitdrukking. Boven de ingang is een diepe luifel aangebracht waarboven in smeedijzer de naam Eikenhoven. Kenmerkend zijn de Art-Deco elementen zoals de verschillende, decoratieve baksteenmotieven in het metselwerk en de zeshoekige raamvormen. Bioscopen Noorlander verwierf grotere bekendheid met zijn ontwerpen voor diverse bioscopen, zoals het Ceintuur Theater (1921) aan de Ceintuurbaan in Amsterdam en het bioscooptheater Astoria (1929) aan het Mosplein in Amsterdam-Noord. Het fraaie Ceintuur Theater heeft Amsterdamse School kenmerken zoals verspringende gevelonderdelen en Art-Deco elementen zoals de sculpturale, kokervormige lamppartijen en de torenachtige elementen. Maar meest opvallend is het feit dat de expressieve gevel van beton werd gemaakt. Dit in tegenstelling tot de bouwwerken in Amsterdamse School stijl die vrijwel altijd zijn opgetrokken in baksteen. De naam van de bioscoop werd op naamschilden in Art-Deco siersmeedwerk geplaatst terwijl de films op het grote vlak in het midden werden aangekondigd. Noorlander maakte een reeks bijzondere tekeningen in potlood en inkt van de bioscopen met een sprookjesachtige uitstraling. De opdrachtgever van het Ceintuur Theater was J.J. Otter; de directeur van de NV Verenigde Bioscopen. Het Astoriatheater aan het Mosplein maakt deel uit van een groter complex met woningen en winkels dat Noorlander ontwierp. Het geheel is opgetrokken in baksteen in een sobere variant van de Amsterdamse School ook wel Haagse School genoemd. In Amsterdam-Noord werden vanaf 1918 door de Amsterdamse Woningdienst onder het directeurschap van de socialist A. Keppler diverse tuindorpen gebouwd. In de wijken als Vogeldorp, Nieuwendammerham of Oostzaan werden tal van arbeidersgezinnen ondergebracht in een laagbouwwoning met een tuin. Een deel van de bewoners was afkomstig uit de Jordaan waar de woonomstandigheden slecht waren. Bij de tuindorpen werden de nodige voorzieningen aangelegd zoals winkels en scholen. In Buiksloterham-Floradorp (1928-1931) werd door Noorlander een complex aan het Mosveld, de Elzenstraat en de Andoornstraat gebouwd met de Astoriabioscoop; de enige bioscoop in Amsterdam-Noord. (Alleen in het verenigingsgebouw Het Zonnehuis in Oostzaan werden op een aantal dagen in de week filmvoorstellingen gegeven). De exploitatie van Astoria was ook in handen van J.J. Otter. Hij contracteerde niet alleen de films maar maakte ook met de programmering van artiesten in het voorprogramma gebruik van de orkestbak en het toneel. In de jaren dertig raakte de combinatie van toneel, cabaret of revue met film in onbruik vanwege te hoge kosten. In de jaren zestig werd Astoria vanwege te hoge exploitatiekosten gesloten en verkocht aan Albert Heijn. Noorlander werkte eveneens aan een verbouwing van het Rembrandt-theater (1937) dat hij voorzag van verwarming en ventilatie. Ook kreeg de gevel een nieuw aanzien van beton waarbij ruimte werd gecreëerd voor grootschalige filmreclame. Het theater werd na de verbouwing ook wel de reuzenschoorsteenmantel van het Rembrandtplein genoemd vanwege de hoge blinde gevel. In 1943 werd de bioscoop verwoest tijdens een brand die waarschijnlijk door het verzet was gesticht uit protest tegen nazistische propaganda op de gevel. In de jaren dertig werkte Noorlander ook aan een verbouwing van het casinotheater in Hilversum waarbij het theater werd uitgebreid met een koffiezaal annex dancing. Eveneens ontwierp Noorlander een bioscoop in Velsen/IJmuiden-Oost (1938-1939). Woningbouw Behalve bioscopen maakte Noorlander in de jaren twintig en dertig ook diverse plannen voor woningbouwcomplexen zoals in Amsterdam-Zuid aan de Stadionweg en in Rotterdam in Bergpolder. In Amsterdam-West werkte Noorlander aan een blok woningbouw aan het Columbusplein. De lange straten en pleinen in deze buurt zijn gebaseerd op een stedenbouwkundig plan van Gratama, Versteeg en Hulshoff. Verschillende architecten zoals P. Kramer (Hoofdweg), J.F. Staal (Jan Evertsenstraat), H.Th. Wijdeveld (Hoofdweg) realiseerden er bouwblokken die lange straatwanden vormen en markante hoekblokken; alles in een sobere variant van de Amsterdamse School. Met blokvormige uitbouwen, hogere straathoeken, brede schoorstenen en lange ramenreeksen zijn de wanden ritmisch geleed en de straten stuk voor stuk verschillend van aanzien.

Noorlander, Willem

W. Noorlander (1877-1940) Willem Noorlander werkte in de eerste helft van de twintigste eeuw aan diverse villa's, woningbouwcomplexen en pakhuizen in Amsterdam en omgeving. In de stijl van de Amsterdamse School met opvallende Art-Deco elementen ontwierp hij diverse bioscopen, zoals het Ceintuurtheater, waarmee hij naamsbekendheid kreeg. In zijn archief bevindt zich een prachtige serie gedetailleerde schetsen en fraaie perspectieven in potlood, krijt en inkt van bioscopen en woongebouwen in Amsterdam. Uit de bouwtekeningen en schetsen komt een uiterst precies tekenaar naar voren. Met de expressieve perspectieven wist Noorlander de architectuur op bezielende wijze te presenteren. Willem Noorlander werd in 1877 in Kralingen te Rotterdam geboren. Hij volgde van 1908 tot 1911 de avondopleiding tot architect aan de V.H.B.O. (voorbereidend hoger bouwkunstonderwijs) in Amsterdam en bleef het grootste deel van zijn leven in Amsterdam wonen. De V.H.B.O. was in 1908 door Architectura et Amicitia opgericht en was de voorloper van de latere Academie van Bouwkunst in Amsterdam. Gerenommeerde architecten als H.P. Berlage, W. Kromhout en H.J.M. Walenkamp waren als docent verbonden aan de opleiding. Op de avondopleiding werden alleen studenten met praktijkervaring toegelaten zodat de symbiose van theorie en praktijk tot stand kon komen. Het accent lag op de praktijksituatie en op esthetische vakken. De opleiding was ondergebracht bij de Rijksacademie van Beeldende Kunsten (waar in 1870 de afdeling Bouwkunst was opgeheven) en moest de tegenhanger worden van de Delftse Polytechnische School, waar de nadruk op de technische vakken lag. Ook moest de VHBO voorzien in de behoefte aan geschoolde architecten in de Amsterdamse regio. Noorlander was in 1911 een van de eerste gediplomeerden die de driejarige cursus met goed gevolg had doorlopen. Tijdens de opleiding werkte hij in opdracht van de gemeente Haarlem aan ontwerpen voor de uitbreiding van het Raadhuis Haarlem. In de jaren erna tekende Noorlander perspectieven van landhuis Weltevrede in Capelle aan den IJssel en tal van tekeningen en plattegronden van fictieve woningen, raadhuizen en landhuizen. Deze zeer gedetailleerde en fraaie studietekeningen werden door uitgeverij Weduwe J. Ahrend & Zonen op luxe wijze uitgegeven in een cassette onder de titel: Architectuur. Ongeveer 60 tekeningen, gedrukt op dik papier in A3 formaat, presenteren voornamelijk bouwwerken in een neoclassicistische stijl met gestileerd beeldhouwwerk en Art-Nouveau decoraties. Diverse gebouwen doen denken aan het werk van Kromhout en een aantal villa's met portico's lijken sterk op het werk van Berlage. Aan de Oudezijds Voorburgwal bouwde Noorlander in 1914-1915 een pakhuis met kantoren en een tabaksmagazijn in opdracht van de firma Feldmann & Co. Op de eerste verdieping van het sobere pand lagen de kantoren, monsterkamer en ontvangstruimtes terwijl de begane grond was bestemd voor de aan- en afvoer van goederen. Het hoge pand is opgetrokken in baksteen en heeft diverse natuursteen elementen In 1915 realiseerde Noorlander in opdracht van dhr. H. Wienhoven het landhuis Eikenhoven in Rijsenburg. Deze villa is een vroeg voorbeeld van een pand in de stijl van de Amsterdamse School gebouwd buiten de stad Amsterdam. Het pand is opgetrokken in baksteen over twee lagen en heeft een hoge kap met een gebroken schilddak. In de gevels zijn diverse risalerende bouwdelen opgenomen over twee lagen met een aparte mansardekap. Meerdere erkers en balkons geven het pand een sculpturale uitdrukking. Boven de ingang is een diepe luifel aangebracht waarboven in smeedijzer de naam Eikenhoven. Kenmerkend zijn de Art-Deco elementen zoals de verschillende, decoratieve baksteenmotieven in het metselwerk en de zeshoekige raamvormen. Bioscopen Noorlander verwierf grotere bekendheid met zijn ontwerpen voor diverse bioscopen, zoals het Ceintuur Theater (1921) aan de Ceintuurbaan in Amsterdam en het bioscooptheater Astoria (1929) aan het Mosplein in Amsterdam-Noord. Het fraaie Ceintuur Theater heeft Amsterdamse School kenmerken zoals verspringende gevelonderdelen en Art-Deco elementen zoals de sculpturale, kokervormige lamppartijen en de torenachtige elementen. Maar meest opvallend is het feit dat de expressieve gevel van beton werd gemaakt. Dit in tegenstelling tot de bouwwerken in Amsterdamse School stijl die vrijwel altijd zijn opgetrokken in baksteen. De naam van de bioscoop werd op naamschilden in Art-Deco siersmeedwerk geplaatst terwijl de films op het grote vlak in het midden werden aangekondigd. Noorlander maakte een reeks bijzondere tekeningen in potlood en inkt van de bioscopen met een sprookjesachtige uitstraling. De opdrachtgever van het Ceintuur Theater was J.J. Otter; de directeur van de NV Verenigde Bioscopen. Het Astoriatheater aan het Mosplein maakt deel uit van een groter complex met woningen en winkels dat Noorlander ontwierp. Het geheel is opgetrokken in baksteen in een sobere variant van de Amsterdamse School ook wel Haagse School genoemd. In Amsterdam-Noord werden vanaf 1918 door de Amsterdamse Woningdienst onder het directeurschap van de socialist A. Keppler diverse tuindorpen gebouwd. In de wijken als Vogeldorp, Nieuwendammerham of Oostzaan werden tal van arbeidersgezinnen ondergebracht in een laagbouwwoning met een tuin. Een deel van de bewoners was afkomstig uit de Jordaan waar de woonomstandigheden slecht waren. Bij de tuindorpen werden de nodige voorzieningen aangelegd zoals winkels en scholen. In Buiksloterham-Floradorp (1928-1931) werd door Noorlander een complex aan het Mosveld, de Elzenstraat en de Andoornstraat gebouwd met de Astoriabioscoop; de enige bioscoop in Amsterdam-Noord. (Alleen in het verenigingsgebouw Het Zonnehuis in Oostzaan werden op een aantal dagen in de week filmvoorstellingen gegeven). De exploitatie van Astoria was ook in handen van J.J. Otter. Hij contracteerde niet alleen de films maar maakte ook met de programmering van artiesten in het voorprogramma gebruik van de orkestbak en het toneel. In de jaren dertig raakte de combinatie van toneel, cabaret of revue met film in onbruik vanwege te hoge kosten. In de jaren zestig werd Astoria vanwege te hoge exploitatiekosten gesloten en verkocht aan Albert Heijn. Noorlander werkte eveneens aan een verbouwing van het Rembrandt-theater (1937) dat hij voorzag van verwarming en ventilatie. Ook kreeg de gevel een nieuw aanzien van beton waarbij ruimte werd gecreëerd voor grootschalige filmreclame. Het theater werd na de verbouwing ook wel de reuzenschoorsteenmantel van het Rembrandtplein genoemd vanwege de hoge blinde gevel. In 1943 werd de bioscoop verwoest tijdens een brand die waarschijnlijk door het verzet was gesticht uit protest tegen nazistische propaganda op de gevel. In de jaren dertig werkte Noorlander ook aan een verbouwing van het casinotheater in Hilversum waarbij het theater werd uitgebreid met een koffiezaal annex dancing. Eveneens ontwierp Noorlander een bioscoop in Velsen/IJmuiden-Oost (1938-1939). Woningbouw Behalve bioscopen maakte Noorlander in de jaren twintig en dertig ook diverse plannen voor woningbouwcomplexen zoals in Amsterdam-Zuid aan de Stadionweg en in Rotterdam in Bergpolder. In Amsterdam-West werkte Noorlander aan een blok woningbouw aan het Columbusplein. De lange straten en pleinen in deze buurt zijn gebaseerd op een stedenbouwkundig plan van Gratama, Versteeg en Hulshoff. Verschillende architecten zoals P. Kramer (Hoofdweg), J.F. Staal (Jan Evertsenstraat), H.Th. Wijdeveld (Hoofdweg) realiseerden er bouwblokken die lange straatwanden vormen en markante hoekblokken; alles in een sobere variant van de Amsterdamse School. Met blokvormige uitbouwen, hogere straathoeken, brede schoorstenen en lange ramenreeksen zijn de wanden ritmisch geleed en de straten stuk voor stuk verschillend van aanzien.