Architectuur in Nederland in de twintigste eeuw

Eibink en Snellebrand worden genoemd met het prijsvraagontwerp voor het dorpskerkje te Elshout. 'De voorliefde voor schelp- en kristalvormen, die later in Wendingen werd beleden, kwam voor het eerst tot uiting in het afgewezen prijsvraagontwerp voor een kerkje in Elshout uit 1915 van A. Eibink (1893-1975) en J.A. Snellebrand (1891-1963).' | Van Dijk heeft vooral veel aandacht voor M.J. Grandpré Molière die, toen hij in 1924 hoogleraar aan de Technische Hogeschool in Delft werd, het traditionalisme een eigen schoonheidsleer gaf. Aan Van der Steurs museum Boijmans Van Beuningen is ook voor hem de Scandinavische invloed afleesbaar. | Een toegankelijk en handzaam overzicht van de architectuur in Nederland in de twintigste eeuw. In de inleiding worden de ontwikkeling van de Nederlandse Maatschappij geschetst en de ontwerptradities toegelicht. Met als vertrekpunt het oeuvre van Berlage toont het boek de belangrijkste werken van de Amsterdamse School, de Stijl, het Nieuwe De Stijl, het Nieuwe Bouwen , monumentale wederopbouwwerken en recente werken.

Architectuur in Nederland in de twintigste eeuw

Eibink en Snellebrand worden genoemd met het prijsvraagontwerp voor het dorpskerkje te Elshout. 'De voorliefde voor schelp- en kristalvormen, die later in Wendingen werd beleden, kwam voor het eerst tot uiting in het afgewezen prijsvraagontwerp voor een kerkje in Elshout uit 1915 van A. Eibink (1893-1975) en J.A. Snellebrand (1891-1963).' | Van Dijk heeft vooral veel aandacht voor M.J. Grandpré Molière die, toen hij in 1924 hoogleraar aan de Technische Hogeschool in Delft werd, het traditionalisme een eigen schoonheidsleer gaf. Aan Van der Steurs museum Boijmans Van Beuningen is ook voor hem de Scandinavische invloed afleesbaar. | Een toegankelijk en handzaam overzicht van de architectuur in Nederland in de twintigste eeuw. In de inleiding worden de ontwikkeling van de Nederlandse Maatschappij geschetst en de ontwerptradities toegelicht. Met als vertrekpunt het oeuvre van Berlage toont het boek de belangrijkste werken van de Amsterdamse School, de Stijl, het Nieuwe De Stijl, het Nieuwe Bouwen , monumentale wederopbouwwerken en recente werken.