Klaarhamer, Pieter Jan Christoffel

De architect en meubelmaker Pieter Jan Christoffel (Piet) Klaarhamer werd geboren op 27 december 1874 in Zwiep (bij Lochem) in Gelderland. Hij was de tweede zoon van Pieter Johannes Willem Klaarhamer en Johanna Maria Amons. In 1875 verhuisde het gezin naar Utrecht, waar nog een zoon en een dochter geboren werden. P.J.W. Klaarhamer studeerde theologie en was na zijn studie van 1881 tot 1891 als gereformeerd predikant werkzaam in Hilversum en Middelburg. In 1891 vestigde het gezin zich weer in Utrecht waar P.J.W. Klaarhamer predikant werd in de Gereformeerde Oosterkerk aan de Maliebaan. Hij publiceerde een aantal vakboeken.<BR>Piet Klaarhamer ontgroeide dit gereformeerde milieu maar bleef religieus. In het begin van zijn loopbaan gebruikte hij zijn creatieve talenten om een bijbels verhaal te "verlichten en verluchten".(1) Hij beoefende de godsdienst niet dogmatisch, eerder filosofisch. Met zijn vrienden, met name met Bart van der Leck (1876-1958), discussieerde hij over Calvijn en de reformatie en over de ethiek van de kunstenaar en zijn morele verantwoordelijkheden ten opzichte van de maatschappij.(2)<BR>Vanwege werkzaamheden woonde Klaarhamer rond 1897 en 1899 in Amsterdam en Den Haag. In 1900 kreeg hij een aanstelling aan een ambachtsschool in Utrecht. Vanaf 1903 vestigde hij zich als zelfstandig architekt. Zijn atelier lag eerst aan de Oude Gracht 145bis, later aan de Herenstraat 19. Hij aanvaardde "opdrachten voor bouwwerken, meubels en gebruiksvoorwerpen".(3) Hij nam actief deel aan het culturele verenigingsleven in de stad.<BR>In 1908 trouwde Klaarhamer met Titia (Tjitske) Klein. Ze betrokken een woning aan het Oud Kerkhof 48bis, boven de theehandel van Titia's broer, Fokke Klein. Voor deze woning ontwierp Klaarhamer de meubels en hij voerde er tweemaal een verbouwing uit. Voor de kinderen die geboren werden ontwierp hij kinderstoelen en ledikantjes. De verbouwingen en het meubilair geven een goed beeld van zijn stilistische ontwikkeling; hij leek zijn omgeving steeds aangepast te hebben aan zijn nieuwe ideeën over architectuur en kunstnijverheid. In het interieur van zijn woning overheersten rond 1910 donkere en lichte houtsoorten terwijl rond 1925 de kleuren wit, zwart, oranje en grijs hun intrede deden. Streng gestileerde versierende elementen verdwenen in de loop van de tijd om de vorm tenslotte slechts bepaald te laten worden door de construktie.<BR>Klaarhamer maakte al vroeg kennis met enkele architekten en kunstenaars die later "De Stijl" gingen vormen maar zelf maakte hij geen deel uit van deze groep. Het is niet duidelijk of zijn afzijdigheid een bewuste keuze was. Rond 1917, toen het blad "De Stijl" werd uitgegeven, was hij enige tijd overspannen. In 1918 moest hij hierdoor Van Doesburg bedanken voor het aanbod deel te nemen aan een tentoonstelling "In een moderne omgeving".(4) Van Doesburg en de andere kunstenaars van De Stijl waren vooral te spreken over de meubelontwerpen van Klaarhamer.<BR>Over het algemeen kreeg Klaarhamer afkeurende reacties op zijn ontwerpen; hij paste ze meer dan eens aan aan de heersende burgelijke norm. Soms kwam dat eenvoudigweg neer op het veranderen van het platte dak in een traditionele dakvorm. Toen de moderne beweging eenmaal geaccepteerd was en ook door de opdrachtgevers begrepen werd, had hij zich teruggetrokken uit zijn beroep. Wel bleef hij meubels ontwerpen voor familieleden en bekenden. Omstreeks 1935 verhuisden hij en zijn vrouw naar Ede. Klaarhamer stierf daar in 1954, zijn vrouw was al eerder overleden.<BR><BR>Inleiding Biografie, zie archiefvorming

Klaarhamer, Pieter Jan Christoffel

De architect en meubelmaker Pieter Jan Christoffel (Piet) Klaarhamer werd geboren op 27 december 1874 in Zwiep (bij Lochem) in Gelderland. Hij was de tweede zoon van Pieter Johannes Willem Klaarhamer en Johanna Maria Amons. In 1875 verhuisde het gezin naar Utrecht, waar nog een zoon en een dochter geboren werden. P.J.W. Klaarhamer studeerde theologie en was na zijn studie van 1881 tot 1891 als gereformeerd predikant werkzaam in Hilversum en Middelburg. In 1891 vestigde het gezin zich weer in Utrecht waar P.J.W. Klaarhamer predikant werd in de Gereformeerde Oosterkerk aan de Maliebaan. Hij publiceerde een aantal vakboeken.<BR>Piet Klaarhamer ontgroeide dit gereformeerde milieu maar bleef religieus. In het begin van zijn loopbaan gebruikte hij zijn creatieve talenten om een bijbels verhaal te "verlichten en verluchten".(1) Hij beoefende de godsdienst niet dogmatisch, eerder filosofisch. Met zijn vrienden, met name met Bart van der Leck (1876-1958), discussieerde hij over Calvijn en de reformatie en over de ethiek van de kunstenaar en zijn morele verantwoordelijkheden ten opzichte van de maatschappij.(2)<BR>Vanwege werkzaamheden woonde Klaarhamer rond 1897 en 1899 in Amsterdam en Den Haag. In 1900 kreeg hij een aanstelling aan een ambachtsschool in Utrecht. Vanaf 1903 vestigde hij zich als zelfstandig architekt. Zijn atelier lag eerst aan de Oude Gracht 145bis, later aan de Herenstraat 19. Hij aanvaardde "opdrachten voor bouwwerken, meubels en gebruiksvoorwerpen".(3) Hij nam actief deel aan het culturele verenigingsleven in de stad.<BR>In 1908 trouwde Klaarhamer met Titia (Tjitske) Klein. Ze betrokken een woning aan het Oud Kerkhof 48bis, boven de theehandel van Titia's broer, Fokke Klein. Voor deze woning ontwierp Klaarhamer de meubels en hij voerde er tweemaal een verbouwing uit. Voor de kinderen die geboren werden ontwierp hij kinderstoelen en ledikantjes. De verbouwingen en het meubilair geven een goed beeld van zijn stilistische ontwikkeling; hij leek zijn omgeving steeds aangepast te hebben aan zijn nieuwe ideeën over architectuur en kunstnijverheid. In het interieur van zijn woning overheersten rond 1910 donkere en lichte houtsoorten terwijl rond 1925 de kleuren wit, zwart, oranje en grijs hun intrede deden. Streng gestileerde versierende elementen verdwenen in de loop van de tijd om de vorm tenslotte slechts bepaald te laten worden door de construktie.<BR>Klaarhamer maakte al vroeg kennis met enkele architekten en kunstenaars die later "De Stijl" gingen vormen maar zelf maakte hij geen deel uit van deze groep. Het is niet duidelijk of zijn afzijdigheid een bewuste keuze was. Rond 1917, toen het blad "De Stijl" werd uitgegeven, was hij enige tijd overspannen. In 1918 moest hij hierdoor Van Doesburg bedanken voor het aanbod deel te nemen aan een tentoonstelling "In een moderne omgeving".(4) Van Doesburg en de andere kunstenaars van De Stijl waren vooral te spreken over de meubelontwerpen van Klaarhamer.<BR>Over het algemeen kreeg Klaarhamer afkeurende reacties op zijn ontwerpen; hij paste ze meer dan eens aan aan de heersende burgelijke norm. Soms kwam dat eenvoudigweg neer op het veranderen van het platte dak in een traditionele dakvorm. Toen de moderne beweging eenmaal geaccepteerd was en ook door de opdrachtgevers begrepen werd, had hij zich teruggetrokken uit zijn beroep. Wel bleef hij meubels ontwerpen voor familieleden en bekenden. Omstreeks 1935 verhuisden hij en zijn vrouw naar Ede. Klaarhamer stierf daar in 1954, zijn vrouw was al eerder overleden.<BR><BR>Inleiding Biografie, zie archiefvorming