Kuipers, Foeke

F. Kuipers (1871-1954) De gereformeerde gebroeders Kuipers, Roelof (1855-1922), Tjeerd (1857-1942) en Foeke (1871-1954) treden alle drie als architect in het voetspoor van hun vader, die timmerman-aannemer was. Het archief bij het NAi is fragmentarisch van aard en bevat tekeningen en schetsen van Tjeerd Kuipers, en het album ‘Foeke Kuipers verzamelde werken 1899-1941’, dat door zijn familie is samengesteld ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag. Daarnaast bezit het NAi een geschilderd portret van Foeke Kuipers. Tjeerd Kuipers ontwikkelt zich tot een veelgevraagde kerkbouwer in gereformeerde kring. Foeke Kuipers, de veel jongere broer van Tjeerd, bouwt gedurende zijn hele carrière voor de seculiere markt. Hij ontving zijn opleiding bij prof. J.F. Klinkhamer op de Quellinusschool te Amsterdam, en behaalde daar de zilveren medaille, de hoogste onderscheiding. Eén van zijn eerste werken is het pakhuis Het Nederlandsche Veem aan de Van Diemenstraat in Amsterdam (1899), dat hij samen met zijn broer Roelof ontwerpt. Foeke bouwt vele villa’s, veelal in cottagestijl. De villa ‘Meer en Berg’ in Heemstede (1908) heeft echter een classicistische stijl. Kuipers’ kracht ligt echter vooral in de utiliteitsbouw, wat te zien is aan zijn ontwerpen voor de concertzaal voor Het Groot Badhuis in Zandvoort (1906), het Polderhuis in Hoofddorp (1912), Café-Restaurant ‘De Roode Leeuw’ aan het Damrak in Amsterdam (1911-1912), het verenigingsgebouw ‘Industria’ in Amsterdamse Schoolstijl voor de ‘Industrieele Club’ aan de Dam in Amsterdam (1913-1916) en het Centrale gebouw voor de AMVJ, de Amsterdamse Maatschappij voor Jonge Mannen, aan de Stadhouderskade in Amsterdam (1928). Zijn laatste ontwerp in de utiliteitsbouw is het Oostelijk Zwembad aan de Gerdesiaweg in Rotterdam (1932), dat inmiddels tot rijksmonument is verklaard. Foeke Kuipers had ook de leiding over een verbouwing van hotel Krasnapolsky te Amsterdam Opleiding: Quellinusschool Amsterdam/ Ereblijken: zilveren medaille Quellinusschool Amsterdam/

Kuipers, Foeke

F. Kuipers (1871-1954) De gereformeerde gebroeders Kuipers, Roelof (1855-1922), Tjeerd (1857-1942) en Foeke (1871-1954) treden alle drie als architect in het voetspoor van hun vader, die timmerman-aannemer was. Het archief bij het NAi is fragmentarisch van aard en bevat tekeningen en schetsen van Tjeerd Kuipers, en het album ‘Foeke Kuipers verzamelde werken 1899-1941’, dat door zijn familie is samengesteld ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag. Daarnaast bezit het NAi een geschilderd portret van Foeke Kuipers. Tjeerd Kuipers ontwikkelt zich tot een veelgevraagde kerkbouwer in gereformeerde kring. Foeke Kuipers, de veel jongere broer van Tjeerd, bouwt gedurende zijn hele carrière voor de seculiere markt. Hij ontving zijn opleiding bij prof. J.F. Klinkhamer op de Quellinusschool te Amsterdam, en behaalde daar de zilveren medaille, de hoogste onderscheiding. Eén van zijn eerste werken is het pakhuis Het Nederlandsche Veem aan de Van Diemenstraat in Amsterdam (1899), dat hij samen met zijn broer Roelof ontwerpt. Foeke bouwt vele villa’s, veelal in cottagestijl. De villa ‘Meer en Berg’ in Heemstede (1908) heeft echter een classicistische stijl. Kuipers’ kracht ligt echter vooral in de utiliteitsbouw, wat te zien is aan zijn ontwerpen voor de concertzaal voor Het Groot Badhuis in Zandvoort (1906), het Polderhuis in Hoofddorp (1912), Café-Restaurant ‘De Roode Leeuw’ aan het Damrak in Amsterdam (1911-1912), het verenigingsgebouw ‘Industria’ in Amsterdamse Schoolstijl voor de ‘Industrieele Club’ aan de Dam in Amsterdam (1913-1916) en het Centrale gebouw voor de AMVJ, de Amsterdamse Maatschappij voor Jonge Mannen, aan de Stadhouderskade in Amsterdam (1928). Zijn laatste ontwerp in de utiliteitsbouw is het Oostelijk Zwembad aan de Gerdesiaweg in Rotterdam (1932), dat inmiddels tot rijksmonument is verklaard. Foeke Kuipers had ook de leiding over een verbouwing van hotel Krasnapolsky te Amsterdam Opleiding: Quellinusschool Amsterdam/ Ereblijken: zilveren medaille Quellinusschool Amsterdam/