Nix, Charles Thomas

Ch.Th. Nix (1904-1998), architect en stedenbouwkundige. Thomas Nix werd geboren op 21 december 1904 te Bandung in Nederlands-Indië. Hij volgde het gymnasium in Amsterdam en studeerde voor bouwkundig ingenieur aan de Technische Hogeschool te Delft, waar hij afstudeerde in 1930. In 1929 trouwde hij met Elisabeth van der Waals. Uit dit huwelijk werden vijf kinderen geboren. Vóór de oorlog was hij van 1930-1938 te Batavia als architect verbonden aan het 'Architecten-Ingenieursbureau Fermont te Weltevreden en Ed. Cuypers te Amsterdam'. Hier werkte hij aan projecten zoals de Javasche Bank en andere gebouwen in de 'benedenstad'. Hij won een prijsvraag voor het oplossen van een moeilijke stedenbouwkundige situatie te Bandung, waarbij een drukke verkeersweg, een spoorweg en een woeste rivierstroom de elementen vormden. De door hem gevonden oplossing werd uitgevoerd in 1941. Hij werd gevraagd om bij de Gemeente Bandung te komen werken. Tijdens de oorlog, gescheiden van vrouw en kinderen die elders in kampen werden opgesloten, werd hij gedwongen om voor de Japanners te gaan werken. In die tijd werkte hij bij de Nederlandsch-Indische Spoorweg Mij. (NIS) aan het spoorwegstation van Tjilatjap (Java). Intussen bereidde hij al heimelijk zijn proefschrift voor. Na de oorlog werd hij, verenigd met zijn gezin, naar Nederland gerepatrieerd. Zijn jongste zoon (4 jaar) bezweek bij aankomst alsnog aan de gevolgen van de Japanse kampen. Na de oorlog vestigde het gezin zich in Rotterdam, waar hij medewerker werd bij het Asro, het opbouwbureau van Rotterdam. Hier had hij samen met ir. van Traa een actief aandeel in de wederopbouw van Rotterdam. Uit die periode bestaan nog een aantal vogelvluchtperspectieven, waarbij zijn fenomenale tekentalenten uitstekend van pas kwamen. Vanaf deze periode tot in 1978 heeft hij actief deelgenomen aan de welstandscommissie Rotterdam. In 1949 promoveerde hij op het proefschrift 'Bijdrage tot de vormleer van de stedebouw, in het bijzonder voor Indonesië'. Als zelfstandig architect startte hij in 1947, aanvankelijk met vroegere collega's en medewerkers uit de tijd in Batavia. Hij wist een toonaangevend ingenieurs- en architectenbureau op te bouwen, eerst genaamd 'De Jongh, Taen & Nix' (tot omstreeks 1955), later 'Taen & Nix' en tenslotte onder de naam 'Nix & Van Hasselt'. Het bureau was gevestigd in Utrecht, Boothstraat 13, waar zijn compagnons (architect Theo Taen (BNA) en architect Paul O.M. van Hasselt) en medewerkers de ontwerpen uitwerkten die Thomas Nix in zijn werkkamers in Rotterdam, Vredehofweg 46, had bedacht en getekend. Zijn suggestieve en knap getekende presentatietekeningen en perspectieven werden door de opdrachtgevers hogelijk gewaardeerd. Naast de vele stedenbouwkundige plannen in het hele land - hij was vaste stedenbouwkundige van onder meer de gemeente Cuijk en de gemeente Zandvoort - leverde Thomas Nix zijn aandeel in de opbouw van Nederland na de Tweede Wereldoorlog. Hij ontwierp niet alleen stadswijken en bouwde woningcomplexen, maar hij specialiseerde zich ook in het bouwen van grote schoolgebouwen, waarin hij het idee van de centrale hal ontwikkelde. Van dit type zijn twee scholen gebouwd: het St. Catharina Lyceum in Eindhoven (1953) en het Lyceum Sancta Maria in Haarlem (1955-1958). Ook het St. Theresialyceum in Tilburg (1963) is een zeer transparante school, die nog steeds in gebruik is. Het Puttlyceum in Eindhoven (1961) is tegenwoordig in gebruik bij een ROC en het Blariacum College in Venlo (1969) staat op de nominatie om te worden afgebroken. Door zijn klassieke opleiding en religieuze instelling en door zijn kennis van de klassieke bouwkunst, ging zijn grote voorliefde vooral uit naar het bouwen van kerken. Hiermee verwierf hij bekendheid. Aanvankelijk zocht hij aansluiting bij de zogenaamde 'Bossche school'. Hij had een grote bewondering voor architect Dom van der Laan, met wie hij graag discussieerde over de 'marge', de variabele restruimte die in alle plastische kunsten overblijft in de verhoudingen van massa's en ruimten. Kerken uit deze periode, ontworpen tussen 1949 en 1951 in Nijmegen, Bakkum en Doorneburg, hebben de basiliekvorm. In 1955 bouwde hij in Rotterdam de H. Nicolaoskerk. Dit was een kerk van het Grieks-Byzantijnse type, bestaande uit een Grieks kruis ingeschreven in een vierkant met op de kruising een achtzijdig koepeltorentje. Geleidelijk kregen zijn ontwerpen toch een echt 'Thomas Nix-karakter'. De Pius X kerk te Den Haag uit 1959 is hier een goed voorbeeld van, evenals de Heilige Geestkerk in Amersfoort uit 1968. Beide kerken hebben een tongewelf als hoofdvorm en een moderne losstaande klokkentoren. De Isidoruskerk in Nagele en de Kruiskerk in Roosendaal, beide moderne kerken uit 1963 en 1964, bestaan nog steeds, maar in Nagele is de kerk in gebruik als museum. In Roosendaal is de kerk verkocht aan de Protestantse Kerk Nederland (PKN). De Onze Lieve Vrouwe Visitatiekerk te Schiedam uit 1958 is afgebroken. Op deze plaats is nu een moskee verrezen. Andere bijzondere projecten van Nix zijn onder andere het raadhuis te Cuijk, het Corso-cinemacomplex te Rotterdam en het kantoor- en woontorencomplex 'de Hertoghof' te Eindhoven. Thomas Nix deed graag mee aan prijsvragen, zowel op bouwkundig als stedenbouwkundig terrein. Hij scoorde hoog met zijn ontwerp 'Sonans' voor de herbouw van de Zutphense Walburgtoren. Winnaar werd hij van de prijsvraag 'Morgenstond', onder motto Vicinus, voor een winkelcentrum en wooncomplex aan de Leijweg te Den Haag. Dit project is ook uitgevoerd. Door zijn grote betrokkenheid bij zijn vak was hij actief op velerlei studiedagen, forums en congressen en onderhield hij contact met onder anderen collega's en wetenschappers. Met regelmaat gaf hij gastcolleges aan de architectuurinstituten van St. Lucas in Gent en Antwerpen. In 1989 verscheen zijn boek 'Massa, ruimte & verblijf', een studie over het hoe en waarom in de architectuur als uiting van menselijke aanwezigheid. Naast zijn tekenwerk als ontwerper maakte Nix ook veel vrij teken- en schilderwerk. In zijn jeugd volgde hij lessen bij Henk Meijer en Bernhard van Vlijmen, maar hij was voornamelijk autodidact. Wekelijks tekende hij naar levend model. Hij putte zijn onderwerpen veelal uit de natuur: landschappen, stadsgezichten, straten vol mensen, portretten en menselijke figuren. Daarnaast tekende en schilderde hij in verschillende technieken ook non-figuratief, van verfijnde en vertederende aquarellen tot krachtige motieven in tempera en olieverf. Heel bijzonder zijn zijn reisschetsen, vastgelegd in een groot aantal schetsboeken (Frankrijk, Spanje, Italië, Griekenland, Israël, Iran, Pakistan en Japan). Als illustrator verluchtte hij de werken van E. du Perron en Bep Vuijk. Thomas Nix was een trouw lid van Bond van Nederlandse Architecten. Hij nam vaak deel aan binnen- en buitenlandse excursies. Bij zijn vertrek uit Nederland in 1978, toen hij zich met zijn vrouw in Spanje vestigde, heeft de BNA hem op indrukwekkende wijze geëerd met een speciale bijeenkomst in het Bouwcentrum te Rotterdam met veel leden-collega's. Zowel Nix als S. van Emden hielden een rede en er was een groot opgezette tentoonstelling van zijn vrije tekeningen. Rond het jaar 1970 ontwierp Thomas Nix een woongemeenschap even buiten Malaga in Zuid-Spanje, genaamd 'El Atabal', bestaande uit een aantal huizen en bungalows met verzorgingsgebouwen voor Nederlanders. Zijn relatie met Malaga bleef. In 1978 vertrok Thomas met zijn vrouw voorgoed uit Nederland en vestigde zich in het 'Inter Pares', een Nederlands georiënteerd en verzorgd appartementengebouw. Nadat zijn vrouw Elisabeth in 1987 was overleden, verhuisde hij naar Alba-la-Romaine in Zuid-Frankrijk, een historisch plaatsje in de Ardêche waar hij 's zomers graag verbleef. In de zomer van 1998, op 9 juli, overleed Thomas Nix in het naburige Villeneuve-de-Berg. Opleiding: Gymnasium Amsterdam/leerling/; TH Bandung/extraneus/1926; TH Delft/bouwkundig ingenieur/1930; NV Architecten-Ingenieursbureau Fermont te Weltevreden en Ed. Cuypers te Amsterdam/medewerker/1930-1938; tekenlessen bij Henk Meijer en Bernhard van Vlijmen/leerling Nevenactiviteiten: promotie bij prof. Granpré Molière/promovendus/1949; verschillende welstandscommissies/lid/1950-1978; Architectura et Amicitia/bestuurslid/1956-1958 of meer; Bond van Nederlandse Architecten/lid/-1978; werk van E. du Perron en Bep Vuijk/illustrator/; architectuurinstituten van St. Lucas in Gent en Antwerpen/gastdocent/

Nix, Charles Thomas

Ch.Th. Nix (1904-1998), architect en stedenbouwkundige. Thomas Nix werd geboren op 21 december 1904 te Bandung in Nederlands-Indië. Hij volgde het gymnasium in Amsterdam en studeerde voor bouwkundig ingenieur aan de Technische Hogeschool te Delft, waar hij afstudeerde in 1930. In 1929 trouwde hij met Elisabeth van der Waals. Uit dit huwelijk werden vijf kinderen geboren. Vóór de oorlog was hij van 1930-1938 te Batavia als architect verbonden aan het 'Architecten-Ingenieursbureau Fermont te Weltevreden en Ed. Cuypers te Amsterdam'. Hier werkte hij aan projecten zoals de Javasche Bank en andere gebouwen in de 'benedenstad'. Hij won een prijsvraag voor het oplossen van een moeilijke stedenbouwkundige situatie te Bandung, waarbij een drukke verkeersweg, een spoorweg en een woeste rivierstroom de elementen vormden. De door hem gevonden oplossing werd uitgevoerd in 1941. Hij werd gevraagd om bij de Gemeente Bandung te komen werken. Tijdens de oorlog, gescheiden van vrouw en kinderen die elders in kampen werden opgesloten, werd hij gedwongen om voor de Japanners te gaan werken. In die tijd werkte hij bij de Nederlandsch-Indische Spoorweg Mij. (NIS) aan het spoorwegstation van Tjilatjap (Java). Intussen bereidde hij al heimelijk zijn proefschrift voor. Na de oorlog werd hij, verenigd met zijn gezin, naar Nederland gerepatrieerd. Zijn jongste zoon (4 jaar) bezweek bij aankomst alsnog aan de gevolgen van de Japanse kampen. Na de oorlog vestigde het gezin zich in Rotterdam, waar hij medewerker werd bij het Asro, het opbouwbureau van Rotterdam. Hier had hij samen met ir. van Traa een actief aandeel in de wederopbouw van Rotterdam. Uit die periode bestaan nog een aantal vogelvluchtperspectieven, waarbij zijn fenomenale tekentalenten uitstekend van pas kwamen. Vanaf deze periode tot in 1978 heeft hij actief deelgenomen aan de welstandscommissie Rotterdam. In 1949 promoveerde hij op het proefschrift 'Bijdrage tot de vormleer van de stedebouw, in het bijzonder voor Indonesië'. Als zelfstandig architect startte hij in 1947, aanvankelijk met vroegere collega's en medewerkers uit de tijd in Batavia. Hij wist een toonaangevend ingenieurs- en architectenbureau op te bouwen, eerst genaamd 'De Jongh, Taen & Nix' (tot omstreeks 1955), later 'Taen & Nix' en tenslotte onder de naam 'Nix & Van Hasselt'. Het bureau was gevestigd in Utrecht, Boothstraat 13, waar zijn compagnons (architect Theo Taen (BNA) en architect Paul O.M. van Hasselt) en medewerkers de ontwerpen uitwerkten die Thomas Nix in zijn werkkamers in Rotterdam, Vredehofweg 46, had bedacht en getekend. Zijn suggestieve en knap getekende presentatietekeningen en perspectieven werden door de opdrachtgevers hogelijk gewaardeerd. Naast de vele stedenbouwkundige plannen in het hele land - hij was vaste stedenbouwkundige van onder meer de gemeente Cuijk en de gemeente Zandvoort - leverde Thomas Nix zijn aandeel in de opbouw van Nederland na de Tweede Wereldoorlog. Hij ontwierp niet alleen stadswijken en bouwde woningcomplexen, maar hij specialiseerde zich ook in het bouwen van grote schoolgebouwen, waarin hij het idee van de centrale hal ontwikkelde. Van dit type zijn twee scholen gebouwd: het St. Catharina Lyceum in Eindhoven (1953) en het Lyceum Sancta Maria in Haarlem (1955-1958). Ook het St. Theresialyceum in Tilburg (1963) is een zeer transparante school, die nog steeds in gebruik is. Het Puttlyceum in Eindhoven (1961) is tegenwoordig in gebruik bij een ROC en het Blariacum College in Venlo (1969) staat op de nominatie om te worden afgebroken. Door zijn klassieke opleiding en religieuze instelling en door zijn kennis van de klassieke bouwkunst, ging zijn grote voorliefde vooral uit naar het bouwen van kerken. Hiermee verwierf hij bekendheid. Aanvankelijk zocht hij aansluiting bij de zogenaamde 'Bossche school'. Hij had een grote bewondering voor architect Dom van der Laan, met wie hij graag discussieerde over de 'marge', de variabele restruimte die in alle plastische kunsten overblijft in de verhoudingen van massa's en ruimten. Kerken uit deze periode, ontworpen tussen 1949 en 1951 in Nijmegen, Bakkum en Doorneburg, hebben de basiliekvorm. In 1955 bouwde hij in Rotterdam de H. Nicolaoskerk. Dit was een kerk van het Grieks-Byzantijnse type, bestaande uit een Grieks kruis ingeschreven in een vierkant met op de kruising een achtzijdig koepeltorentje. Geleidelijk kregen zijn ontwerpen toch een echt 'Thomas Nix-karakter'. De Pius X kerk te Den Haag uit 1959 is hier een goed voorbeeld van, evenals de Heilige Geestkerk in Amersfoort uit 1968. Beide kerken hebben een tongewelf als hoofdvorm en een moderne losstaande klokkentoren. De Isidoruskerk in Nagele en de Kruiskerk in Roosendaal, beide moderne kerken uit 1963 en 1964, bestaan nog steeds, maar in Nagele is de kerk in gebruik als museum. In Roosendaal is de kerk verkocht aan de Protestantse Kerk Nederland (PKN). De Onze Lieve Vrouwe Visitatiekerk te Schiedam uit 1958 is afgebroken. Op deze plaats is nu een moskee verrezen. Andere bijzondere projecten van Nix zijn onder andere het raadhuis te Cuijk, het Corso-cinemacomplex te Rotterdam en het kantoor- en woontorencomplex 'de Hertoghof' te Eindhoven. Thomas Nix deed graag mee aan prijsvragen, zowel op bouwkundig als stedenbouwkundig terrein. Hij scoorde hoog met zijn ontwerp 'Sonans' voor de herbouw van de Zutphense Walburgtoren. Winnaar werd hij van de prijsvraag 'Morgenstond', onder motto Vicinus, voor een winkelcentrum en wooncomplex aan de Leijweg te Den Haag. Dit project is ook uitgevoerd. Door zijn grote betrokkenheid bij zijn vak was hij actief op velerlei studiedagen, forums en congressen en onderhield hij contact met onder anderen collega's en wetenschappers. Met regelmaat gaf hij gastcolleges aan de architectuurinstituten van St. Lucas in Gent en Antwerpen. In 1989 verscheen zijn boek 'Massa, ruimte & verblijf', een studie over het hoe en waarom in de architectuur als uiting van menselijke aanwezigheid. Naast zijn tekenwerk als ontwerper maakte Nix ook veel vrij teken- en schilderwerk. In zijn jeugd volgde hij lessen bij Henk Meijer en Bernhard van Vlijmen, maar hij was voornamelijk autodidact. Wekelijks tekende hij naar levend model. Hij putte zijn onderwerpen veelal uit de natuur: landschappen, stadsgezichten, straten vol mensen, portretten en menselijke figuren. Daarnaast tekende en schilderde hij in verschillende technieken ook non-figuratief, van verfijnde en vertederende aquarellen tot krachtige motieven in tempera en olieverf. Heel bijzonder zijn zijn reisschetsen, vastgelegd in een groot aantal schetsboeken (Frankrijk, Spanje, Italië, Griekenland, Israël, Iran, Pakistan en Japan). Als illustrator verluchtte hij de werken van E. du Perron en Bep Vuijk. Thomas Nix was een trouw lid van Bond van Nederlandse Architecten. Hij nam vaak deel aan binnen- en buitenlandse excursies. Bij zijn vertrek uit Nederland in 1978, toen hij zich met zijn vrouw in Spanje vestigde, heeft de BNA hem op indrukwekkende wijze geëerd met een speciale bijeenkomst in het Bouwcentrum te Rotterdam met veel leden-collega's. Zowel Nix als S. van Emden hielden een rede en er was een groot opgezette tentoonstelling van zijn vrije tekeningen. Rond het jaar 1970 ontwierp Thomas Nix een woongemeenschap even buiten Malaga in Zuid-Spanje, genaamd 'El Atabal', bestaande uit een aantal huizen en bungalows met verzorgingsgebouwen voor Nederlanders. Zijn relatie met Malaga bleef. In 1978 vertrok Thomas met zijn vrouw voorgoed uit Nederland en vestigde zich in het 'Inter Pares', een Nederlands georiënteerd en verzorgd appartementengebouw. Nadat zijn vrouw Elisabeth in 1987 was overleden, verhuisde hij naar Alba-la-Romaine in Zuid-Frankrijk, een historisch plaatsje in de Ardêche waar hij 's zomers graag verbleef. In de zomer van 1998, op 9 juli, overleed Thomas Nix in het naburige Villeneuve-de-Berg. Opleiding: Gymnasium Amsterdam/leerling/; TH Bandung/extraneus/1926; TH Delft/bouwkundig ingenieur/1930; NV Architecten-Ingenieursbureau Fermont te Weltevreden en Ed. Cuypers te Amsterdam/medewerker/1930-1938; tekenlessen bij Henk Meijer en Bernhard van Vlijmen/leerling Nevenactiviteiten: promotie bij prof. Granpré Molière/promovendus/1949; verschillende welstandscommissies/lid/1950-1978; Architectura et Amicitia/bestuurslid/1956-1958 of meer; Bond van Nederlandse Architecten/lid/-1978; werk van E. du Perron en Bep Vuijk/illustrator/; architectuurinstituten van St. Lucas in Gent en Antwerpen/gastdocent/