Mastenbroek, Hendrik

H. Mastenbroek De jonge Mastenbroek begon als architect te werken in de opvattingen van het Nieuwe Bouwen. In zijn beginjaren ontwierp Mastenbroek wit gestucte gebouwen met lintvensters en platte daken. Omdat grote opdrachtgevers de Nieuwe Bouwers niet erg welgezind waren, kregen zij weinig opdrachten. Ook zelf nam Mastenbroek op den duur afstand van het radicale Nieuwe Bouwen en voegde hij zich bij Groep '32, een groep modernisten die naast functionele ook esthetische normen hanteerde. In 1932 ging Mastenbroek een samenwerkingsverband aan met Auke Komter, die vergelijkbare opvattingen koesterde. Het was hun credo om 'logisch, harmonisch en eerlijk' te bouwen. Voor de gemeente Bloemendaal was dat overigens ook nog te vooruitstrevend, want toen ze daar in 1935 een opdracht kregen om drie villa's te bouwen, mocht dat van de burgemeester van Bloemendaal, de wethouder van Publieke werken en de directeur van Gemeentewerken alleen op een wat achteraf gelegen perceel. Ze vonden witte villa's met platte daken te experimenteel. Toen in mei 1940 dan ook nog de oorlog uitbrak lag de bouwproductie nagenoeg helemaal stil. Die kwam pas weer op gang na de bevrijding in 1945. Een belangrijk deel van die naoorlogse bouwproductie kwam tot stand in de stijl van de zogenaamde 'shake hands' architectuur, een compromis tussen de Delftse School en het Nieuwe Bouwen. Ook Mastenbroek realiseerde in deze stijl een aantal projecten in het noordoosten van het land, waar hij zich vestigde in een poging meer opdrachten binnen te slepen. De bungalow die hij in Wezep in 1955 realiseerde is van baksteen en heeft boven het dak uitstekende zijgevels. Het flatgebouw Hanekamp in Zwolle heeft zelfs een zadeldak. Opvallend is dat hij bij deze opdrachten de vormgeving en een functionalistische opvatting goed wist te combineren. Zijn vertrek naar het oosten zal ook de reden geweest zijn dat hij in de vergetelheid raakte. Nevenactiviteiten: Kerngroep van de Studiegroep Woningarchitectuur/lid/1955

Mastenbroek, Hendrik

H. Mastenbroek De jonge Mastenbroek begon als architect te werken in de opvattingen van het Nieuwe Bouwen. In zijn beginjaren ontwierp Mastenbroek wit gestucte gebouwen met lintvensters en platte daken. Omdat grote opdrachtgevers de Nieuwe Bouwers niet erg welgezind waren, kregen zij weinig opdrachten. Ook zelf nam Mastenbroek op den duur afstand van het radicale Nieuwe Bouwen en voegde hij zich bij Groep '32, een groep modernisten die naast functionele ook esthetische normen hanteerde. In 1932 ging Mastenbroek een samenwerkingsverband aan met Auke Komter, die vergelijkbare opvattingen koesterde. Het was hun credo om 'logisch, harmonisch en eerlijk' te bouwen. Voor de gemeente Bloemendaal was dat overigens ook nog te vooruitstrevend, want toen ze daar in 1935 een opdracht kregen om drie villa's te bouwen, mocht dat van de burgemeester van Bloemendaal, de wethouder van Publieke werken en de directeur van Gemeentewerken alleen op een wat achteraf gelegen perceel. Ze vonden witte villa's met platte daken te experimenteel. Toen in mei 1940 dan ook nog de oorlog uitbrak lag de bouwproductie nagenoeg helemaal stil. Die kwam pas weer op gang na de bevrijding in 1945. Een belangrijk deel van die naoorlogse bouwproductie kwam tot stand in de stijl van de zogenaamde 'shake hands' architectuur, een compromis tussen de Delftse School en het Nieuwe Bouwen. Ook Mastenbroek realiseerde in deze stijl een aantal projecten in het noordoosten van het land, waar hij zich vestigde in een poging meer opdrachten binnen te slepen. De bungalow die hij in Wezep in 1955 realiseerde is van baksteen en heeft boven het dak uitstekende zijgevels. Het flatgebouw Hanekamp in Zwolle heeft zelfs een zadeldak. Opvallend is dat hij bij deze opdrachten de vormgeving en een functionalistische opvatting goed wist te combineren. Zijn vertrek naar het oosten zal ook de reden geweest zijn dat hij in de vergetelheid raakte. Nevenactiviteiten: Kerngroep van de Studiegroep Woningarchitectuur/lid/1955