J.M.J. Coenen (geb. 1949) Jo Coenen (1949, Hoensbroek) is in 1975 afgestudeerd aan de Technische Universiteit in Eindhoven. Vervolgens werkt hij enige tijd voor Luigi Snozzi in Zwitserland, James Stirling in Engeland en Van Eyck en Bosch in Amsterdam. In 1979 begint hij zijn eigen bureau, Jo Coenen & Co, eerst in Eindhoven en vanaf 1993 in Maastricht. Van 2000 tot 2004 is hij Rijksbouwmeester van Nederland. Op het moment dat Jo Coenen zijn entree maakt in de architectuur, in de tweede helft van de jaren zeventig, domineert in Nederland de kleinschalige, vaak vormeloze architectuur. Voor veel architecten is hun ontwerp ondergeschikt aan het heersende adagium 'bouwen voor de buurt'. In deze tijd ontstaat Coenens afkeer van vormeloosheid. Mede onder invloed van het internationaal florerende postmodernisme ontwikkelt hij zijn eigen ontwerpopvatting. Het scheppen van structuur en samenhang in stedelijke omgevingen is een constant thema in zijn werk. Aanvankelijk realiseert hij relatief kleine projecten en doet mee aan verschillende prijsvragen in binnen- en buitenland. Midden jaren tachtig krijgt hij grotere opdrachten, onder meer voor het Stadskantoor in Delft (1984-1986) en de openbare bibliotheek (19831986) in Heerlen. In 1988 wordt zijn ontwerp voor het Nederlands Architectuurinstituut in Rotterdam uitverkoren in een meervoudige opdracht waar in totaal zes architecten aan deelnemen. Het gebouw wordt in 1993 opgeleverd. Eind jaren tachtig krijgt hij opdrachten om stedenbouwkundige masterplannen te ontwerpen voor het voormalige Sphinx Céramique-terrein (1987) in Maastricht, voor het KNSM-eiland (1988) in Amsterdam en het gebied rond de Vaillantlaan (1989) in Den Haag. Vanaf 1976 tot op heden vervult Coenen diverse (gast-) docentschappen en professoraten aan universiteiten en hogescholen: in Eindhoven, Maastricht, Tilburg, Amsterdam, Delft, Aken en Lausanne. In 2004 ontvangt hij een eredoctoraat bij de Open Universiteit Nederland. Sinds 2004 is hij hoogleraar Restauratie, Modificatie, Interventie en Transformatie aan de Technische Universiteit van Delft. In zijn colleges behandelt hij onder meer projecten waarin oud en nieuw versmelten. Coenen vindt kennis van het bestaande onontbeerlijk om tot goede ontwerpen voor dit soort projecten te kunnen komen. NB: het oeuvre van J.M.J. Coenen is niet (volledig) geïnventariseerd. Opleiding: Technische Universiteit Eindhoven/ Nevenactiviteiten: Technische Universiteit Delft/hoogleraar/