Graaf, J.J. de

J.J. de Graaf (1924-1987) Waarschijnlijk is niemand die in de architectonische wereld werkzaam geweest is zo onbekend als Joop de Graaf, terwijl hij toch met de meest beroemde architect samengewerkt heeft: Le Corbusier. Voor hem berekende De Graaf de constructie van het Philipspaviljoen voor de wereldtentoonstelling van 1958 in Brussel. Dit werd het markante gebouw waarin van Edgar Varèses Poème Electrique ten gehore gebracht werd en waarbij filmbeelden van S. Eisenstein getoond werden. Een andere reden waarom De Graaf niet tot de bekende architecten gerekend wordt is zijn docentschap. Van 1956 tot aan zijn overlijden in 1987 heeft hij zich als docent aan verschillende opleidingen getracht zijn studenten de voordelen te laten inzien van het integrale ontwerpproces en het geïntegreerde bouwontwerp. J.J. de Graaf heeft zich langs de lange weg van opleidingen, cursussen en zelfstudie het technische vak van constructeur eigen kunnen maken. Wat betreft de cursussen die hij aan de TU in Delft volgde bevonden zich daaronder technische vakken als toegepaste mechanica, utiliteitsbouw en funderingen. Bij de Stichting Materialenkennis volgde hij de cursussen moderne rekenhulpmiddelen en rekenmethoden, bij de Stichting Bouwen in Staal was dat de cursus bezwijkanalyse. Op eigen initiatief voerde hij bijvoorbeeld studies uit op het gebied van logica, geometrie, vormleer en islamathematica. Deze studies volgde hij naast zijn werk. In de periode 1946-1956 werkte De Graaf als bouwkundig tekenaar bij het bureau van D. Roosenburg, bij S.J. van Embden als bouwkundig tekenaar-constructeur en bij W.S. van den Erve als chef de bureau. Deze periode werd gevolgd door een waarin De Graaf zelfstandig werkte. Vanaf 1956 tot aan 1966 voerde hij met Ritter het Architecten- en ingenieursbureau Ritter en De Graaf. In 1966 begon hij een eigen constructeursbureau. Vanaf 1960 was hij ook nog docent aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam. Al snel volgde de gelijknamige academie van Tilburg en werd hij voor meerdere opleidingen gevraagd, met als hoogtepunt een gastdocentschap aan de TU in Delft. Ruim 25 jaar heeft hij onderwijs gegeven. In al die jaren trachtte hij voor zijn studenten de wereld van het constructief ontwerpen tot leven te brengen. Het was zijn wens dat architecten de dialoog met constructeurs aangingen. Een citaat waarin hij zijn ideeën hierover het duidelijkst onder woorden brengt is afkomstig uit de lezing die hij gaf naar aanleiding van zijn 25-jarig jubileum aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam. Het citaat wordt ook aangehaald in de inleiding tot de inventarisatie van zijn archief in het NAi. '...architectuur of het vormgeven is te definiëren als de kunst van het construeren van gebouwen, die wat duurzaamheid, schoonheid en economie betreft de specifieke functies kunnen vervullen waarvoor zij zijn bestemd. Voor de verwezenlijking hiervan is het nodig dat de componenten vorm (vormgever)-constructie (techniek; het materiaal en de wijze waarop de vormgever dit hanteert)-functie (gebruik) een hechte eenheid vormen die steeds in de conceptie of artistieke visie is betrokken. De onderlinge relatie van deze drie en het aandeel dat de afzonderlijke componenten tot het geheel bijdragen bepalen dan ook het specifieke karakter van het ontwerp.' Toen De Graaf in 1966 zijn eigen constructeursbureau begon kreeg hij veel werk toegeschoven van zijn oud-studenten. Hieronder bevinden zich Sociale werkplaatsen in Heemstede, systeemwoningen in Schalkwijk en telefooncentrales in Beverwijk en IJmuiden. Daarbij bleef hij net als een andere constructeur, J.G.Wiebenga, op de achtergrond. Opleiding: Mulo A en B/;MTS Bouwkunde/1941-1945;makelaar in onroerend goed/1948;hogere wiskunde PBNA/1954;TH Delft/;HTI Amsterdam/1965-1966;Stichting Materialenkennis/;Stichting Centrum Bouwen in Staal/ Nevenactiviteiten: Academie van Bouwkunst Amsterdam/docent/1960-1987;Academie van Bouwkunst TIlburg/docent/1962-1987;Instituut voor Architectuur Utrecht/docent en coördinator/1966-1987;Rietveldacademie/gastdocent/1966-1987;Kunstacademie Artibus Utrecht/gastdocent/1966-1987;TU Delft/gastdocent/1966-1987

Graaf, J.J. de

J.J. de Graaf (1924-1987) Waarschijnlijk is niemand die in de architectonische wereld werkzaam geweest is zo onbekend als Joop de Graaf, terwijl hij toch met de meest beroemde architect samengewerkt heeft: Le Corbusier. Voor hem berekende De Graaf de constructie van het Philipspaviljoen voor de wereldtentoonstelling van 1958 in Brussel. Dit werd het markante gebouw waarin van Edgar Varèses Poème Electrique ten gehore gebracht werd en waarbij filmbeelden van S. Eisenstein getoond werden. Een andere reden waarom De Graaf niet tot de bekende architecten gerekend wordt is zijn docentschap. Van 1956 tot aan zijn overlijden in 1987 heeft hij zich als docent aan verschillende opleidingen getracht zijn studenten de voordelen te laten inzien van het integrale ontwerpproces en het geïntegreerde bouwontwerp. J.J. de Graaf heeft zich langs de lange weg van opleidingen, cursussen en zelfstudie het technische vak van constructeur eigen kunnen maken. Wat betreft de cursussen die hij aan de TU in Delft volgde bevonden zich daaronder technische vakken als toegepaste mechanica, utiliteitsbouw en funderingen. Bij de Stichting Materialenkennis volgde hij de cursussen moderne rekenhulpmiddelen en rekenmethoden, bij de Stichting Bouwen in Staal was dat de cursus bezwijkanalyse. Op eigen initiatief voerde hij bijvoorbeeld studies uit op het gebied van logica, geometrie, vormleer en islamathematica. Deze studies volgde hij naast zijn werk. In de periode 1946-1956 werkte De Graaf als bouwkundig tekenaar bij het bureau van D. Roosenburg, bij S.J. van Embden als bouwkundig tekenaar-constructeur en bij W.S. van den Erve als chef de bureau. Deze periode werd gevolgd door een waarin De Graaf zelfstandig werkte. Vanaf 1956 tot aan 1966 voerde hij met Ritter het Architecten- en ingenieursbureau Ritter en De Graaf. In 1966 begon hij een eigen constructeursbureau. Vanaf 1960 was hij ook nog docent aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam. Al snel volgde de gelijknamige academie van Tilburg en werd hij voor meerdere opleidingen gevraagd, met als hoogtepunt een gastdocentschap aan de TU in Delft. Ruim 25 jaar heeft hij onderwijs gegeven. In al die jaren trachtte hij voor zijn studenten de wereld van het constructief ontwerpen tot leven te brengen. Het was zijn wens dat architecten de dialoog met constructeurs aangingen. Een citaat waarin hij zijn ideeën hierover het duidelijkst onder woorden brengt is afkomstig uit de lezing die hij gaf naar aanleiding van zijn 25-jarig jubileum aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam. Het citaat wordt ook aangehaald in de inleiding tot de inventarisatie van zijn archief in het NAi. '...architectuur of het vormgeven is te definiëren als de kunst van het construeren van gebouwen, die wat duurzaamheid, schoonheid en economie betreft de specifieke functies kunnen vervullen waarvoor zij zijn bestemd. Voor de verwezenlijking hiervan is het nodig dat de componenten vorm (vormgever)-constructie (techniek; het materiaal en de wijze waarop de vormgever dit hanteert)-functie (gebruik) een hechte eenheid vormen die steeds in de conceptie of artistieke visie is betrokken. De onderlinge relatie van deze drie en het aandeel dat de afzonderlijke componenten tot het geheel bijdragen bepalen dan ook het specifieke karakter van het ontwerp.' Toen De Graaf in 1966 zijn eigen constructeursbureau begon kreeg hij veel werk toegeschoven van zijn oud-studenten. Hieronder bevinden zich Sociale werkplaatsen in Heemstede, systeemwoningen in Schalkwijk en telefooncentrales in Beverwijk en IJmuiden. Daarbij bleef hij net als een andere constructeur, J.G.Wiebenga, op de achtergrond. Opleiding: Mulo A en B/;MTS Bouwkunde/1941-1945;makelaar in onroerend goed/1948;hogere wiskunde PBNA/1954;TH Delft/;HTI Amsterdam/1965-1966;Stichting Materialenkennis/;Stichting Centrum Bouwen in Staal/ Nevenactiviteiten: Academie van Bouwkunst Amsterdam/docent/1960-1987;Academie van Bouwkunst TIlburg/docent/1962-1987;Instituut voor Architectuur Utrecht/docent en coördinator/1966-1987;Rietveldacademie/gastdocent/1966-1987;Kunstacademie Artibus Utrecht/gastdocent/1966-1987;TU Delft/gastdocent/1966-1987