Lammers, Theodorus Johannes

Th.J. Lammers (1890-1972) Th.J. Lammers heeft een omvangrijk oeuvre op zijn naam staan en heeft als Amsterdams architect veel voor de stad betekend. Uit de beperkte informatie die er over hem voorhanden is, komt Lammers naar voren als een bescheiden en beminnelijk man, met een grote liefde voor zijn vak. Dit beeld wordt bevestigd door het veelzijdige en indrukwekkende karakter van zijn oeuvre. De door hem ontworpen woningen, winkels, kantoren en scholen zijn overal in Amsterdam en in enkele plaatsen daar buiten terug te vinden. Lammers startte zijn opleiding aan de Quellinusschool in Amsterdam, waar hij samen met J.J.P. Oud de wereld van de architectuur instapte. De Quellinusschool was een praktijkwerkplaats, die opdrachten voor restauratiebeeldhouwwerk en ornamentwerk voor gebouwen en kerken uitvoerde.Daarna gaat hij naar de ‘Rijks Normaalschool voor Teekenonderwijzers’, waar hij onder andere les krijgt van Willem Kromhout. Lammers komt echter terug op zijn besluit leraar te worden en gaat voor verdere studie naar de Städtische polytechnische Lehranstalt in Friedberg (Hessen, Duitsland), afdeling Architectur-Hochbau. Bij terugkomst in Nederland gaat hij aan de slag bij het architectenbureau van G. van Arkel en vervolgens bij het bureau van de gebroeders Baanders, waar ook De Klerk en Blaauw werkzaam zijn. Op het bureau van Warners werkt hij mee aan de plannen voor een etagehuis, vermoedelijk voor het project ‘Lorna’ (1914) aan de Lairessestraat in Amsterdam. Als zelfstandig architect krijgt hij zijn eerste opdracht in 1913. Het eerste decennium werkte hij daarin samen met architect Th. Groenendijk. Samen ontwierpen zij een groot aantal woonhuizen en villa's in en rond het Willemspark in Amsterdam Zuid. Hun eerste opdracht was een villa aan de Prins Hendriklaan 1 in Amsterdam. Gedurende het interbellum was Lammers betrokken bij de bouw van woningen in het Uitbreidingsplan Zuid van H.P. Berlage (Stadionbuurt en Rivierenbuurt) waarvan de hoofdstructuur in 1917 door de gemeenteraad was vastgesteld. De architectuur van Lammers vertegenwoordigde samen met die van een veertigtal architecten de Tweede periode van de Amsterdamse School, de periode die aanbrak na de dood van Michel de Klerk, 'het creatieve brein van de Amsterdamse School'. Hierna volgen al snel meer opdrachten, die variëren van woningen tot school- en kantoorbouw. Zo bouwt hij onder meer het Physiologisch Laboratorium voor de Vrije Universiteit aan het Valeriusplein in Amsterdam (1916-1917) en het moderne hotel ‘Seinpost’ (1920) in badplaats Zandvoort, waar het massatoerisme begint op te komen. In Bergen realiseert hij het Schoolgebouw voor lager onderwijs en uitgebreid lager onderwijs voor de ‘Berger Schoolvereeniging’ aan de Rondelaan (1925) in de stijl van de Amsterdamse School en het pension ‘De Hertenkamp’ aan het Van Reenenpark (1926). Lammers werkt ook mee aan volkswoningbouw, onder andere in de Rivierenbuurt in Amsterdam, waar hij tussen 1923 en 1937 verschillende woningcomplexen realiseert. Na de Tweede Wereldoorlog ontwierp Lammers in Tuinstad Slotermeer woningbouwcomplexen in de typische na-oorlogse stijl, waarbij zijn zorgvuldige detaillering behouden bleef. Ten oosten van Plein '40-'45 bevindt zich een complex aan het S. Kuiperplantsoen, het A. Bontekoeplantsoen en het J. Schippersplantsoen. Aan de Slauerhoffstraat staat een door hem ontworpen blok portieketage-woningen. In dezelfde periode ontwierp hij een complex 'eengezinswoningen voor maatschappelijk niet-aangepaste gezinnen' aan de C. Outshoornstraat in Tuinstad Geuzenveld. Van zijn hand zijn ook projecten bekend in Zandvoort, Bergen NH en in Haarlem. Zijn laatste opdracht was een omvangrijk woningbouwproject in Amsterdam-Buitenveldert (Nederstigt e.o., 1962-1963). Dit project deed hij in samenwerking met architect J.A. Riesener. Opleiding: Quellinusschool//Amsterdam;Städtische Polytechnische Lehranstalt//Friedberg

Lammers, Theodorus Johannes

Th.J. Lammers (1890-1972) Th.J. Lammers heeft een omvangrijk oeuvre op zijn naam staan en heeft als Amsterdams architect veel voor de stad betekend. Uit de beperkte informatie die er over hem voorhanden is, komt Lammers naar voren als een bescheiden en beminnelijk man, met een grote liefde voor zijn vak. Dit beeld wordt bevestigd door het veelzijdige en indrukwekkende karakter van zijn oeuvre. De door hem ontworpen woningen, winkels, kantoren en scholen zijn overal in Amsterdam en in enkele plaatsen daar buiten terug te vinden. Lammers startte zijn opleiding aan de Quellinusschool in Amsterdam, waar hij samen met J.J.P. Oud de wereld van de architectuur instapte. De Quellinusschool was een praktijkwerkplaats, die opdrachten voor restauratiebeeldhouwwerk en ornamentwerk voor gebouwen en kerken uitvoerde.Daarna gaat hij naar de ‘Rijks Normaalschool voor Teekenonderwijzers’, waar hij onder andere les krijgt van Willem Kromhout. Lammers komt echter terug op zijn besluit leraar te worden en gaat voor verdere studie naar de Städtische polytechnische Lehranstalt in Friedberg (Hessen, Duitsland), afdeling Architectur-Hochbau. Bij terugkomst in Nederland gaat hij aan de slag bij het architectenbureau van G. van Arkel en vervolgens bij het bureau van de gebroeders Baanders, waar ook De Klerk en Blaauw werkzaam zijn. Op het bureau van Warners werkt hij mee aan de plannen voor een etagehuis, vermoedelijk voor het project ‘Lorna’ (1914) aan de Lairessestraat in Amsterdam. Als zelfstandig architect krijgt hij zijn eerste opdracht in 1913. Het eerste decennium werkte hij daarin samen met architect Th. Groenendijk. Samen ontwierpen zij een groot aantal woonhuizen en villa's in en rond het Willemspark in Amsterdam Zuid. Hun eerste opdracht was een villa aan de Prins Hendriklaan 1 in Amsterdam. Gedurende het interbellum was Lammers betrokken bij de bouw van woningen in het Uitbreidingsplan Zuid van H.P. Berlage (Stadionbuurt en Rivierenbuurt) waarvan de hoofdstructuur in 1917 door de gemeenteraad was vastgesteld. De architectuur van Lammers vertegenwoordigde samen met die van een veertigtal architecten de Tweede periode van de Amsterdamse School, de periode die aanbrak na de dood van Michel de Klerk, 'het creatieve brein van de Amsterdamse School'. Hierna volgen al snel meer opdrachten, die variëren van woningen tot school- en kantoorbouw. Zo bouwt hij onder meer het Physiologisch Laboratorium voor de Vrije Universiteit aan het Valeriusplein in Amsterdam (1916-1917) en het moderne hotel ‘Seinpost’ (1920) in badplaats Zandvoort, waar het massatoerisme begint op te komen. In Bergen realiseert hij het Schoolgebouw voor lager onderwijs en uitgebreid lager onderwijs voor de ‘Berger Schoolvereeniging’ aan de Rondelaan (1925) in de stijl van de Amsterdamse School en het pension ‘De Hertenkamp’ aan het Van Reenenpark (1926). Lammers werkt ook mee aan volkswoningbouw, onder andere in de Rivierenbuurt in Amsterdam, waar hij tussen 1923 en 1937 verschillende woningcomplexen realiseert. Na de Tweede Wereldoorlog ontwierp Lammers in Tuinstad Slotermeer woningbouwcomplexen in de typische na-oorlogse stijl, waarbij zijn zorgvuldige detaillering behouden bleef. Ten oosten van Plein '40-'45 bevindt zich een complex aan het S. Kuiperplantsoen, het A. Bontekoeplantsoen en het J. Schippersplantsoen. Aan de Slauerhoffstraat staat een door hem ontworpen blok portieketage-woningen. In dezelfde periode ontwierp hij een complex 'eengezinswoningen voor maatschappelijk niet-aangepaste gezinnen' aan de C. Outshoornstraat in Tuinstad Geuzenveld. Van zijn hand zijn ook projecten bekend in Zandvoort, Bergen NH en in Haarlem. Zijn laatste opdracht was een omvangrijk woningbouwproject in Amsterdam-Buitenveldert (Nederstigt e.o., 1962-1963). Dit project deed hij in samenwerking met architect J.A. Riesener. Opleiding: Quellinusschool//Amsterdam;Städtische Polytechnische Lehranstalt//Friedberg