Allert Warners werd geboren op 3 januari 1914 in Amsterdam als oudste zoon van architect Filip Anne Warners (1888-1952) (Zie WARS). Begin jaren dertig verbleef Warners enige tijd in Lausanne (Zwitserland), waar hij een jaar de Ecole de Métier bezocht en praktische werkervaring opdeed bij architect Taroni (?). Terug in Nederland behaalde hij het diploma van de MTS in Amsterdam en in 1936 trad hij als opzichter-tekenaar in dienst bij het bureau van zijn vader. Daar werkte hij aan verschillende projecten, waaronder de Erdal-fabriek in Amersfoort (1936-1937); 18 eengezinswoningen aan de Keizer Karelweg in Amsterdam (1937); een zeilmakerswerkplaats aan de Oosteinderweg te Aalsmeer (1937, zelfstandig werk); villa's te Tilburg, Apeldoorn en Amsterdam (1938-1940); `Het Brouwerswapen' aan het Rembrandtplein in Amsterdam (1938-1976 afgebroken); café `Het Gouden Hoofd' in Den Haag (1939) en twee kantoorgebouwen voor de AVRO aan de Keizersgracht in Amsterdam (1940-1941). Van 1936 tot 1943 volgde A. Warners de Amsterdamse H.B.O.-opleiding, waar hij ondermeer les kreeg van P. Verhagen, J.H.Groenewegen, F.A. Eschauzier, J.F. Berghoef en B.T. Boeyinga. In 1944 werkte hij samen met een H.B.O.-jaargenoot G.M.G. Bakker, de latere stadsarchitect te Zaandam. Na de Tweede Wereldoorlog studeerde Warners van 1946 tot 1947 aan de Academie in Stockholm en maakte hij enkele reizen door Europa (Scandinavië, Duitsland, Frankrijk, Spanje, Italië en Engeland). Zijn naoorlogse werken betreffen een hotelbar in Noordwijk aan Zee (1948) in samenwerking met kunstschilder Jaap Bouhuys; ontwerp voor een woonhuis met praktijk in Baarn (1949); eengezinswoningen in Noordwijk (1950); verbouwing en uitbreiding van de Hollandse Bank Unie (HBU) aan de Keizersgracht in Amsterdam (1951); een villa voor de directeur van HBU in Amstelveen (1951); flatgebouwen A en B te A[msterdam] en Etagewoningen aan de Prinses Irenestraat te Amsterdam. Warners was adviserend architect voor de Amsterdamse Maatschappij tot Exploitatie van Etagewoningen. Allert Warners nam deel aan een aantal prijsvragen: voor het Raadhuis te Schiedam (1950) en de Ideeënprijsvraag voor het bouwen van een Poldertoren te Emmeloord (1951). Na de dood van zijn vader in 1952 zette hij het bureau voort. Hij ontwierp vier woonhuizen in Noordwijk aan Zee (1952-1953); de dakopbouw (1954-1955) voor het kantoorgebouw Atlanta (1928) van zijn vader aan het Leidsebosje in Amsterdam; winkels en etagewoningen aan de Slotermeerlaan/Lodewijk van Deysselstraat in Amsterdam (1956) en een school aan de A.J. Ernststraat in Amsterdam (1963). Warners had veel belangstelling voor hedendaagse kunsten en techniek. Zijn grootste hobby daarnaast was zeezeilen, dat hij gepassioneerd en succesvol beoefende; hij won in 1937 een prijs met de Zeearend in de Fastnet Race. Tot de laatste projecten van Warners behoort het werk dat hij maakte voor de werkgroep Verdichtingsbouw Amsterdam in 1978-1979. Deze werkgroep, waarvan Warners lid was, bestudeerde twee locaties (Buitenveldert en Bijlmermeer) in Amsterdam. Het stedenbouwkundig bureau W. Wissing inventariseerde de stedenbouwkundige mogelijkheden voor verdichting en Warners maakte ideeschetsen voor de invulling van de voor verdichting in aanmerking komende situaties in Buitenveldert. Allert Warners overleed op 18 juni 1980 in Amsterdam.