Elzas, Abraham

BIOGRAFISCHE SCHETS VAN A. ELZAS (1907-1995)<BR> <P>Abraham Elzas werd geboren in 1907 aan de Langestraat te Alkmaar. Zowel zijn vader als grootvader waren handelaar in meubelen en aanvankelijk lag de toekomst van Abraham dan ook in de handel. In 1920, na het verlaten van de lagere school (Burgerschool), werd hij leerling aan de Alkmaarse Handelsdagschool. Vervolgens werd hij, eveneens in het kader van zijn toekomstige loopbaan, door zijn vader in 1924 naar de Haarlemse School voor Versierende Kunsten en Kunstambachten gestuurd, om zich te bekwamen in de interieurkunst. Elzas raakte op deze school echter bezield door de bouwkunst waardoor hij twee jaar later de overstap maakte naar de M.T.S. in Haarlem voor het meer constructieve en technische gedeelte. <BR>Na het voltooien van deze opleiding in 1930, volgde een praktische leertijd die begon op het bureau van architect D. Saal te Alkmaar.<BR>In 1929, zijn praktijkjaar voor de M.T.S., vertrok Elzas naar Parijs waar hij dankzij zijn leraar Otto de Kadt, bij beeldend kunstenaar Theo van Doesburg kon werken die zijn huis in Meudon-val-Fleury ging bouwen. Elzas verzorgde hiervoor de bouwkundige tekeningen. Met Van Doesburg sprak hij af om een samenwerkingsverband aan te gaan, net zoals Van Doesburg dit eerder met de toentertijd jonge en onervaren Corn. van Eesteren had gesloten (1897-1988) . Maar eerst keerde Elzas terug naar Nederland om zijn studie te voltooien. <BR>De start van zijn loopbaan verliep echter niet zoals gepland. Van Doesburg stierf vrij snel na zijn vertrek (1883-1931) en het contact in de Franse hoofdstad verliep nu via diens weduwe, Nelly van Doesburg. Zij introduceerde Elzas vervolgens bij het bureau van Auguste Perret (1874-1954), waar hij gedurende zes maanden werkzaam was. Via het bureau van Perret kwam hij terecht bij Le Corbusier (1887-1965). Hier verbleef hij eveneens zes maanden. Bij Le Corbusier werkte hij aan het gebouw voor de Zwitserse studenten in de Cité Universitaire in Parijs en aan de prijsvraag voor het ontwerp van een paleis voor de Sovjet Unie (Centrosoyusgebouw) in Moskou. <BR>Na Parijs volgde Londen, waar hij zich op het bureau van de vooraanstaande Engelse architect Joseph Emberton (1889-1956), die de grote Olympia Hall had ontworpen, verder bekwaamde. In 1932, kwam Elzas weer terug naar Nederland.</P><BR> <P>Tijdens zijn studie en werkzaamheden in het buitenland werkte hij, samen met zijn vriend Piet Worm, enkele opdrachten uit zoals bijvoorbeeld de plannen voor de bouw van twee huizen aan de Boulevard in Egmond aan Zee (1931-1932). Het eerste huis was bestemd voor de families R. Kater en G. Worm, het tweede huis voor de heer A.M. Middelhoff, allen uit Alkmaar. Ook nam hij in deze tijd deel aan verschillende studieprijsvragen waarvan er maar liefst acht bekroond werden, met als hoogtepunt het ontwerp voor een nieuwe synagoge in Amsterdam-Zuid, de Lekstraat-synagoge. Deze synagoge werd in de jaren daarop daadwerkelijk gerealiseerd (1935-1937).</P><BR> <P>De twee belangrijkste architectenverenigingen in Amsterdam aan het begin van de jaren dertig waren De 8 en Architectura et Amicitia. Elzas was lid van De 8 en behoorde tot één van de eerste medewerkers aan het tijdschrift De 8 en Opbouw. Naast De 8 en Opbouw&nbsp; verenigden zich in januari 1932 onder leiding van A. Boeken enkele jonge architecten in de ‘Architectengroep 1932’. Aansluiting bij De 8 was niet makkelijk voor jonge aankomende architecten en A et A wendde zich in hun ogen af van de belangrijkste ontwikkelingen die zich op dat moment in de moderne architectuur voordeden. Medeoprichters van Groep ‘32 waren La Croix, Elte, Elzas, Komter, Limperg , Mastenbroek, Neter , Wagenaar, Worm, Staal , en Sijmons&nbsp; en Zanstra . Boeken gaf de volgende omschrijving van deze groep: “Het is een vrije groep van in het algemeen jongere architecten die zich in het begin van het jaar gevormd heeft uit de verspreide krachten, die òf niet bij de bestaande architectenverenigingen waren aangesloten, òf bij de tegenwoordige samenstelling geen mogelijkheid zagen daarin ingang te vinden. Haar doel is zooveel mogelijk die jongere architecten bijeen te brengen die architectuur niet zien als een louter aesthetische opgave maar als een belangrijke, vitale factor in het grote, maatschappelijke en culturele ontwikkelingsproces. De groep streeft ernaar op te gaan in die architectenvereeniging waarin haar opvattingen het meest tot hun recht komen; de tijd van leuzen en manifesten is voorbij” . In 1934 kwam de uitnodiging van De 8 om en groupe lid te worden. Deze fusie bleek echter geen succes en in 1938 volgde voor een deel van de groep een breuk met De 8. De strenge functionalistische opvattingen van de ouderen kwamen niet overeen met de opvattingen van Groep ’32. Elzas bleef lid bij De 8.</P><BR> <P>Door toedoen van de depressie was er in de periode tussen de twee wereldoorlogen weinig werk. Vandaar dat architecten in die tijd vaak deelnamen aan prijsvragen. <BR>In 1935 won Elzas met een functionalistisch ontwerp de prijsvraag die onder negen joodse architecten werd uitgeschreven in Amsterdam voor de nieuwe grote synagoge in de Rivierenbuurt. Voor deelname had hij zich als Alkmaarse architect speciaal laten inschrijven bij de joodse gemeente in Amsterdam. In de jury zaten naast twee bestuursleden van de hoofdsynagoge, de architecten G. Friedhof , D. Greiner&nbsp; en A.J. van der Steur . <BR>De synagoge met 434 zitplaatsen voor mannen en 250 voor vrouwen, werd opgebouwd met stalen kolommen, betonnen vloeren en gevels van metselwerk. <BR>De gevels van de grote synagoge zijn aan de buitenzijde bekleed met natuursteen. Links van dit hoofdgebouw bevonden zich in de zijvleugel de hulpsynagoge, dienstruimten, op twee verdiepingen een centrale hal, en een woning. De synagoge had aan de binnenzijde drie tribuneachtige galerijen, een nis met marmeren bekleding voor de Arke, en grote ramen voor de lichttoetreding.&nbsp; </P><BR> <P>Met het uitbreken van de oorlog braken er moeilijke tijden aan. Na de bouw van de synagoge lag het werk voor Elzas nagenoeg stil. Via zijn contacten werd hij in 1939 door de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders gevraagd om boerderijen te ontwerpen voor de Wieringermeerpolder. Nog geen jaar later stond hij op straat op grond van de ariërparagraaf die de bezetters hadden ingevoerd. <BR>Vervolgens werd Elzas in de loop van 1941 benoemd tot directeur van de Joodse Ambachtschool aan de Rapenburgstraat in Amsterdam. Hij moest echter weer stoppen toen er in de zomer van 1943 geen leerlingen meer waren, zij werden allen door de bezetters naar Polen gedeporteerd. Op 5 maart 1942 werd Elzas gedwongen van Alkmaar naar Amsterdam te verhuizen, naar later bleek in afwachting van deportatie naar Polen. Elzas bleef tot juli 1943 in functie en dook vervolgens onder op slechts enkele huizen afstand van het Amsterdamse Huis van Bewaring aan de Weteringschans. Pogingen aan het begin van de oorlog, om het land op illegale wijze te verlaten, mislukten.</P><BR> <P>Na de oorlog bleef er niets anders over dan een nieuwe praktijk op te bouwen. <BR>Elzas bureau was gevestigd aan de Amsterdamse Raadhuisstraat toen hij kort na de oorlog door directeur Alfred Goudsmit werd gevraagd om een noodwinkel voor de HEMA in Nijmegen te ontwerpen. De samenwerking verliep zo soepel dat hij werd benoemd tot hoofdarchitect van N.V. Magazijn De Bijenkorf. Vervolgens begon hij aan de HEMA te Rotterdam, de eerste naoorlogse nieuwbouw van het winkelbedrijf. Elzas ontwierp voor N.V. Magazijn De Bijenkorf zesendertig HEMA’s (twintig keer nieuwbouw en zestien verbouwingen). <BR>Vanaf 1954 werkte hij samen met de Amerikaanse architect Marcel Breuer aan de Bijenkorf te Rotterdam. In eerste instantie was J.J.P. Oud gevraagd door de Bijenkorfdirectie om samen met Elzas de nieuwe Bijenkorf te ontwerpen. Oud zag de samenwerking echter niet zitten en werd vervolgens uit zijn opdracht ontheven. <BR>Via Goudsmit, die door de vele zakenreizen bekend was in de Verenigde Staten, werd Marcel Breuer benaderd. Samen met hoofddirecteur G. van der Wal werd de nieuwe Bijenkorf vorm gegeven. Breuer was daarbij de ontwerper en Elzas de tekenaar; <BR>“ik was het krijtje van de meester”. Een prettige samenwerking die eindigde in een vriendschap. Elzas werkte 30 jaar voor N.V. Magazijn De Bijenkorf, hij nam afscheid in 1972. Als cadeau ontving hij een bronzen sculptuur ‘Geremde groei V’ van beeldhouwer Jan Mulder.</P><BR> <P>Begin jaren tachtig hield Elzas zich nog bezig met de restauratie van het huis van <BR>Van Doesburg in Meudon. Hij begon zijn carrière met het huis van Van Doesburg, en hij eindigt zijn carrière in Parijs, “de cirkel is gesloten”.</P><BR> <P>Elzas was van 1978 tot 1989 lid van de Rotterdamse schoonheidscommissie.<BR></P><BR> <P>2009-10-11 Biografische notitie</P><BR><BR> <P>Zie ook archiefvorming</P>

Elzas, Abraham

BIOGRAFISCHE SCHETS VAN A. ELZAS (1907-1995)<BR> <P>Abraham Elzas werd geboren in 1907 aan de Langestraat te Alkmaar. Zowel zijn vader als grootvader waren handelaar in meubelen en aanvankelijk lag de toekomst van Abraham dan ook in de handel. In 1920, na het verlaten van de lagere school (Burgerschool), werd hij leerling aan de Alkmaarse Handelsdagschool. Vervolgens werd hij, eveneens in het kader van zijn toekomstige loopbaan, door zijn vader in 1924 naar de Haarlemse School voor Versierende Kunsten en Kunstambachten gestuurd, om zich te bekwamen in de interieurkunst. Elzas raakte op deze school echter bezield door de bouwkunst waardoor hij twee jaar later de overstap maakte naar de M.T.S. in Haarlem voor het meer constructieve en technische gedeelte. <BR>Na het voltooien van deze opleiding in 1930, volgde een praktische leertijd die begon op het bureau van architect D. Saal te Alkmaar.<BR>In 1929, zijn praktijkjaar voor de M.T.S., vertrok Elzas naar Parijs waar hij dankzij zijn leraar Otto de Kadt, bij beeldend kunstenaar Theo van Doesburg kon werken die zijn huis in Meudon-val-Fleury ging bouwen. Elzas verzorgde hiervoor de bouwkundige tekeningen. Met Van Doesburg sprak hij af om een samenwerkingsverband aan te gaan, net zoals Van Doesburg dit eerder met de toentertijd jonge en onervaren Corn. van Eesteren had gesloten (1897-1988) . Maar eerst keerde Elzas terug naar Nederland om zijn studie te voltooien. <BR>De start van zijn loopbaan verliep echter niet zoals gepland. Van Doesburg stierf vrij snel na zijn vertrek (1883-1931) en het contact in de Franse hoofdstad verliep nu via diens weduwe, Nelly van Doesburg. Zij introduceerde Elzas vervolgens bij het bureau van Auguste Perret (1874-1954), waar hij gedurende zes maanden werkzaam was. Via het bureau van Perret kwam hij terecht bij Le Corbusier (1887-1965). Hier verbleef hij eveneens zes maanden. Bij Le Corbusier werkte hij aan het gebouw voor de Zwitserse studenten in de Cité Universitaire in Parijs en aan de prijsvraag voor het ontwerp van een paleis voor de Sovjet Unie (Centrosoyusgebouw) in Moskou. <BR>Na Parijs volgde Londen, waar hij zich op het bureau van de vooraanstaande Engelse architect Joseph Emberton (1889-1956), die de grote Olympia Hall had ontworpen, verder bekwaamde. In 1932, kwam Elzas weer terug naar Nederland.</P><BR> <P>Tijdens zijn studie en werkzaamheden in het buitenland werkte hij, samen met zijn vriend Piet Worm, enkele opdrachten uit zoals bijvoorbeeld de plannen voor de bouw van twee huizen aan de Boulevard in Egmond aan Zee (1931-1932). Het eerste huis was bestemd voor de families R. Kater en G. Worm, het tweede huis voor de heer A.M. Middelhoff, allen uit Alkmaar. Ook nam hij in deze tijd deel aan verschillende studieprijsvragen waarvan er maar liefst acht bekroond werden, met als hoogtepunt het ontwerp voor een nieuwe synagoge in Amsterdam-Zuid, de Lekstraat-synagoge. Deze synagoge werd in de jaren daarop daadwerkelijk gerealiseerd (1935-1937).</P><BR> <P>De twee belangrijkste architectenverenigingen in Amsterdam aan het begin van de jaren dertig waren De 8 en Architectura et Amicitia. Elzas was lid van De 8 en behoorde tot één van de eerste medewerkers aan het tijdschrift De 8 en Opbouw. Naast De 8 en Opbouw&nbsp; verenigden zich in januari 1932 onder leiding van A. Boeken enkele jonge architecten in de ‘Architectengroep 1932’. Aansluiting bij De 8 was niet makkelijk voor jonge aankomende architecten en A et A wendde zich in hun ogen af van de belangrijkste ontwikkelingen die zich op dat moment in de moderne architectuur voordeden. Medeoprichters van Groep ‘32 waren La Croix, Elte, Elzas, Komter, Limperg , Mastenbroek, Neter , Wagenaar, Worm, Staal , en Sijmons&nbsp; en Zanstra . Boeken gaf de volgende omschrijving van deze groep: “Het is een vrije groep van in het algemeen jongere architecten die zich in het begin van het jaar gevormd heeft uit de verspreide krachten, die òf niet bij de bestaande architectenverenigingen waren aangesloten, òf bij de tegenwoordige samenstelling geen mogelijkheid zagen daarin ingang te vinden. Haar doel is zooveel mogelijk die jongere architecten bijeen te brengen die architectuur niet zien als een louter aesthetische opgave maar als een belangrijke, vitale factor in het grote, maatschappelijke en culturele ontwikkelingsproces. De groep streeft ernaar op te gaan in die architectenvereeniging waarin haar opvattingen het meest tot hun recht komen; de tijd van leuzen en manifesten is voorbij” . In 1934 kwam de uitnodiging van De 8 om en groupe lid te worden. Deze fusie bleek echter geen succes en in 1938 volgde voor een deel van de groep een breuk met De 8. De strenge functionalistische opvattingen van de ouderen kwamen niet overeen met de opvattingen van Groep ’32. Elzas bleef lid bij De 8.</P><BR> <P>Door toedoen van de depressie was er in de periode tussen de twee wereldoorlogen weinig werk. Vandaar dat architecten in die tijd vaak deelnamen aan prijsvragen. <BR>In 1935 won Elzas met een functionalistisch ontwerp de prijsvraag die onder negen joodse architecten werd uitgeschreven in Amsterdam voor de nieuwe grote synagoge in de Rivierenbuurt. Voor deelname had hij zich als Alkmaarse architect speciaal laten inschrijven bij de joodse gemeente in Amsterdam. In de jury zaten naast twee bestuursleden van de hoofdsynagoge, de architecten G. Friedhof , D. Greiner&nbsp; en A.J. van der Steur . <BR>De synagoge met 434 zitplaatsen voor mannen en 250 voor vrouwen, werd opgebouwd met stalen kolommen, betonnen vloeren en gevels van metselwerk. <BR>De gevels van de grote synagoge zijn aan de buitenzijde bekleed met natuursteen. Links van dit hoofdgebouw bevonden zich in de zijvleugel de hulpsynagoge, dienstruimten, op twee verdiepingen een centrale hal, en een woning. De synagoge had aan de binnenzijde drie tribuneachtige galerijen, een nis met marmeren bekleding voor de Arke, en grote ramen voor de lichttoetreding.&nbsp; </P><BR> <P>Met het uitbreken van de oorlog braken er moeilijke tijden aan. Na de bouw van de synagoge lag het werk voor Elzas nagenoeg stil. Via zijn contacten werd hij in 1939 door de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders gevraagd om boerderijen te ontwerpen voor de Wieringermeerpolder. Nog geen jaar later stond hij op straat op grond van de ariërparagraaf die de bezetters hadden ingevoerd. <BR>Vervolgens werd Elzas in de loop van 1941 benoemd tot directeur van de Joodse Ambachtschool aan de Rapenburgstraat in Amsterdam. Hij moest echter weer stoppen toen er in de zomer van 1943 geen leerlingen meer waren, zij werden allen door de bezetters naar Polen gedeporteerd. Op 5 maart 1942 werd Elzas gedwongen van Alkmaar naar Amsterdam te verhuizen, naar later bleek in afwachting van deportatie naar Polen. Elzas bleef tot juli 1943 in functie en dook vervolgens onder op slechts enkele huizen afstand van het Amsterdamse Huis van Bewaring aan de Weteringschans. Pogingen aan het begin van de oorlog, om het land op illegale wijze te verlaten, mislukten.</P><BR> <P>Na de oorlog bleef er niets anders over dan een nieuwe praktijk op te bouwen. <BR>Elzas bureau was gevestigd aan de Amsterdamse Raadhuisstraat toen hij kort na de oorlog door directeur Alfred Goudsmit werd gevraagd om een noodwinkel voor de HEMA in Nijmegen te ontwerpen. De samenwerking verliep zo soepel dat hij werd benoemd tot hoofdarchitect van N.V. Magazijn De Bijenkorf. Vervolgens begon hij aan de HEMA te Rotterdam, de eerste naoorlogse nieuwbouw van het winkelbedrijf. Elzas ontwierp voor N.V. Magazijn De Bijenkorf zesendertig HEMA’s (twintig keer nieuwbouw en zestien verbouwingen). <BR>Vanaf 1954 werkte hij samen met de Amerikaanse architect Marcel Breuer aan de Bijenkorf te Rotterdam. In eerste instantie was J.J.P. Oud gevraagd door de Bijenkorfdirectie om samen met Elzas de nieuwe Bijenkorf te ontwerpen. Oud zag de samenwerking echter niet zitten en werd vervolgens uit zijn opdracht ontheven. <BR>Via Goudsmit, die door de vele zakenreizen bekend was in de Verenigde Staten, werd Marcel Breuer benaderd. Samen met hoofddirecteur G. van der Wal werd de nieuwe Bijenkorf vorm gegeven. Breuer was daarbij de ontwerper en Elzas de tekenaar; <BR>“ik was het krijtje van de meester”. Een prettige samenwerking die eindigde in een vriendschap. Elzas werkte 30 jaar voor N.V. Magazijn De Bijenkorf, hij nam afscheid in 1972. Als cadeau ontving hij een bronzen sculptuur ‘Geremde groei V’ van beeldhouwer Jan Mulder.</P><BR> <P>Begin jaren tachtig hield Elzas zich nog bezig met de restauratie van het huis van <BR>Van Doesburg in Meudon. Hij begon zijn carrière met het huis van Van Doesburg, en hij eindigt zijn carrière in Parijs, “de cirkel is gesloten”.</P><BR> <P>Elzas was van 1978 tot 1989 lid van de Rotterdamse schoonheidscommissie.<BR></P><BR> <P>2009-10-11 Biografische notitie</P><BR><BR> <P>Zie ook archiefvorming</P>