Cuypers, Eduard Gerardus Henricus Hubertus

E.G.H.H. Cuypers (1859-1927) Eduard Gerard Hendrik Hubert Cuypers wordt in 1859 in Roermond geboren. Eduard krijgt er zijn sterk op de praktijk gerichte opleiding op het bureau van zijn oom P.J.H. Cuypers, waar zijn eigen vader werkzaam is. Hij start in 1881 een eigen architectenbureau. Door de economische groei én zijn vele goede contacten in het bedrijfsleven krijgt hij veel ontwerpopdrachten voor kantoren, winkelpanden, tentoonstellingen en woonhuizen. Ed. Cuypers geeft bovendien vooraanstaande architecten als J.M. van der Mey, P.L. Kramer en M. de Klerk gelegenheid tot verdere scholing op zijn bureau. In 1909 richt hij samen met M.J. Hulswit, later bijgestaan door A.A. Fermont, een architectenbureau op in het voormalige Nederlands-Indië. Ook daar is sprake van economische bloei, waardoor het bureau tot aan het moment van opheffing in 1954 vele ontwerpen voor bedrijfspanden kan uitvoeren. Het is in kwantitatieve zin het meest productieve architectenbureau in Nederlands-Indië. In zijn eerste jaren als zelfstandig architect is Eduard Cuypers lid van het genootschap Architectura et Amicitia, dat vernieuwing in de architectuur voorstaat. Aan het begin van de twintigste eeuw raakt hij sterk onder invloed van nieuwe stromingen en maakt hij ontwerpen in Jugendstil- en 'cottage'-stijl, soms met Japanse motieven. Naar het voorbeeld van P.J.H Cuypers produceert Ed. Cuypers met zijn bureau vele kunstnijverheidsproducten, waaronder meubels, lampen en glasserviezen. Daarnaast geeft hij vanaf 1902 een eigen tijdschrift uit, 'Het Huis, Oud en Nieuw'. Hierin poneert hij zijn ideeën over architectuur en kunstnijverheid en publiceert hij een groot deel van zijn werken. Zijn stijlontwikkeling is terug te vinden in zijn werk, dat in de beginperiode vooral in de neorenaissancestijl is opgetrokken. Een vroeg voorbeeld hiervan - in Italiaanse trant - is het woonhuis aan de Nicolaas Witsenkade in Amsterdam (1891). Het indrukwekkendste werk uit deze periode is zijn eerste grote opdracht: het station van Den Bosch (1894 -1896). Dit station werd verwoest in 1944. Geleidelijk doet de Nieuwe Kunst haar invloed gelden in zijn werk, wat te zien is aan zijn eigen woonhuis en kantoor in de Jan Luyckenstraat (1898-1899) en aan het kantoorgebouw voor het Algemeen Handelsblad aan de Nieuwezijds Voorburgwal (1902-1903), beide in Amsterdam. Zijn latere werk is overwegend van een sobere nieuw-historiserende stijl. Het kolossale landhuis De Hooge Vuursche in Baarn (1910-1911) is hier een goed voorbeeld van. Het bureau van Cuypers wordt gezien als de oorsprong van de Amsterdamse School, omdat de aanvoerders van deze stijl - Michel de Klerk, Joan van der Mey en Piet Kramer - allen op het kantoor van Eduard Cuypers gevormd zijn. Ook Berend Tobia Boeyinga, een van de belangrijkste volgelingen van de Amsterdamse School, werkte enige tijd voor Cuypers. Naast de architecten die verbonden zijn met de Amsterdamse School, is ook Charles Estourgie zijn carrière begonnen op het kantoor van Cuypers. Cuypers ontwierp zijn eigen woning en kantoor in 1898. Het bureau bevond zich iaan de Jan Luijkenstraat 2 in Amsterdam en stond naast het Rijksmuseum, ontworpen door zijn oom Pierre Cuypers. Andere panden die door Cuypers zijn ontworpen, zijn onder andere: - het pand Spui 10 voor het meubel- en tapijtmagazijn H.F. Jansen & Zonen te Amsterdam. - het pand van het Algemeen Handelsblad aan de Nieuwezijds Voorburgwal te Amsterdam. - het Veiligheidsinstituut aan de Hobbemakade 22 te Amsterdam. Na Cuypers' overlijden in 1927 werd zijn kantoor door anderen voortgezet. De huidige naam is 'a/d Amstel architecten' en is nog steeds gevestigd in Amsterdam

Cuypers, Eduard Gerardus Henricus Hubertus

E.G.H.H. Cuypers (1859-1927) Eduard Gerard Hendrik Hubert Cuypers wordt in 1859 in Roermond geboren. Eduard krijgt er zijn sterk op de praktijk gerichte opleiding op het bureau van zijn oom P.J.H. Cuypers, waar zijn eigen vader werkzaam is. Hij start in 1881 een eigen architectenbureau. Door de economische groei én zijn vele goede contacten in het bedrijfsleven krijgt hij veel ontwerpopdrachten voor kantoren, winkelpanden, tentoonstellingen en woonhuizen. Ed. Cuypers geeft bovendien vooraanstaande architecten als J.M. van der Mey, P.L. Kramer en M. de Klerk gelegenheid tot verdere scholing op zijn bureau. In 1909 richt hij samen met M.J. Hulswit, later bijgestaan door A.A. Fermont, een architectenbureau op in het voormalige Nederlands-Indië. Ook daar is sprake van economische bloei, waardoor het bureau tot aan het moment van opheffing in 1954 vele ontwerpen voor bedrijfspanden kan uitvoeren. Het is in kwantitatieve zin het meest productieve architectenbureau in Nederlands-Indië. In zijn eerste jaren als zelfstandig architect is Eduard Cuypers lid van het genootschap Architectura et Amicitia, dat vernieuwing in de architectuur voorstaat. Aan het begin van de twintigste eeuw raakt hij sterk onder invloed van nieuwe stromingen en maakt hij ontwerpen in Jugendstil- en 'cottage'-stijl, soms met Japanse motieven. Naar het voorbeeld van P.J.H Cuypers produceert Ed. Cuypers met zijn bureau vele kunstnijverheidsproducten, waaronder meubels, lampen en glasserviezen. Daarnaast geeft hij vanaf 1902 een eigen tijdschrift uit, 'Het Huis, Oud en Nieuw'. Hierin poneert hij zijn ideeën over architectuur en kunstnijverheid en publiceert hij een groot deel van zijn werken. Zijn stijlontwikkeling is terug te vinden in zijn werk, dat in de beginperiode vooral in de neorenaissancestijl is opgetrokken. Een vroeg voorbeeld hiervan - in Italiaanse trant - is het woonhuis aan de Nicolaas Witsenkade in Amsterdam (1891). Het indrukwekkendste werk uit deze periode is zijn eerste grote opdracht: het station van Den Bosch (1894 -1896). Dit station werd verwoest in 1944. Geleidelijk doet de Nieuwe Kunst haar invloed gelden in zijn werk, wat te zien is aan zijn eigen woonhuis en kantoor in de Jan Luyckenstraat (1898-1899) en aan het kantoorgebouw voor het Algemeen Handelsblad aan de Nieuwezijds Voorburgwal (1902-1903), beide in Amsterdam. Zijn latere werk is overwegend van een sobere nieuw-historiserende stijl. Het kolossale landhuis De Hooge Vuursche in Baarn (1910-1911) is hier een goed voorbeeld van. Het bureau van Cuypers wordt gezien als de oorsprong van de Amsterdamse School, omdat de aanvoerders van deze stijl - Michel de Klerk, Joan van der Mey en Piet Kramer - allen op het kantoor van Eduard Cuypers gevormd zijn. Ook Berend Tobia Boeyinga, een van de belangrijkste volgelingen van de Amsterdamse School, werkte enige tijd voor Cuypers. Naast de architecten die verbonden zijn met de Amsterdamse School, is ook Charles Estourgie zijn carrière begonnen op het kantoor van Cuypers. Cuypers ontwierp zijn eigen woning en kantoor in 1898. Het bureau bevond zich iaan de Jan Luijkenstraat 2 in Amsterdam en stond naast het Rijksmuseum, ontworpen door zijn oom Pierre Cuypers. Andere panden die door Cuypers zijn ontworpen, zijn onder andere: - het pand Spui 10 voor het meubel- en tapijtmagazijn H.F. Jansen & Zonen te Amsterdam. - het pand van het Algemeen Handelsblad aan de Nieuwezijds Voorburgwal te Amsterdam. - het Veiligheidsinstituut aan de Hobbemakade 22 te Amsterdam. Na Cuypers' overlijden in 1927 werd zijn kantoor door anderen voortgezet. De huidige naam is 'a/d Amstel architecten' en is nog steeds gevestigd in Amsterdam