B. Bijvoet (1889-1979) Bernard Bijvoet volgde zijn opleiding aan de Technische Hogeschool in Delft. Samen met zijn studiegenoot Johannes Duiker werkte hij enige tijd op het bureau van H. Evers in Rotterdam. Beiden waren betrokken bij werk aan de Prijsvraag voor het Raadhuis van Rotterdam. In 1917 deden Duiker en Bijvoet mee aan de prijsvraag voor de nooit gerealiseerde nieuwbouw voor de Rijksacademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam. De samenwerking leidde ertoe dat ze van 1919 tot 1925 samen een architectenbureau in Zandvoort hadden. Bij een aantal projecten werd ook samengewerkt met de betonconstructeur J.B. Wiebenga. Duiker en Bijvoet waren onder meer verantwoordelijk voor het sanatorium Zonnestraal in Hilversum, dat een icoon is geworden voor het Nieuwe Bouwen in Nederland. Na de dood van Duiker in 1934 voltooide Bijvoet het Theater en Grand Hotel Gooiland in Hilversum. Bijvoet woonde toen reeds enige tijd in Frankrijk waar hij veel samenwerkte met de architecten Pierre Chareau, E.E. Beaudouin en M.G. Lods. Na de Tweede Wereldoorlog keerde Bijvoet terug naar Nederland. Samen met G.H.M. Holt realiseerde hij talrijke projecten, maar het meest bekend werden Holt en Bijvoet door de bouw van theaters in provinciesteden zoals onder meer Tilburg, Nijmegen en Apeldoorn, die werden gebouwd in het kader van de culturele spreidingspolitiek van de Nederlandse regering. Bijvoet en Holt ontwierpen ook plannen voor een operagebouw in Amsterdam net ten zuiden van De Pijp. Uiteindelijk leidden deze plannen tot de bouw van het Okurahotel.